het instituut zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɪnstiˈtyt ] Afbreekpatroon: in·sti·tuut 1) instelling (2) Voorbeelden: 'instituut voor de opleiding van leraren' , 'onderzoeksinstituut' 2) door velen geaccepteerd maatschappelijk verschijnsel Voorbeeld: 'het instituut van het huwelijk' Synoniemen: dienst genootschap inric...
1) Afdeling van een universiteit 2) Dienst 3) Eenheid van een faculteit 4) Genootschap 5) Gesticht 6) Inrichting 7) Instelling 8) Institutie 9) Internaat 10) Kostschool 11) Onderwijsinstelling 12) Opleidingsinrichting 13) Oprichting 14) Opvoedingsgesticht 15) Stichting 16) Subfaculteit 1) Dienst 2) Genootschap 3) Inrichting 4) Instelling 5) Kostschool 6) Opleiding 7) Opvoedingsgesticht 8) Stichting 9) Subfaculteit 
instelling (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een organisatie met een maatschappelijk, cultureel, economisch of politiek doel.
instelling
instelling
instelling
Organisaties die werken ter bevordering van een bepaalde achtenswaardige of wetenschappelijke zaak of het welzijn van een bepaalde groep, of die technisch of professioneel zijn gespecialiseerd in een vak of studie