aligneren werkw. Uitspraak: [ ɑli'ɲerə(n) ] Afbreekpatroon: alig·ne·ren Vervoegingen: aligneerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gealigneerd (volt.deelw.) 1) zorgen dat verschillende onderdelen zich op de juiste manier verhouden ten opzichte van elkaar Voorbeelden: 'bedrijven die hun risicoaanpak aligneren met hun bedri... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aligneren