foor zelfst.naamw. (de) Verbuigingen: foren (meerv.) Verbuigingen: foortje (verkleinwoord) 1) kermis Voorbeelden: 'In belgië heeft men een foor terwijl men in Nederland een kermis heeft' , 'De botsautootjes zijn een vast onderdeel van de foor.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee...' 2) markt, beurs . ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/foor
1) evenement in de buitenlucht met kramen en attracties; jaarmarkt 2) evenement voor of van een specifieke handelssector; handelsbeurs Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/foor