Academia.eduAcademia.edu

Arbeidsparticipatie van oudere en arbeidsbeperkte WW'ers

Het aantal WW-uitkeringen neemt behoorlijk toe. Ook stijgt het aantal WW-uitkeringen van ouderen en vooral van arbeidsbeperkten. Oudere en arbeidsbeperkte WW’ers komen weliswaar minder snel aan het werk dan de totale WW-populatie, eenmaal aan het werk lijken ze goed in staat dit werk te behouden. - Eind juni verstrekt UWV 77.000 WW-uitkeringen aan ouderen en 12.800 WW-uitkeringen aan arbeidsbeperkten. Het aantal arbeidsbeperkten (WIA-35-min) in de WW hangt samen met het aantal aanvragen en afwijzingen voor de WIA. - Ongeveer drie op de tien oudere WW’ers en ongeveer een kwart van de arbeidsbeperkte WW’ers zijn binnen een jaar aan het werk. - Zeven van de tien oudere en/of arbeidsbeperkte werkhervatters zijn een jaar later nog of weer aan het werk, tegenover driekwart van de werkhervatters uit de totale WW-populatie. - Ruim de helft van de oudere WW’ers die het werk hervatten, doet dit ook duurzaam. Dat wil zeggen dat ze een jaar aaneengesloten aan het werk zijn geweest. Bij de arbeidsbeperkten is het aandeel duurzame werkhervattingen zelfs bijna 60 procent en vergelijkbaar met de totale groep WW‘ers. Het algemene beeld dat oudere en arbeidsbeperkte WW’ers op de arbeidsmarkt kansloos zijn, is dan ook niet helemaal terecht: hoewel zij wat werkhervatting betreft achterblijven bij de totale WW-populatie, wordt hun arbeidspositie vrijwel even goed wanneer ze eenmaal weer aan het werk zijn. Een snelle terugkeer naar werk is dus belangrijk.

UWV Kennisverslag 2012-3 ONTWIKKELINGEN IN DE SOCIALE ZEKERHEID ARBEIDSMARKT EN ARBEIDSPARTICIPATIE PROFESSIONALISEREN DIENSTVERLENING Kenniscentrum UWV november 2012 Voor vragen over deze publicatie: telefoon (020) 687 5188 of (020) 687 5489 © Bronvermelding is verplicht. De informatie in het UKV is aangedragen vanuit de kennisoptiek en betreft dus niet een verantwoording of een weergave van ingenomen beleidsstandpunten van UWV. UWV Kennisverslag 2012 - 3 3 Arbeidsparticipatie van oudere en arbeidsbeperkte WW’ers Katinka van Brakel Wouter Hijlkema Samenvatting Oudere en arbeidsbeperkte WW’ers hebben zeker kansen op de arbeidsmarkt maar die kansen zijn wel kleiner dan die van ‘gemiddelde’ WW’ers. Het aantal WW-uitkeringen neemt behoorlijk toe. Ook stijgt het aantal WW-uitkeringen van ouderen en vooral van arbeidsbeperkten. Oudere en arbeidsbeperkte WW’ers komen weliswaar minder snel aan het werk dan de totale WW-populatie, eenmaal aan het werk lijken ze goed in staat dit werk te behouden. Y Eind juni verstrekt UWV 77.000 WW-uitkeringen aan ouderen en 12.800 WW-uitkeringen aan arbeidsbeperkten. Het aantal arbeidsbeperkten (WIA-35-min) in de WW hangt samen met het aantal aanvragen en afwijzingen voor de WIA. Y Ongeveer drie op de tien oudere WW’ers en ongeveer een kwart van de arbeidsbeperkte WW’ers zijn binnen een jaar aan het werk. Y Zeven van de tien oudere en/of arbeidsbeperkte werkhervatters zijn een jaar later nog of weer aan het werk, tegenover driekwart van de werkhervatters uit de totale WWpopulatie. Y Ruim de helft van de oudere WW’ers die het werk hervatten, doet dit ook duurzaam. Dat wil zeggen dat ze een jaar aaneengesloten aan het werk zijn geweest. Bij de arbeidsbeperkten is het aandeel duurzame werkhervattingen zelfs bijna 60 procent en vergelijkbaar met de totale groep WW‘ers. Het algemene beeld dat oudere en arbeidsbeperkte WW’ers op de arbeidsmarkt kansloos zijn, is dan ook niet helemaal terecht: hoewel zij wat werkhervatting betreft achterblijven bij de totale WW-populatie, wordt hun arbeidspositie vrijwel even goed wanneer ze eenmaal weer aan het werk zijn. Een snelle terugkeer naar werk is dus belangrijk. 