het schijntje zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈsxɛincə ] Afbreekpatroon: schijn·tje Verbuigingen: schijntjes (meerv.) klein bedrag Voorbeeld: 'Hij heeft tijdens zijn vakantie voor een schijntje een maatpak laten maken.' Synoniem: habbekrats Synoniemen: flinter floers fooi habbekrats snufje vleugje waas zweem 4 definities...
1) Bagatel 2) Beetje 3) Flinter 4) Floers 5) Fooi 6) Habbekrats 7) Halfhemdje 8) Kleinigheidje 9) Krats 10) Schim 11) Snufje 12) Vleugje 13) Waas 14) Weinig 15) Zier 16) Zweem 1) Bagatel 2) Drank 3) Een kleinigheidje 4) Flinter 5) Floers 6) Fooi 7) Geringe hoeveelheid 8) Habbekrats 9) Halfhemdje 10) Heel klein beetje 11) Heel weinig 12) kledingstuk 13) Kleine hoeveelheid 14) Kleinigheid 15) Schimmetje 16) Snars 17) Snufje 18) Soupçon 19) Vleugje 20) Waas 21) Weinig 22) Zeer gering bedrag 
(Amsterdams) bijna niets
laag geldbedrag vb: deze fiets heb ik voor een schijntje gekocht Synoniemen: prik grijpstuiver
•een (te) klein bedrag.
zeer geringe hoeveelheid