rumineren werkw. Uitspraak: [ rymi'nerə(n) ] Afbreekpatroon: ru·mi·ne·ren Vervoegingen: rumineerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gerumineerd (volt.deelw.) 1) voortdurend piekeren of nadenken over iets Voorbeeld: 'Het ontstaan van een depressie is groter bij mensen die veel rumineren.' 2) uitbraken van voeds... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/rumineren