babysitten werkw. Uitspraak: [ 'bebisɪtə(n) ] Afbreekpatroon: ba·by·sit·ten Vervoegingen: babysitte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebabysit (volt.deelw.) oppassen op een of meer baby´s of kinderen als de ouders uit zijn Voorbeeld: 'iemand zoeken om te babysitten' Synoniemen: oppassen 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/babysitten