Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
2016, Ghendtsche Tydinghen
…
1 page
1 file
In Ghendtsche Tydinghen 2014 (jg. 43, p. 290-302) verscheen een artikel over de merkwaardige houten constructies met ‘platen’ aan de Schelde bij Ter Platen, een locatie die daar haar naam aan overhield. Onlangs werd in het Stadsarchief (AG, L 35/5) een nieuwe illustratie gevonden van deze waterbouwkundige constructie. Daarom deze aanvullende afbeelding met een detail van de kaartkopie.
Archeologie in Vlaanderen
Houten steunbed onder de kern van de kleine motte. Timber-bed bearing the nucleus of the small motte.
Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed
Archeologie in Vlaanderen
2012
Nothing gives a more beautiful and magnificent picture of the Dutch Golden Age than the more than 200 plans of towns of the Northern and Southern Netherlands in the 'Toonneel der Steden' (‘Theatre of towns’) by Joan Blaeu. From 1649 onwards, a year after the end of the Eighty Years’ War, this Amsterdam map maker and publisher presented the Dutch towns, whether they were liberated or not, in all their pride. Blaeu’s town plans are so characteristic and have so often been reproduced that they have become a part of our collective memory. But let us not forget the texts…!
2018
Het Bedrijvenpark Medel zal de komende tijd worden uitgebreid met de locatie Medel Afronding, gelegen ten oosten van het bestaande bedrijvenpark. Het landschap waarbinnen de uitbreiding zal plaatsvinden is rijk aan archeologische vindplaatsen, zoals eerder al is gebleken tijdens de realisatie van Medel 1. Om de archeologische resten binnen de uitbreidingslocatie in kaart te brengen heeft in 2014 een proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden. Hierbij zijn, naast resten uit de prehistorie en Romeinse tijd, aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een boerenerf uit de Ottoonse tijd of het begin van de volle middeleeuwen. Dit erf kon in 2014 door middel van een opgraving geheel worden onderzocht. De sporen zijn voor het grootste deel toe te schrijven aan een boerenerf uit de Ottoonse tijd en bestaan uit greppels, paalkuilen, greppelkuilen en mestkuilen. De greppels begrenzen het erf en vormen daarbinnen verschillende functionele eenheden. Het westelijke deel van het erf wordt grotendeels in beslag genomen door een zeer vondstrijke, halfronde greppel. Vermoedelijk heeft hierbinnen een boerderij gelegen, maar hier zijn geen gebouwsporen van gevonden. Wel zijn in het oostelijke deel binnen de greppel meerdere mestkuilen gevonden. Mogelijk is het deel van het erf waarop het huis was gelegen opgehoogd met behulp van de grond die vrijkwam bij het uitgraven van de greppels. Centraal op het erf liggen diverse greppelkuilen die mogelijk gebruikt werden voor bepaalde ambachtelijke activiteiten. Op het oostelijke deel van het erf zijn de sporen gevonden van een vijfpalige roedenberg met een centrale paal. De datering van het middeleeuwse erf ligt op basis van het aardewerk uitsluitend in Sanke periode 4, die gedateerd wordt van 960/990 tot 1050/1070. Enkele metaalvondsten lijken een oudere datering te hebben. Deze oudere vondsten zijn wellicht tijdens het bewerken van het land vanuit de nabij gelegen nederzetting Hoge Hof in het plangebied terechtgekomen. Greppel S 6 kan op basis van het vondstmateriaal, dat geheel bestaat uit handgevormd aardewerk, in de late ijzertijd of de vroeg Romeinse tijd worden gedateerd. Vermoedelijk hoort deze greppel bij het landbouwareaal van de nederzetting die ten noorden van het middeleeuwse erf is aangetroffen. Uit de nieuwe tijd dateren drie oost-west georiënteerde sloten. Deze sluiten aan bij het verkavelingspatroon dat in een groter gebied tijdens het in 2014 uitgevoerde proefsleuvenonderzoek is vastgesteld
Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed
Bulletin KNOB, 2010
Wij zijn lid van de BNA en de VAWR Sterk in restauratie en behoud van het Rijksmonument www.vroomarch.nl
Brood & Rozen, 2016
2007
zijn verschillende toneelstukken bewaard gebleven. Een aantal bevindt zich in het archief van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. De stukken worden nauwelijks meer gespeeld. Is dit terecht? Zijn er geen gezelschappen meer die dit toneelwerk willen opvoeren of is het werk van een te lage kwaliteit? Heeft het rederijkerstoneel ons nog iets te zeggen? Bij de overlevering van de rederijkersteksten, speelt de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten met het motto 'Trou Moet Blijcken' een belangrijke rol. In de bewaard gebleven archieven van deze kamer bevinden zich afschriften van vele rederijkersstukken die de kamer heeft opgevoerd. Eén ervan is het Esbatement van den Luijstervinck. Kramer constateert: 'van de ongeveer 600 rederijkerstoneelteksten die bewaard zijn gebleven, dragen zo'n tachtig de genrebenaming clucht of esbatement'. Van Bork omschrijft een esbatement als 'vermakelijk, niet hoogdravend, (rederijkers)toneel met een satirische inslag'. Hij plaatst een esbatement 'genretechnisch tussen het spel van zinne dat ernstiger en gekunstelder is, en de middeleeuwse klucht … die simpeler van structuur en humor is'. Als gemiddelde lengte van een esbatement houdt Van Bork circa 500 versregels aan. Het Esbatement van den Luijstervinck met 637 versregels komt hierbij aardig in de buurt. In een esbatement kunnen volgens Drewes ook allegorische elementen voorkomen, die er door de auteur bewust in verwerkt zijn, zoals in het Esbatement vant Gelt, waardoor het stuk dicht bij een spel van sinnen komt. Ook het Esbatement van den Appelboom is een voorbeeld van een allegorisch esbatement. In het Esbatement van den Luijstervinck komt wel een karakter voor dat afwijkt van de vijf andere rollen, maar deze 'luistervink' kan toch niet als een allegorisch personage gezien worden. Hij is veeleer een commentator op het vertoonde toneelspel.
Ancient Asia, 2021
International Journal of Environmental Research and Public Health, 2022
Przegląd Organizacji, nr 6, s. 24-27 , 2009
Altay Toplulukları: Aile ve Değerleri, 2019
Fikroh: Jurnal Pemikiran dan Pendidikan Islam, 2015
Ferran Archilés y Julián Sanz (coords.), Cuarenta años y un día. Antes y después del 20-N, Valencia, Publicacions de la Universitat de València, 2017
The European Physical Journal Applied Physics, 2012
Poster presented at the IMAA Workshop, 16th-17th February 2019, University of Reading
Raphisa. Revista de Antropología y Filosofía de lo Sagrado, 2023
Uludağ Üniversitesi Fen-Edebiyat Fakültesi Sosyal Bilimler Dergisi, 2023
Cranio-the Journal of Craniomandibular Practice, 2019
Computers, Materials & Continua
Nutrition, metabolism, and cardiovascular diseases : NMCD, 2018
Journal of Ethnopharmacology, 2016
Journal of Biological Chemistry, 1996
ICES Journal of Marine Science, 2015
Anesthesia & Analgesia, 2012
Scandinavian journal of surgery : SJS : official organ for the Finnish Surgical Society and the Scandinavian Surgical Society, 2007
BUDIMAS : JURNAL PENGABDIAN MASYARAKAT