1.vlug, bedreven Voorbeeld: ‘Hij kroop behendig achter Mete, sprong vooruit en neep haar geweldig bij de neus’ 2.spaarzaam, zuinig, (DB) Voorbeeld: ‘We zullen nu trachten behendig te leven, meende de boerin: we kunnen een knecht uitsparen met zelf wat meer te werken en verder geen nutteloze onkosten doen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php