I flink bijv.naamw. Uitspraak: [ flɪŋk ] 1) stevig en groot Voorbeelden: 'een flinke knul' , 'een flinke portie aardappels' Synoniemen: : fors, robuust een flinke eter (iemand die veel eet) 2) sterk van karakter Voorbeeld: 'Niet huilen, wees een flinke meid!' II flink bijwoord Uitspraak: [ flɪŋk ] meer dan ge... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/flink
1) stevig van lichaamsbouw; welgebouwd; fors 2) zijn best doend; kranig 3) vrij groot in afmeting, omvang, hoeveelheid of hevigheid 4) in sterke mate; erg; zeer Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/flink