de droger zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: dro·ger Verbuigingen: drogers (meerv.) Verbuigingen: drogertje (verkleinwoord) een toestel dat natte voorwerpen, bijvoorbeeld wasgoed droogmaakt Voorbeeld: 'Gooi dat natte goed maar in de droger!' . 3 definities...
1) Centrifuge 2) Droogtoestel 3) Droogtrommel 4) Huishoudapparaat 5) Huishoudelijk apparaat 6) Huishoudelijk toestel 1) Centrifuge 
•een toestel dat natte voorwerpen, bijvoorbeeld wasgoed droogmaakt.
vissersboot waarop men haring droogde
arbeider in een droogoven - Voorbeeld: ‘De drogers komen langs de steger aan de andere kant in de ovenkamer’
Installatie of apparaat voor het verwijderen (verdampen) van water of oplosmiddelen. (Meer informatie: Type drogers)