Spreekwoorden: (1914) Flesschentrekker, d.i. een oplichter in den handel, een tiller1), bepaaldelijk iemand die bestellingen doet om de goederen tot elken prijs van de hand te zetten, zonder ze evenwel te betalen. Het woord is ontleend aan de Zuidnederlandsche uitdrukking op flesschen (of stoopkens, aarden kruiken) trekke... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778