
het part zelfst.naamw. Uitspraak: [ pɑrt ] Verbuigingen: parten (meerv.)
gedeelte Voorbeeld: 'een partje sinaasappel' ergens part noch deel aan hebben (ergens niets mee te maken hebben) voor mijn part (wat mij betreft) 'Voor mijn part blijf je de hele week logeren. Gezellig!' parten spelen (ergens last van hebben ) 'De blessure blijft de v...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/part

1) Aandeel 2) Bedrog 3) Brok 4) Deel 5) Fractie 6) Gedeelte 7) Gedeeltelijk 8) Gril 9) Helft 10) Kwantum 11) List 12) Moot 13) Onderdeel 14) Partij 15) Poets 16) Portie 17) Rest 18) Schijf 19) Streek 20) Stuk
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Part/1

1) Aandeel 2) Deel 3) Deel van een geheel 4) Deel van een vrucht 5) Fractie 6) Fragment 7) Gedeelte 8) Kwantum 9) List 10) Moot 11) Niet alles 12) Onderdeel 13) Opvallend 14) Partuur 15) Portie 16) Schijf 17) Stuk
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Part/1
Let op: Spelling van 1858 deel aandeel. Partageren, deelen, verdeelen, elk zijn aandeel geven. Parteren, af- of indeelen
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/

deel (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/part
wat kleiner is dan het totaal vb: ik snij de appel in partjes
daar heb ik part noch deel aan
[ik heb er niets mee te maken]voor mijn part
[wat mij betreft]de angst speelt hem parten
[hij heeft er last van]Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=part

deel
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

uitdr.: Voorbeeld: ‘
van goed part weten’: uit betrouwbare bron (VD I 2) - Voorbeeld: ‘
Van goed part weet ik dat hij met zijn huur ten achter staat, en de eigenaar vedraagt geen kluchten’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php

deel
Jaar van herkomst: 1350 (MNW )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

deel van een touw, staaldraad of ketting. Voornamelijk van toepassing op takels en het maken van knopen en steken. HET HALEND PART: het deel dat men in de hand houdt, waar men mee werkt, aan trekt of wat vrij hangt. HET STAAND PART: het deel dat tussen twee punten min of meer vast zit of strak staat. HET LUIE PART, HET DODE PART: het deel tussen de...
Gevonden op
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=p
Nederlandsche handelswoorden uit het Frans (1914): aandeel; gedeelte.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10742

Spreekwoorden: (1914)
Iemand parten (of een part) spelend.w.z. iemand beetnemen; iemand een poets bakken, hem foppen; in Zuid-Nederland: iemand eene perte bakken (De Bo, 847 en Schuerm. 471). In het Middelnederlandsch bestond een znw. perte, in den zin van gril, kuur, poets, waarnaast ook parte voorkwam. Dit perte is met...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

VOC - Zeilen en tuigage: einde van de loper van een takel.
Gevonden op
https://www.vocsite.nl/woordenlijst/index.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.