de Deen zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ den ] Verbuigingen: Denen (meerv.) de Deen - se zelfst.naamw. Uitspraak: [ den - sə ] Verbuigingen: Deensen (meerv.) iemand met de Deens nationaliteit 6 definities...
1) Bewoner van Denemarken 2) Europeaan 3) Inwoner van Denemarken 4) Inwoner van Europa 5) Korte jongensnaam 6) Supermarktketen 7) Nederlandse voornaam 8) Nederlandse jongensnaam 9) Noord Europeaan 10) Scandinaviër 11) Supermarkt 12) Vogel 13) Wilde zwaan 14) Zwaan 
Deen is een Engelse jongensnaam. Het betekent `leider`. Extra info: Dean, Deane, Deaner, Deanie, Deanner, Deen 
iemand met de Deense nationaliteit; iemand die behoort tot het Deense volk; iemand die afkomstig is uit Denemarken; inwoner van Denemarken
• [demoniem] een inwoner van Denemarken.
[Vergeten woorden] (v.) 1) ruige grond
inwoner van Denemarken
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), nacht.