prolongeren werkw. Uitspraak: [ prolɔŋ'xerə(n) ] Afbreekpatroon: pro·lon·ge·ren Vervoegingen: prolongeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geprolongeerd (volt.deelw.) langer laten duren Voorbeelden: 'De Spaanse basketbalmannen wisten de Europese titel te prolongeren.' , 'De musical wordt wegen groot succes twee weken geprolong...
1) Betalingstermijn verlengen 2) Continueren 3) Doorgaan 4) Uitstel geven 5) Uitstel verlenen 6) Verdergaan 7) Verlengen 8) Vervolgen 9) Voortzetten 1) Continueren 2) Doorgaan 3) Verdergaan 4) Verlengen 5) Vervolgen 6) Voortzetten 
verlengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
verlengen
In termijntransacties bestaat de onvoorwaardelijke verplichting ten laatste op liquidatiedag af te sluiten. Maar in sommige gevallen zijn op het einde van de liquidatietermijn de verwachtingen van de speculant nog niet ingelost: de koersen bevinden zich niet op het verhoopte niveau. Indien hij verwacht dat de koers alsnog in gunstige richting zal e...