huik zelfst.naamw. (de) Verbuigingen: huiken (meerv.) Verbuigingen: huikje (verkleinwoord) 1) :Zich schikken naar de omstandigheden van het moment 2) een regenvast dekkleed dat over een zeil gedaan wordt Voorbeeld: 'We vertrouwen het niet met het weer, dus doen we de huik over de zeilen.' 3) hurk . Sp... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/huik
1) Dekmantel 2) Dekzeil 3) Kap van een mantel 4) Kapmantel 5) kledingstuk 6) Lange kapmantel 7) Lange mantel met een kap 8) Lange mantel met kap 9) Lange mouwloze mantel met kap 10) Mantel 11) Ouderwetse lange mantel 12) Regenkleding Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Huik/1
• [archaïsch] een vrouwensluier met kap "Arch. (1811)" Nederduitsch taalkundig woordenboek. P. Weiland 1807-1811. •::Zich schikken naar de omstandigheden van het moment •een regenvast dekkleed dat over een zeil gedaan wordt. • [archaïsch] hurk. • [1ps Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/huik
1> stuk zeildoek dat gebruikt wordt om het opgedoekte grootzeil af te dekken. Ook bekend als zeilkleed. [Afbeeldingen] 2> tentje over het voorschip op sommige open boten. Vaak ook huif genoemd. 3> een hoes van geteerd of geolied doek, dienende om een voorwerp tegen vocht of vuil te bewaren. Bron: Historische woordenboeken op gtb.ivdnt.org. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=hem
Hoes van geteerd of geolied zeildoek, om voorwerpen tegen vocht en vuil te beschermen of als dekkleed voor een opgedoekt zeil. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10827