de defibrillator zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: de·fi·bril·la·tor Verbuigingen: defibrillatoren<br>defibrillators (meerv.) Verbuigingen: defibrillatortje (verkleinwoord) een apparaat waarmee met behulp van stroomstoten het normale hartritme hersteld kan worden Voorbeeld: 'Dankzij de defibrillator overleven veel mensen een hart...
1) Aed 1) Medisch apparaat 2) Medische apparatuur 
apparaat dat korte hartstilstand bewerkt (toon de herkomst via de etymologiebank)
extern of inwendig apparaat dat een verstoord hartritme kan herstellen door het toedienen van een elektrische schok, bijvoorbeeld bij een acute hartstilstand of bij cardioversie; apparaat dat het hartritme herstelt
toestel om met stroomstoten het normale hartritme te herstellen
Een externe defibrillator is een elektrisch schokapparaat voor medische noodgevallen en reanimatiemaatregelen die levens kunnen redden. Het wordt gebruikt bij hart- en vaatstilstand en geeft elektrische impulsen aan de patiënt als levensreddende maatregel.
apparaat dat korte hartstilstand bewerkt
elektrisch apparaat waarmee een snelle, onregelmatige hartslag weer regelmatig kan worden gemaakt