de bijenhouder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bij·en·hou·der Verbuigingen: bijenhouders (meerv.) Verbuigingen: bijenhoudertje (verkleinwoord) iemand die bijen houdt voor het verkrijgen van honing . Synoniemen: imker 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bijenhouder