Academia.edu no longer supports Internet Explorer.
To browse Academia.edu and the wider internet faster and more securely, please take a few seconds to upgrade your browser.
1993, De Uil van Minerva
…
10 pages
1 file
BMGN - Low Countries Historical Review, 1987
Jeugd en Co Kennis, 2010
Migrantenjongeren die vasthouden aan hun etnische cultuur voelen zich beter en doen het beter op school. Dat is de hoofdconclusie van orthopedagoog Mitch van Geel, die voor zijn promotie achthonderd vmbo-leerlingen enquêteerde.
Tijdschrift voor Criminologie, 2014
Drie jaar geleden verscheen een kroniek over de relatie tussen politie en wetenschap in de kolommen van dit tijdschrift, waarbij gebruik werd gemaakt van het huwelijk als metafoor voor de samenwerking tussen de politiële en de academische wereld (Janssen, 2011). Aan het slot van dat betoog werd de opmerking geplaatst dat met de komst van de Nationale Politie begin 2013 de vraag hoe die relatie er tussen politie en wetenschap uitziet, wellicht opnieuw bekeken dient te worden (Janssen, 2011). Inmiddels is bij de politie een van de grootste reorganisaties uit de Nederlandse geschiedenis van start gegaan. Hoewel dit proces nog niet zo lang geleden is begonnen en nog jaren in beslag zal nemen-op dit moment valt nog niet voor alle facetten van dit proces exact aan te geven hoe een en ander concreet uitgewerkt zal worden-lijkt het ons goed om begin 2014 de huwelijkse staat van politie en wetenschap opnieuw te bezien.
Leidschrift : Stad en platteland in pre-industrieel Europa, 1990
Brood & Rozen, 2004
Van 'burgerlijke afstandelijkheid' naar M 'volkse betrokkenheid' ,". De politieke cultuur van enkele socialistische mijnwerkers in het Belgische parlement, 1894-1914 Jo Deferme, assistent aan het departement Geschiedenis van de K. U.Leuven Toen de Belgische socialisten na de verkiezingen van oktober 1894 het parlementair halfrond betraden, werden ze geconfronteerd met een bij 'uitstek burgerlijke parlementaire cultuur. Dat schreef althans de socialist Louis Bertrand. In het parlement zou een politieke cultuur geheerst hebben die de socialisten (vaak arbeiders) niet kenden en waaraan ze ook niet wensten deel te nemen of toe te geven. Zo was het de gewoonte, aldus Bertrand, dat wanneer iemand een leugen vertelde, hij niet rechtstreeks werd terechtgewezen. De conservatieve katholiek Charles Woeste zei dan: "L'honorable membre dit la chose qui n'est pas. " <1> Zulke formuleringen lokten bij de socialisten natuurlijk steevast hoongelach uit. In hun publicaties vertellen socialistische auteurs maar al te graag hoe zij tegen de heilige huisjes van de zogenaamde bourgeoiscultuur schopten.
Yearbook for Ritual and Liturgical Studies, 2018
InstItute for rItual and lIturgIcal studIes, amsterdam centre for relIgIon and HerItage, gronIngen * A. Kjaersgaard: Funerary Culture and the Limits of Secularization in Denmark.
Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis/ The Low Countries Journal of Social and Economic History
In this contribution we argue that the economic historical research in the Netherlands and Flanders can benefit much more from close cooperation with its colleagues in history departments than it presently does. We corroborate this notion by discussing some recent developments in the 'Great Divergence' debate. The extent and impact of economic inequality is one of the prime concerns of our age, and economic historians are particularly well-equipped to play a key role in this debate. We put forward some ideas to remedy the rather disappointing contribution of the 'Dutch-speaking' economic historical community which we observe at present.
2016
What counts as sociology of religion? The burden of a rich past In 1960, the Dutch journal of the Catholic Social-Ecclesial Institute (Kaski) Sociaal Kompas became Social Compass. This shift rounded off a period now considered as the heyday of Dutch sociology of religion. Ironically, in those years, Catholic sociologists in particular contested the legitimacy of taking religion as an object of sociological study. Each period in the history of sociology of religion appears to present a different face of it due to the interplay between the political field, the religious field, and the academic field, while the self-identification of its practitioners as sociologists of religion is far from self-evident. After 1980, further secularization resulted in a subsequent decline of chairs in sociology of religion. As direct, competitive government funding of academic research gained traction, the social-scientific study of religion continues to be funded. In so far as politicians and religious...
