de drek zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: drekje (verkleinwoord) mest, uitwerpselen, viezigheid Voorbeeld: 'Hij stond tot zijn knieën in de drek.' . Synoniemen: afval angst faeces grofvuil huisafval huisvuil kak mest poep prut romm rommel schijt smurrie stront voddengoed vuilnis vullis 4 definities...
1) Aal 2) Aalt 3) Afval 4) Angst 5) Bagger 6) Beer 7) Derrie 8) Feces 9) Gier 10) Grofvuil 11) Huisafval 12) Huisvuil 13) Kak 14) Mert 15) Mest 16) Modder 17) Poep 18) Prut 19) Schijt 20) Slib 21) Slijk 22) Smurrie 23) Stront 24) Viezigheid 25) Voddengoed 26) Vuil 27) Vuiligheid 28) Vuilnis 29) Vullis 1) Aal 2) Aalt 3) Afval 4) Angst 5) Bagger 6) Berrie 7) Derrie 8) Dreet 9) Excrementen 10) Fecaliën 11) Feces 12) Gier 13) Grofvuil 14) Huisafval 15) Huisvuil 16) Kak 17) Klamaai 18) Klamei 19) Mest 20) Mestvocht 21) Modder 22) Modderachtige vloeistof 23) Modderige troep 24) Modderige substantie 25) Ontlasting 
uitwerpselen (toon de herkomst via de etymologiebank)
onverteerd voedsel dat via je anus naar buiten komt vb: ik ben met mijn nieuwe schoenen in de drek gestapt Synoniemen: poep ontlasting schijt uitwerpselen stront
uitwerpselen, vuil
uitwerpselen, vuil
vettig vuil dat zich op netten, maar ook in de visbun of leggers afzet. Plaatselijke term. Zie ook blubber. Bron: Dr. Th. H. van Doorn, Terminologie van Riviervissers in Nederland.