24 Inleiding 22 - Om een vergelijking tussen de UWV biedt intensieve dienstverlening aan bepaalde groepen werklozen van wie bekend verschillende klantgroepen mogelijk te is dat zij moeilijk op eigen kracht aan de slag kunnen. Het gaat dan vooral om oudere maken, brengen we de arbeidsparticipatie van arbeidsbeperkte en oudere WW’ers werklozen (55 jaar en ouder) en werklozen met een arbeidsbeperking (zie box 3.1 voor op eenzelfde wijze in beeld als we een omschrijving). UWV wil (de ontwikkeling in) de arbeidsparticipatie van de oudere en doen voor de klantgroepen Wajong arbeidsbeperkte WW’ers volgen om tijdig te signaleren of het wel of niet beter gaat met de en AG (WGA, WIA-35-min, WAO) in de terugkeer naar en het verblijf op de arbeidsmarkt22. Tot nu toe ontbreekt namelijk nog een participatiemonitor. Deze ontwikkelt UWV op verzoek van SZW, dat de monitor eind objectief, structureel overzicht van de ontwikkeling in arbeidsparticipatie van deze groepen. 2012 aan de Tweede Kamer aanbiedt. In dit artikel beantwoorden wij de volgende vragen23: 23 - Een uitgebreidere analyse van de arbeidsparticipatie van oudere en arbeidsbeperkte WW’ers en hun achtergronden nemen we op in een nog te verschijnen kennismemo. 1 Wat zijn de ontwikkelingen in aantallen oudere en arbeidsbeperkte WW’ers (instroom, uitstroom, lopende uitkeringen)? 2 In welke mate (en hoe snel) slagen oudere en arbeidsbeperkte WW’ers erin om al dan niet blijvend aan het werk te komen? 3 In welke mate slagen oudere en arbeidsbeperkte WW’ers erin om het werk te behouden? Box 3.1 Mensen met een arbeidsbeperking in de WW 24 - Daarnaast rekenen we tot de groep arbeidsbeperkte WW’ers ook mensen van In dit artikel spreken we over werklozen in de WW terecht. Sinds de invoering van met een arbeidsbeperking. Het gaat dan de WIA worden meer mensen afgewezen In de praktijk blijkt dat er ook bij hen vaak om mensen bij wie de WIA-claimaanvraag is voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering sprake is van een arbeidsongeschiktheids- afgewezen omdat zij minder dan 35 procent ondanks aanwezige beperkingen. Hierdoor percentage van minder dan 35 procent. arbeidsongeschikt zijn25 en die vervolgens stijgt het aantal WW’ers van wie bekend is een WW-uitkering krijgen. dat er sprake is van arbeidsbeperkingen. wie de reden van afwijzing onbekend is. Voor beide groepen geldt dat het gaat om mensen die maximaal drie maanden Het merendeel van hen heeft geen recente vóór tot een jaar na afwijzing van de WIA-claim in de WW terechtkomen. Deze De personen om wie het hier gaat, zijn werkervaring. De meesten hebben ook nog twee jaar ziek geweest en hebben aan het steeds gezondheidsproblemen en moeten wegens eerdere werkhervatting, of het einde van die periode een WIA-uitkering daarom werk in een ander soort functie niet voldoen aan WW-eisen. aangevraagd. Mensen komen alleen in zoeken en/of korter werken dan voorheen. groep omvat niet alle WIA-35-minners. Een deel van hen komt namelijk niet in de WW aanmerking voor een WIA-uitkering als ze door ziekte of gebrek minder kunnen In dit artikel ligt de focus op mensen van verdienen dan voorheen. Het