1989
Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Goudriaan, K. (1989). Over classicisme: Dionysius van Halicarnassus en zijn program van welsprekendheid, cultuur en politiek. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Promotoren: prof. dr. D.M. Schenkeveld prof. dr. P.W. de Neeve Referent: prof. dr. A.B. Breebaart vii INHOUDSOPGAVE Woord vooraf (xv) Lijst van afkortingen van Dionysius' werken (xix) INLEIDING (1) Schaarse biografische gegevens-(4) receptie van de rhetorische geschriften-(7) ten onrechte aan Dionysius toegeschreven werken-(8) Aelius Dionysius van Hal. en Dionysius van Hal. de Musicus-(10) receptie van het historiografisch werk-(11) Sitz im Leben-(12) Dionysius' belezenheid-(14) dynamische denktrant en afzijdigheid van de teehnografie-(18) aard van Dionysius* litteraire kritiek-(20) werkwijze-(21) chronologie van Dionysius* werken DEEL 1: WOORDKUNST EN MAATSCHAPPIJ (29) Invloed van de rhetorica in het openbare leven-(30) werkzaamheid van de organen van de polis-(30) Hand. der Ap. 19,23-40-(32) volksvergaderingen-(34) rechtbanken-(34) de Raad-(35) constitutionele veranderingen-(36) deelname van de massa-(38) verondersteld verval van de welsprekendheid in de hellenistische periode-(39) de scholê, de declamatio-(46) het theater-(47) scholê en theater subversief?-(49) de sofisten-(49) betekenis van de term "sofist"-(52) de sofisten bij Philodemus-(56) onderbreking en wederopbloei van de rhetorica-(64) besluit DEEL 2: DIONYSIUS OVER WOORDKUNST (69) 2.1 Dionysius' genre (69) Dionysius* genre is de politikos logos 2.1.1 De politikos logos (71) Betekenis van de term politikos logos-(72) herkomst-(72) pseudo-Hippodamos: filosofische achtergrond?-(73) Philodemus-(73) Rhetorica ad. Uexandrum-(74) Hieronymus van Rhodos-(75) discontinuïteit?-(75) ds-i'; pi bij Isokrates 2.12Agönm-' • 's (77) Politieke (atonale) en niet-politieke welsprekendheid-(78) Dionysius vooral ge< eres?eerd in politieke rhetorica-(79) realiteitsgehalte van Dionysiur' ^r>m-(80) communicatiesituaties-(82) het theater; Comp. 11,6-141 VidoorPlato 2.1.3 Dionysius* :!-3el over Isokrates (85) Isokrates tu C raosthenes-(85) Dionysius ambivalent tegenover Isokrates-(86) s;-1 "" LI-ri. spreken-(88) epideiktiek-(89) voor Dionysius is het werkelijkj ^..Jii.&e debat de norm-(89) geen waardering voor "litteratuur"-(;. v iicii.-(92) Dionysius* voorkeur voor het politieke debat geen e .iscfc.r ; ;.pg-(94) hypokrisis-(95) samenvatting viii 2.1.4 Dionysius en het "Aristotelisch paradigma" (97) Recapitulatie-(97) knelpunten in de door Dionysius gehanteerde ars rhetorica-(97) Aristoteles* Rhetorica; de drie genres-(99) dubbelzinnigheid van het epideiktisch genre-(102) combinatie van het derde genre en de schrijfstijl; hypokrisis-(103) toenemend belang van de lektikos topos-(104) Theophrastus en het debat over de beste lexis-(105) tussenbalans-(107) andere ontwikkelingen in de ars rhetorica tot Dionysius* tijd-(107) Philodemus scheidt sofistische rhetorica en politiek; zijn opvatting het meest modern-(111) actualiteit van Philodemus' pc^.xnekeit-(112) doorbraak bij Quintilianus-(114) samenvatting 2.1.5 De Demosthene 15 (116) Gemengde stijl voor gemengd publiek-(117) opbouw van Dem. I-(118) teleologische gedachtengang; de betekenis van Demosthenes-(120) ^hiive-u en hoedanigheid van het publiek-(121) samenhang 1 ?ssc Dem. I en De Oratoribus Antiquis boek I-(123) politieke