de dilettant zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ dilɛ'tɑnt ] Afbreekpatroon: di·let·tant Verbuigingen: dilettanten (meerv.) de dilettant - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ dilɛ'tɑnt - ə ] Afbreekpatroon: di·let·tant Verbuigingen: dilettanten, dilettantes (meerv.) iemand die aan kunst of muziek doet, maar niet als beroep Voorbeeld: 'Ik spee...
1) Amateur 2) Beoefenaar uit liefhebberij 3) Beunhaas 4) Knoeier 5) Kunstbeoefenaar uit liefhebberij 6) Leek 7) Liefhebber 8) Liefhebber in de kunst 9) Liefhebber van de kunst 10) Liefhebber van sport 11) Niet beroeps 12) Ondeskundige 13) Stuntel 14) Stuntelaar 1) Amateur 2) Beunhaas 3) Charlatan 4) Knoeier 5) Knutselaar 6) Liefhebber 7) Ondeskundige 8) Prutser 9) Stuntel 10) Stuntelaar 
Let op: Spelling van 1858 een kunstvriend, kunstliefhebber, kunstverzamelaar, liefhebber van kunstige dingen
amateur in kunst of wetenschap; slecht amateur (toon de herkomst via de etymologiebank)
amateur.
niet-vakman, amateur, liefhebber
amateur
amateur
kunstenaar uit liefhebberij, kunstminnaar.