de kreukel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈkrøkəl ] Afbreekpatroon: kreu·kel Verbuigingen: kreukels (meerv.) vouw die er niet hoort Voorbeeld: 'van het zitten kreukels in je jas hebben' in de kreukels (zwaar beschadigd of in slechte conditie) 'Hij ligt helemaal in de kreukels.' Synoniemen: frommel valvouw 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kreukel