verschil in wie de WIA-aanvraag is afgewezen en die inkomsten moet dan wel minstens 35 vervolgens in de WW terechtkomen. Er zijn procent zijn. Iemand die in staat is om echter meer mensen met een WW-uitkering minimaal 65 procent van het oude inkomen die arbeidsbeperkingen en ervaren gezond- te verdienen, komt niet in aanmerking voor heidsproblemen hebben. Omdat hierover een WIA-uitkering. geen gegevens zijn vastgelegd in de administratieve bestanden, kunnen we de arbeids- Bijna de helft van de mensen bij wie de WIA- participatie van deze mensen niet zichtbaar aanvraag is afgewezen, komt vervolgens maken. 25 Arbeidsmarkt en arbeidsparticipatie | 2012-3 Aantal oudere WW’ers neemt toe26 25 - In de groep oudere WW’ers zitten ook Tussen eind 2008 en juni 2012 is het totale aantal verstrekte WW-uitkeringen met 71 procent WW’ers met een arbeidsbeperking en vice gestegen. De sterkste stijging van de WW deed zich voor in het laatste kwartaal van 2008 versa. Eind 2011 zijn er ongeveer 3.100 werklozen van 55 jaar of ouder met een arbeidsbeperking. en het eerste van 2009. Tijdens een economische crisis zijn het in eerste instantie vooral jongeren en mannen die hun baan verliezen (zie UKV 2009-3 voor een beschrijving van kenmerken van de WW-instroom tijdens de crisis). Het aantal WW-uitkeringen aan ouderen 26 - Het aandeel ouderen in de WW staat niet gelijk aan het aandeel van ouderen is tussen eind 2008 en juni 2012 minder sterk gestegen, namelijk met 31 procent. Deze in de uitkeringslasten. Ouderen doen toename is deels het gevolg van de toename van het aantal ouderen in de werkzame namelijk gemiddeld langer een beroep op beroepsbevolking. Omdat het totale aantal WW-uitkeringen sneller stijgt dan het aantal de WW en hebben meestal een hogere maandelijkse WW-uitkering. In een vervolganalyse zullen we hier nader op uitkeringen aan ouderen, neemt het aandeel ouderen in de WW af van ongeveer een derde eind 2008 naar iets meer dan een kwart in juni 201227. ingaan. Tabel 3.1 ONTWIKKELINGEN IN AANTALLEN OUDERE EN ARBEIDSBEPERKTE WW’ERS 2008 2009 2010 2011 27,6 46,0 44,0 45,3 46,0 49,3 47,4 49,0 28,9 26,2 15,0 58,8 12,4 62,1 16,9 65,3 19,6 71,0 10,7 77,0 7,9 5,8 8,1 6,8 10,2 8,5 12,9 10,6 6,8 6,0 2,0 6,7 1,5 8,0 1,7 9,7 2,4 12,0 1,2 12,8 242,1 262,8 427,6 328,6 414,6 420,8 414,0 407,9 244,7 224,0 139,1 170,8 159,9 269,9 220,6 263,7 281,3 269,9 116,5 290,6 x 1.000 Oudere werklozen (55+) Instroom Uitstroom - waarvan werkhervatting (o.b.v. WW-administratie) Lopende uitkering Arbeidsbeperkten in de WW Instroom Uitstroom - waarvan werkhervatting (o.b.v. WW-administratie) Lopende uitkering WW totaal Instroom Uitstroom - waarvan werkhervatting (o.b.v. WW-administratie) Lopende uitkering 2012 t/m juni 12.800 arbeidsbeperkte WW’ers 27 - Meer informatie hierover is te In juni 2012 ontvingen 12.800 arbeidsbeperkte WW’ers (WIA-35-min in de WW) een uitkering. vinden in de startnotitie UWV Subsidie Dat is ongeveer 4 procent van het totale aantal WW-uitkeringen. Het aantal uitkeringen van 2012 Verklaring stijging WIA-instroom, te vinden op http://www.uwv.nl/ arbeidsbeperkte WW’ers laat een andere ontwikkeling zien dan dat van de totale groep en de OverUWV/kennis_cijfers_en_onderzoek/ oudere WW’ers. De instroom van mensen met een arbeidsbeperking in de WW hangt immers subsidieonderzoek.aspx onder het kopje samen met het aantal aanvragen en afwijzingen voor de WIA (figuur 3.1). De afgelopen Gesloten subsidierondes. jaren is het aantal WIA-aanvragen gestegen, maar inmiddels zwakt de stijging af. De stijging van het aantal WIA-aanvragen was voor een belangrijk deel het gevolg van demografische effecten zoals de vergrijzing van de beroepsbevolking en van aanloopeffecten van de wet (met onder andere hernieuwde aanvragen)27. 