doneren werkw. Uitspraak: [ do'nerə(n) ] Afbreekpatroon: do·ne·ren Vervoegingen: doneerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedoneerd (volt.deelw.) 1) (geld) geven Voorbeeld: '100 euro doneren voor hulp aan de slachtoffers van de overstroming' Synoniem: schenken 2) (orgaan of weefsel) afstaan voor iemand die dat... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doneren