dampig, aamborstig (VD) - Voorbeeld: ‘Vermeulen voorzag de tijd dat hij, als een oude, dempige grolpot, met klutsende tandekweern, zou zitten kwijlen’ - Voorbeeld: ‘De jongens wisten het allen: zijn vader was dood na lange ziekte en omdat Maaske, evenals zijn vader, zo moeilijk zijn asem boven kreeg en dempig was, kon hij niet meel... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php