de bolder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bol·der Verbuigingen: bolders (meerv.) Verbuigingen: boldertje (verkleinwoord) een stevig bevestigingspunt op een schip of de kade om een schip aan vast te leggen Voorbeeld: 'In sommige sluizen gaan de bolders met het water mee op en neer.' . 7 definities...
1) Aanlegpaal 2) Balspel 3) Belder 4) Beschuitbol 5) Brileend 6) De gemene bolderik 7) Deel van een schip 8) Deel van een zeilboot 9) Duikereend 10) Gestel van twee palen 11) Grote klamp 12) Kadepaal 13) Klamp aan boord van een schip 14) Klamp aan een schip 15) Klamp van een schip 16) Meerpaaltje 17) Meerstoel 1) Belder 2) Beschuitbol 3) Brileend 4) Duikereend 5) Werpbol 
beschuitbol (toon de herkomst via de etymologiebank)
paaltje of klamp op de wal of op een schip waaromheen een lijn of ketting wordt gelegd om het schip mee vast te leggen
Def.: houten, betonnen of ijzeren paal om een landvast aan vast te maken.
Def.: twee verticale of schuine stalen kokers op een grondplaat, bevestigd op het achterdek en op de bak, waarop de meertrossen worden belegd.
klamp
bepaalde paalvormige constructie, op schepen (scheepsbolder [Afbeeldingen]) of op de wal (walbolder [Afbeelding]), waarop de trossen en staaldraden vastgezet kunnen worden. Bolder op de wal zijn vaak voorzien van een verdikking of stomp uitstulpsel aan de bovenzijde, bolders op schepen hebben twee of meer pennen om de trossen of draden te geleiden....
Verwijst naar korte houten of metalen palen op een schip, walvisvaarder, kade of pier die bedoeld zijn om trossen of ankerkettingen aan vast te maken. Indien het een pier betreft, kunnen de bolders ook van beton zijn en bedoeld zijn om auto's de doorgang te versperren