Henne van Heeren Inleiding Enige tijd geleden vroeg ik mij af hoe snel in 1421 de Groote Waard ten onder is gegaan. Daarbij speelt de hoogte van de (binnen) dijken van de Groote Waard een belangrijke rol. Aangezien de dijkzorg in de...
moreHenne van Heeren Inleiding Enige tijd geleden vroeg ik mij af hoe snel in 1421 de Groote Waard ten onder is gegaan. Daarbij speelt de hoogte van de (binnen) dijken van de Groote Waard een belangrijke rol. Aangezien de dijkzorg in de Groote Waard strikt georganiseerd was, zullen voor het aanleggen en onderhouden van dijken en kades keuren (voorschriften) zijn geweest. Helaas is het hele archief van de Groote Waard verloren gegaan, dus moeten we het hebben van snippers informatie uit de Groote Waard en uit vergelijkbare gebieden. Een belangrijke bron van informatie is archeologisch onderzoek. Het valt op dat uitgebreid archeologisch onderzoek vaak plaats vindt daar waar men vroegere bewoning verwacht. Hierdoor zijn dijken die ontstaan zijn uit aaneenschakelen van woonheuvels het best gedocumenteerd. Over de tussenliggende stukken dijk weten we helaas veel minder. Pas in de 16 de eeuw zet een ervaren dijkbouwer zijn kennis op papier: Andries Vierlingh (circa 1507-1579). 2 Dat werk verschaft enig inzicht in de gebruikte technieken. Woonheuvels Voordat men op grote schaal dijken begon aan te leggen, wierp men terpen op om op te wonen. De terpen hoefden in eerste instantie niet hoog te zijn. Bij hoog water kon het water om de terpen heen ver het land in stromen en de waterstanden bereikten geen extreem hoge waarden. In de Alblasserwaard zijn talloze woonheuvels bewaard gebleven. Veel ervan zijn opgeworpen in de eerste helft van de 13 de eeuw, sommige zelfs nog eerder: midden of eerste helft 11 de eeuw. 3 Men gebruikte wat voorhanden was, soms was dat mest, maar ook klei-en veenplaggen werden gebruikt. In de loop der tijd lijkt het gebruik van mest af te nemen en werd steeds vaker klei gebruikt. Regelmatig werden de woonheuvels opgehoogd; de houten woningen waren relatief eenvoudig af te breken en opnieuw op te bouwen. Sommige van de woonheuvels in de Alblasserwaard bleven bewoond en werden opgenomen in de in 1277 aangelegde dijkstructuur, andere werden in het laatste stuk van de 13 de eeuw verlaten. De bewoners hiervan zijn mogelijk verhuisd naar de nieuw aangelegde dijken. Dat zal te maken hebben gehad met de regeling dat iedere hoeve een eigen stuk dijk te onderhouden had, bovendien was het eenvoudiger een woonheuvel op te werpen tegen een dijk aan, dan midden in het land. Bovendien moesten de woonheuvels veel hoger worden omdat door de dijken het rivierbed nauwer werd en het waterniveau veel hogere waarden kon bereiken. Gezien het veelvuldig voorkomen van woonheuvels in de Alblasserwaard zullen er ook veel geweest zijn in de Groote Waard. Er zijn er echter weinig teruggevonden. Begrijpelijk, want de lage heuvels zullen weinig sporen hebben achtergelaten, als ze al niet geheel weggespoeld zijn door latere overstromingen. Mogelijk zijn de eilandjes die in 1560 nog zichtbaar zijn aan de rand van wat Heeraartswaarde was (ten noorden van Geertruidenberg, nabij het huidige Hank) restanten van dergelijke woonheuvels en een bedijking. (zie volgende afbeelding)