de kanarie zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kaˈnari ] Afbreekpatroon: ka·na·rie Verbuigingen: kanaries (meerv.) mooie vogel die mooi kan zingen Voorbeeld: 'Wij hebben een vogelkooi met twee kanaries in de kamer.' Synoniemen: piet Intensiveringen Hoe kun je met kanarie een ander begrip versterken? als een kanarie ; kanariegeel ; li...
1) Dier 2) Gedomesticeerde vogel 3) Gele vogel 4) Huisdier 5) Huisvogeltje 6) Kamervogel 7) Kleine vink 8) Piet 9) Pietje 10) Politieagent (Indisch) 11) Tamme vogel 12) Vink 13) Vogel 14) Waterslager 15) Zangvogel 16) Zangvogeltje 1) Geelvink 2) Piet 3) Pietje 4) Politieagent 5) Zangvogel 
Let op: Spelling van 1858 eene soort van Gique, een zeer gezwinde en korte dans, die slechts uit twee reprisen bestaat
kleine, in Zuid-Europa en Midden-Europa in het wild levende, vinkachtige zangvogel die van nature een groengrauw of ook geel, donkergestreept verenkleed heeft, en naar kleur en vorm wordt gekweekt in verschillende variëteiten, zoals de vaak als kooivogel gehouden gele kanarie
zangvogel
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] zangvogel, zo genoemd naar de Canarische eilanden vanwaar de eerste in 1500 werd aangevoerd.
zangvogel
Let op: Spelling van 1914 sur. Zie TANAGRIDAE.