het pantser zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈpɑn(t)sər ] Afbreekpatroon: pant·ser Verbuigingen: pantsers (meerv.) harde beschermlaag Voorbeelden: 'pantservoertuig' , 'het pantser van een schildpad' , 'Hij gebruikt zijn arrogantie als een pantser tegen kritiek.' Synoniemen: bekleding bepantsering harnas huid 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pantser
1) deel van een wapenuitrusting, meestal van staal, om de romp en soms ook andere delen van het lichaam te beschermen tegen aanvallen en verwondingen 2) deel van een gevechtsvoertuig of gevechtsvaartuig, dat meestal bestaat uit ijzeren of stalen bekleding die dient om het voertuig te versterken of vanbuiten ondoordringbaar te maken Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/pantser