betekt v T an Dionysius' rhetorische opvattingen-(125) politiek en rhetorica convergeren bij hem-(127) samenvatting van hoofdstuk 2.1 2.2 De élite en de massa (129) Dionysius' publiek-(129) tweedeling: élite en massa-(132) de polis-(133) paideia: kenmerk van de élite-(133) Dionysius' opvatting (enkyklios) paideia-(136) Dionysius stileert naar klassieke voorbeelden-(139) opinie over de massa en haar oordeelsvermogen-(141) élite en massa op elkaar aangewezen 2.3 Het oordeel van het publiek: de twee kritêria (142) Thuc. 27-(143) de leer van de twee kritêria: de overige passages-(150) samenvatting-(151) bij Dionysius geen irrationalisme-(152) evenmin rationalisme-(153) Dionysius niet beïnvloed door de kritikoi 2.3.1 Dionysius: ontwikkeling en vernieuwing (155) Breuk in Dionysius' ontwikkeling?-(156) de doctrine van De Compositione Verborum: het kalon en het hêdy en de drie woordschikkingsstijlen-(160) de structuur van Comp.; is Comp, een technêl-(166) elementen uit Comp, ook in vroegere werken-(170) late formulering van de leer van kalon en hêdy, maar geen breuk 2.3.2 Het kalon en het hêdy (173) Recapitulatie en vooruitblik-(174) stijlkwaliteiten: drie of twee hoofdgroepen?-(177) Meerwaldts tweedeling-(178) de pathê en het kalon-(179)-vooruitblik op de analyse van het kalon en het hêdy 2.3.2.1 (180) Klankkwaliteiten en-effecten geassocieerd met het hêdy-(181) evenzo m.b.t het kalon-(183) charis en pinos-(184) kinetische en haptische terminologie-(184) publiekseffecten van het kalon en van het hêdy-(188) betovering en bedwelming-(188) theatraliteit-(190) ethos en pathos; ambivalentie van de hêdonê-(191) apatê-(192) recapitulatie ix 2.3.2.2 (193) Kallos-(194) de "schone woorden"; Theophrastus en Dionysius-(ir:} de "schone woorden" en de leer van de synthesis-(199) fragmenten g van het stijlideaal van Aristoteles en Theophrastus-(200) D.C. Innes 2.3.2.3 (201) Inhoudelijke aspecten van het kalon en het hêcty-(201) het "schone" prevaleert-(203) het kalon is de norm-(203) overgang vr stilistische in ethische kwaliteiten-(205) kale hypothesis-(206) het ethisch-polideke waardenpatroon-(207) de vier kardinale deugden-(208) Helleens caeket-(210) de fundering van de norm in de publieke opinie-(213) ::<:: in instanties daarbuiten: de voorouders eh de "klassieke" litteratuur-• ("15} recapitulatie van de leer van kalon en hêdy 2.3.2.4: besluit (215) 2.4 Mimesis (218) Definities van mimesis en zêlos-(218) methode van onderzoek 2.4.1 Mimesis en zêlos (220) Wilamowitz' opvatting van mimesis-(220) mimesis en zêlos in combinatie-(221) stijl als object van mimesis-(223) overgang naar het ethische-(226) mimesis en taaltheorie-(227) Plato, Staat 396ab-(229) tussenbalans-(230) De Dinarcho-(233) de interpretatie van M.Untersteiner-(236) twee soorten mimesis; "natuurlijk" tegenover "technisch"-(239) het arehetypon-(240) Imit. B VLI: de gelijkenissen van de lelijke boer en van Zeuxis-(242) de echtheid van dit hoofdstuk-(244) Platonische trekken 2.4.2 Taal en werkelijkheid; stijl en inhoud (246) Relatie taalklanken en buitentalige werkelijkheid-(246) impressie en expressie-(248) geen scherpe grens tussen stijl en inhoud-(249) het prepon 2.5 Samenvatting: beoordeling en nabootsing (251) Di£L3: GESCHIEDSCHRIJVING (263) 3.1 Historiografische theorie (263) Inleiding 3.1.1 Geschiedschrijving en redenaarskunst (264) Historiën en politikoi logoi-(265) Thucydides' stijl-(267) de stijl van historiografie: debat-(268) Dionysius' opinie-(270) het publiek van de ;: fxhiedschrijver: de velen en de politieke élite-(272) vergelijking met Strabo-(274) redevoeringen en verhalende gedeelten 3.1.2 Het nut van de geschiedenis (274) Nut en genoegen; discussie met Verdin-(277) nut ook in ethische zin X 3.1.3 Hogepriesteres van de waarheid (279) Vraagstelling-(279) research-(281) tekraêria en martyriai-(282) akribeia-(283) enargeia-(284) "tragische geschiedschrijving"?