26 AANTALLEN AFGEWEZEN WIA-AANVRAGEN EN TOEKENNINGEN ARBEIDSBEPERKTE WW’ERS Figuur 3.1A 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 2011 2010 2009 2008 0 Afgewezen WIA-aanvragen Toekenningen arbeidsbeperkte WW’ers Box 3.2 Methodiek om werkhervatting te bepalen De methodiek om te bepalen of er uitkering volledig is beëindigd’. De bron voor sprake is van een werkhervatting, is in het bepalen van werk is dan niet de WW- dit artikel anders dan die in publicaties administratie, maar de polisadministratie. zoals het UWV jaarverslag. In de regel We nemen daardoor werkhervatting als telt UWV als werkhervatting alleen zelfstandige niet mee, omdat we daar de gevallen waarin de WW-uitkering is duurzaamheid van werkhervatting niet beëindigd wegens werkhervatting. Het kunnen bepalen. We kijken in dit artikel kan echter voorkomen dat de uitkering alleen naar werkhervatting van mensen die om een andere reden beëindigd wordt niet werken op het moment van instroom. (bijvoorbeeld wegens maximumduur) en Het is namelijk mogelijk dat mensen op het dat de persoon vervolgens alsnog het werk moment van aanvang van hun uitkering, hervat. In dit artikel verstaan we onder naast deze uitkering nog werken in een werkhervatting ’het verdienen van loon andere baan dan de baan waaruit de uit een dienstverband waarbij ook de WW- werkloosheid is ontstaan. Arbeidskansen oudere WW’ers Ongeveer drie op de tien 55-plussers verdienen binnen één jaar na aanvang van de 28 - In een vervolganalyse zullen werkloosheid loon uit werk, al dan niet blijvend (figuur 3.2). Het gaat hier alleen om we hier nader op ingaan. mensen die niet werkten op het moment dat ze werkloos werden. Personen die gedeeltelijk werkloos werden, en tijdens de WW-uitkering nog een andere (kleine) baan hadden, laten we hier buiten beschouwing. Ook na het eerste jaar na aanvang van de WW komen 55-plussers nog aan het werk. Dat wil niet zeggen dat deze mensen ook blijvend aan het werk zijn en/of dat ze genoeg verdienen om in hun levensonderhoud te voorzien. Mogelijk ontvangen ze enige tijd na de uitstroom uit de WW weer een uitkering (bijstand of WW)28. Het geeft wel aan dat deze mensen nog een binding hebben met de arbeidsmarkt. 27 Arbeidsmarkt en arbeidsparticipatie | 2012-3 Box 3.3 gaat nader in op de arbeidspositie van ouderen. In welke mate de werkhervatters het werk ook (duurzaam) behouden, komt verderop aan de orde. Arbeidsbeperkte WW’ers: meer tijd nodig Arbeidsbeperkte WW’ers gaan minder snel aan het werk dan de oudere WW’ers: ongeveer een kwart verdient binnen een jaar na aanvang van de werkloosheid loon uit werk. In box 3.1 is al opgemerkt dat arbeidsbeperkten in de WW eerst een tijd ziek zijn geweest, waardoor de binding met de arbeidsmarkt en hun werkervaring mogelijk minder recent is. Wellicht kunnen deze mensen niet meer in hun oude beroep terugkeren en/of hebben ze wat meer tijd nodig om de omslag te maken van ziek zijn naar werk zoeken. Op langere termijn blijkt namelijk dat een groot deel wel degelijk weer minimaal één keer gewerkt heeft. CUMULATIEF PERCENTAGE MET LOON UIT