detacheren werkw. Uitspraak: [ detɑ'ʃerə(n) ] Afbreekpatroon: de·ta·che·ren Vervoegingen: detacheerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedetacheerd (volt.deelw.) (iemand) tijdelijk bij een andere werkgever laten werken Voorbeeld: 'detacheringsbureau gespecialiseerd in het detacheren van technisch personeel' Synoniemen: gedetach...
1) Afzonderen 2) Gedetacheerd 3) Indelen 4) Legeren 5) Loskrijgen 6) Losmaken 7) Losrukken 8) Loswerken 9) Scheiden 10) Stationeren 11) Tewerkstellen 12) Tijdelijk elders indelen 13) Uitzenden 1) Indelen 2) Inlijven 3) Legeren 4) Loskrijgen 5) Losmaken 6) Loswerken 7) Scheiden 8) Stationeren 9) Tewerkstellen 10) Uitzenden 
tijdelijk elders te werkstellen of legeren (toon de herkomst via de etymologiebank)
Het tijdelijk bij een ander onderdeel (binnen of buiten de organisatie) plaatsen van een medewerker
elders plaatsen
arbeidsmarkt / productie / inkomensverdeling: loondienst elders vervullen dan bij de werkgever zelf. Bijv. in Europees verband ...
Het tijdelijk elders tewerkstellen van een werknemer.arbeidsrecht: loondienst elders vervullen dan bij de werkgever zelf. Bijv. in Europees verband is verordonneerd dat bij ~ ...
Het uitlenen van werknemers aan een derde partij. Een detacheringsbedrijf verschilt van een uitzendbureau daarin dat een detacheerder alleen maar mensen in eigen dienst heeft. Een uitzendbureau heeft zowel mensen in dienst als mensen die tijdelijk worden uitgezonden.