-(286) waarheid in nuances-(287) ethos en diathesis-(288) kolakeia en phthonos-(290) samenvatting 3.1.4 Veelvormigheid (291) To pofymorphon en metabolê; de opvatting van Gozzoli-(291) kanttekeningen bij Gozzoli-(294) historiografische genres-(296) de archaiologia 3.2 Dionysius en Rome (299) Recapitulatie-(300) Dionysius* politiek program-(300) status quaestionis-(305) Emilio Gabba-(307) het Prin.paa: ... (309) Grieken en Romeinen-(310) de geschiedenis als anticlimax-(312) acculturatie-(314) ethnische vermenging-(314) afstamming en beschaving-(317) polyanthröpia-(319) Rome als polis-(320) het Imperium als hegemonie van de polis Rome-(321) AR 111,2-31: het geval Alba Longa-(324) het voorbeeld van de Atheense hegemonie-(326) Rome als voorbeeld-/^//.?-(328) evaluatie 3.3 Samenvatting (330) DEEL 4: STAAT EN OPVOEDING (337) Inleiding 4.1 De Constitutie van Romulus (339) 4.1.1 De pamflettheorie (339) Status quaestionis; Taeger-(339) Pohlenz-(341) kritiek-(342) Von Premerstein en Koraemann-(343) Gabba-(345) Ferrara-(346) Balsdon-(347) pamflettheorie moet worden verworpen-(348) patroon van contradicties-(349) contradicties tussen CvR en AR-(355) tegenstrijdigheden buiten de CvR-(356) tegenstrijdigheden binnen de CvR-(357) Dionysius* coherentie-(354) conclusie 4.1.2 Het schema van de politeia (360) Inleiding-(361) de topoi-(362) de Constitutie van Romulus-(364) Plato, WeUen IV,715e-XH,969b-(366) Isokrates, Areopagiticus 11-56-(368) Aristoteles, Politica VEE en Vul-(369) De wetgeving van Servius TuUius (AR IV,13,l-25,2)-(370) besluit 4.2 Ethica en rhetorica in de Constitutie van Romulus (371) Prooemium-(373) tweede prooemium-(374) AR 11,28: dwang en inzicht-(375) wetten en gebruiken-(375) hiërarchie-(376) de deugden-(376) to kalon-(377) plaats van de rhetorica-(379) invloed van Plato en Aristoteles 4.3 De goden en hun cultus (381) Inleiding-(381) analyse van AR n,18,2b-23 xi 4.3.1 Dionysius* theologie (384) Ethisch-pedagogisch gezichtspunt overheersend-(385) de theologia tripertita-(388) betekenis van Plato in dit verband-(389) het schema van de theologia tripertita niet bij Dionysius-(390) Varro...
Archives of Sexual Behavior, 2024
Journal of Southern History, 1996
H2020–ICT-2016-1 DECODE D2.1 Multidisciplinary Framework on Commons Collaborative Economy DEcentralised Citizens Owned Data Ecosystem D2.1 Multidisciplinary Framework on Commons Collaborative Economy
Procedia Economics and Finance, 2015
ITALIA NOSTRA, 1997
The Catholic Historical Review, 2004
Journal of The American Academy of Audiology, 2018
Revista Historia y Justicia, 2018
ACM Transactions on Internet Technology, 2008
JIMD Reports, 2012
Mosul Journal of Nursing , 2024
International Journal of Biological and Chemical Sciences, 2014
Postepy biochemii, 2007
Computational Intelligence, 1988
Centro Agrícola, 2020
Ecología Aplicada, 2009
Chemosensory Perception, 2008
Physical Chemistry Chemical Physics