WERK (AL DAN NIET BLIJVEND) IN DE MAANDEN NA AANVANG WW Figuur 3.2 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% Ouderen 2008 Arbeidsbeperkten 2008 Ouderen 2009 Arbeidsbeperkten 2009 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0% Ouderen 2010 Arbeidsbeperkten 2010 Werklozen die instroomden in 2009, kwamen vanwege de economische crisis minder snel aan het werk dan degenen die in 2008 werkloos werden. Voor mensen die in 2010 in de WW terechtkwamen, zien de cijfers er wat gunstiger uit. De werkgever bepaalt Het is voor oudere en arbeidsbeperkte werklozen alleen mogelijk aan het werk te komen als er vacatures zijn én als werkgevers bereid zijn deze mensen een kans te geven. In de huidige ruime arbeidsmarkt kunnen werkgevers selectief zijn bij het aannemen van werknemers. Diverse onderzoeken tonen aan dat werkgevers vaak huiverig zijn om ouderen en arbeidsbeperkten aan te nemen, omdat ze bang zijn voor een lagere productiviteit en hogere kosten (loon en loondoorbetaling bij ziekte). In 2011 heeft van de bijna 346.000 werkgevers 3,3 procent een of meer oudere WW’ers en 0,9 procent een of meer arbeidsbeperkte WW’ers aangenomen. 28 Box 3.3 Werkende ouderen hebben een goede arbeidspositie Werkende 55-plussers hebben een goede arbeidspositie. Negen van de tien werkende ouderen hebben een vast contract. Ouderen lopen ook minder risico om werkloos te worden dan jongeren. Het aandeel ouderen dat werkt, stijgt. CBS-cijfers laten zien dat de netto-arbeidsparticipatie van ouderen toenam van 33 procent in 2001 naar 53 procent half 2012 (figuur 3.3). NETTO ARBEIDSPARTICIPATIE ( PROCENT) VAN 55-PLUSSERS Figuur 3.3 70 60 50 40 30 20 10 Mannen van 55 tot 65 jaar Vrouwen 55 tot 65 jaar 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 0 2001 Bron: CBS statline Totaal 55 tot 65 jaar Na één jaar Zeven van de tien oudere WW’ers die het werk hebben hervat, werken een jaar later nog of alweer (tabel 3.2). Bij de arbeidsbeperkte WW’ers is eenzelfde patroon zichtbaar. Van de totale groep werkhervatters is iets meer dan driekwart een jaar later nog of weer aan het werk. Het kan hier gaan om elke vorm van werk als werknemer, dus ook bijvoorbeeld oproep- en uitzendwerk. Dat wil niet zeggen dat deze werkhervatters ook het hele jaar hebben gewerkt. De helft van de oudere WW’ers die het werk hervatten, doet dit duurzaam; dat wil zeggen dat ze een jaar aaneengesloten aan het werk zijn geweest. Bij de arbeidsbeperkten is het aandeel duurzame werkhervattingen met bijna 60 procent nog wat hoger en vergelijkbaar met dat van de totale WW-instroom. Oudere en arbeidsbeperkte WW’ers komen wel minder snel aan het werk, maar het lijkt erop dat ze als ze eenmaal werk vinden, dit bijna net zo goed kunnen behouden als wanneer mensen uit de totale WW-populatie weer gaan werken. Het algemene beeld dat oudere en arbeidsbeperkte WW’ers geheel kansloos zijn op de arbeidsmarkt, is dan ook niet helemaal terecht: wanneer ze weer gaan werken, is hun arbeidsmarktpositie vrijwel even goed als die van de andere WW’ers. 29 Tabel 3.2 I Arbeidsmarkt en arbeidsparticipatie | 2012-3 (DUURZAAM) WERKBEHOUD VAN OUDERE EN ARBEIDSBEPERKTE WERKHERVATTERS Jaar van werkhervatting 2008 2009 2010 Oudere WW‘ers Werkt 1 jaar na werkhervatting (nog of weer) 66% 64% 69% Arbeidsbeperkte WW‘ers Werkt 1 jaar na werkhervatting (nog of weer) 69% 72% 70% Totaal WW Werkt 1 jaar na werkhervatting (nog of weer) 73% 75% 78%