de pijplijn zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'pɛiplɛin ] Afbreekpatroon: pijp·lijn in de pijplijn zitten (voorbereid worden en waarschijnlijk binnenkort gebeuren) 'Twee projecten zijn al opgestart en er zitten er nog vier in de pijplijn.' Synoniem: ophanden zijn Spreekwoorden en zegswijzen • Het zit in de pij... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pijplijn
De opdrachten die dienstverlenende bureaus al in portefeuille hebben. De lengte van de pijplijn bepaalt voor hoeveel maanden ze gegarandeerd zijn van werk. Gevonden op http://www.financielebegrippen.com/pijplijn