fusioneren werkw. Afbreekpatroon: fu·si·o·ne·ren Verbuigingen: fusioneerde Vervoegingen: gefusioneerd (volt.deelw.) samensmelten, fuseren, een fusie aangaan Voorbeelden: 'KLM en AIR-France zijn gefusioneerd.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee...' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fusioneren