In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speak... more In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speaking task is repeated with the same content (i.e., specific task repetition). We examine this re-use, which has been argued to support proceduralization and fluency development (N. de Jong & Perfetti, 2011), under both constant and increasing time pressure, and we investigate the correlation between re-use and fluency. The analyses are performed not only on individual words but also on trigrams, which are sequences of three words (e.g., the red car; here: lexical trigrams) or three parts of speech (e.g., det adj noun: POS trigrams), to capture grammatical structure. Thirty-nine adult ESL speakers completed repeated retellings of one to three picture stories. One group followed the 4/3/2 procedure (Nation, 1989), which involves three iterations with gradually increasing time pressure; for the other group the available time was constant. The extent of re-use of words and grammatical structures across task iterations was calculated using cosine similarity with tf-idf weighting (Manning, Raghavan, & Schutze, 2008), which adjusts for the frequency of words or trigrams, both within an iteration and across iterations and speakers. It was found that immediate task repetition had a strong effect on re-use at the level of individual words and trigrams, but increasing time pressure did not. The relationship between re-use and fluency was variable, but showed higher re-use for speakers struggling with fluency. We conclude that, if fluency development is to be stimulated by re-use of words and grammatical structures, it can be done with specific task repetition, whether under increasing time pressure or not.
The present study investigates the role of speech repetition in oral fluency development. Twentyf... more The present study investigates the role of speech repetition in oral fluency development. Twentyfour students enrolled in English as a second language classes performed three training sessions in which they recorded three speeches, of four, three, and two minutes respectively. Some students spoke about the same topic three times, whereas others spoke about three different topics. It was found that fluency improved for both groups during training, but was maintained on post-tests only by the students who repeated their speeches. These students had used more words repeatedly across speeches, most of which were not specifically related to the topic. It is argued that proceduralization of linguistic knowledge represented a change in underlying cognitive mechanisms, resulting in improvements in observable fluency.
Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe ... more Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe meer woorden een Nt2-leerder moet kennen. Woordenschatomvang lijkt daarom een handige en objectieve maatstaf te zijn bij de niveaus van taalvaardigheid volgens het Europees Referentiekader (ERK). Lisa Snakkers en Nel de Jong onderzochten de relatie tussen receptieve woordenschatomvang en ERK-niveau. In dit artikel vindt u hun bevindingen.
Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand va... more Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand van Marijke Huizinga en Yvonne Zevenbergen: Dutch Grammar Support. Het boek biedt een gestructureerd overzicht van de Nederlandse grammatica op niveau A2, B1 en B2 van het Common European Framework of Reference (CEFR) met uitleg in het Engels.
De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is v... more De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is voor veel studenten groot. Om de stap te verkleinen worden vaak vakken aangeboden zoals Academic English, waarbij studenten leren Engelse teksten te schrijven. Vaak worden in die teksten vaste woordcombinaties gebruikt zoals on the other hand en it is important to. Dit onderzoek richtte zich op de vraag welke vaste woordcombinaties Nederlandstalige studenten al gebruiken en welke nog van belang kunnen zijn.Het onderzoek bestond uit twee onderdelen: een literatuuronderzoek naar de voordelen van vaste woordcombinaties en de rol van deze combinaties in het bestaande onderwijs academisch Engels. Daarnaast is er een analyse gedaan met een corpus teksten van studenten aan de universiteit. Er is een lijst gecreeerd met vaste woordcombinaties die in de meeste teksten voorkwamen. Deze lijst had uiteindelijk een omvang van 113 vaste woordcombinaties. Deze lijst is vergeleken met bestaande lijsten met vaste woordcombinaties die gebruikt worden door moedertaalsprekers en gevorderde tweedetaalleerders van het Engels (Biber et al., 2004; Hyland, 2008).Uit de resultaten bleek dat van de vaste woordcombinaties die door studenten gebruikt werd 31% overeenkwam met de combinaties gebruikt door moedertaalsprekers en gevorderde leerders. Andersom bleek dat van de combinaties gebruikt door moedertaalsprekers en gevorderde leerders ongeveer de helft voorkwam in de lijst van het VU Corpus. Uit deze literatuurstudie en analyse kan geconcludeerd worden dat studenten al enige kennis hebben van vaste woordcombinaties maar het nog zeker nuttig is om er meer te leren.Referenties:Biber, D., Conrad, S. & Cortes, V. (2004). If you look at…: Lexical bundles in university teaching and textbooks. Applied Linguistics, 25(3), 371-405.Hyland, K. (2008). As can be seen: Lexical bundles and disciplinary variation. English for Specific Purposes, 27(1), 4-21.
The verb complement structure (VC) poses difficulties for L2 learners since English verbs vary on... more The verb complement structure (VC) poses difficulties for L2 learners since English verbs vary on which type of complement they require or allow, and this variability may impact acquisition. Although theoretical papers have discussed this structure, few papers describe the language performance of L2 learners. In addition, only rarely is oral production analyzed. To address this gap, we examined infinitival and gerundival VCs produced in free production speech by high-intermediate learners of English as a second language with mixed language backgrounds. Importantly, we explored the constructions by the VC produced and by the matrix verb requirements which has been underreported. Both aspects are necessary to understand what makes a VC attempt incorrect. These learners produced many VC constructions but not always correctly. The majority of the errors in VC usage involved either using neither marker or using both, even with matrix verbs which allow either VC.
Migratie, urbanisatie en (onzichtbare) taaldiversiteit Eén op de zeven Nederlanders is niet in Ne... more Migratie, urbanisatie en (onzichtbare) taaldiversiteit Eén op de zeven Nederlanders is niet in Nederland geboren. En die groep migranten zal alleen maar groter worden, vooral in de grote steden. 1 Omdat het CBS allerlei data bijhoudt over migrantengemeenschappen, weten we veel over hun achtergrond. Maar van één essentieel aspect weten we heel weinig: welke verschillende talen spreken al die migranten eigenlijk? En doen we wel genoeg om die talige rijkdom op waarde te schatten? In 2021 bleek uit een onderzoek onder ruim 7500 deelnemers dat er in Nederland (veel?) meer dan 150 verschillende talen gesproken worden. 2 Tegelijkertijd blijkt uit de KNAW-publicatie Talen voor Nederland dat "in Nederland onvoldoende wordt nagedacht over taalkeuzes en over interculturaliteit". 3 Deze publicatie stelt nadrukkelijk dat meertaligheid gezien zou moeten worden als een verrijking, maar hierbij ligt de focus vooral op "grote" talen (Engels, Turks, Arabisch, Chinees) en op het nut van vreemde talen voor handel (hogere omzetten!), of voor diplomatie en defensie (betere risico-inschatting!) (p. 5, 6). De
In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speak... more In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speaking task is repeated with the same content (i.e., specific task repetition). We examine this re-use, which has been argued to support proceduralization and fluency development (N. de Jong & Perfetti, 2011), under both constant and increasing time pressure, and we investigate the correlation between re-use and fluency. The analyses are performed not only on individual words but also on trigrams, which are sequences of three words (e.g., the red car; here: lexical trigrams) or three parts of speech (e.g., det adj noun: POS trigrams), to capture grammatical structure. Thirty-nine adult ESL speakers completed repeated retellings of one to three picture stories. One group followed the 4/3/2 procedure (Nation, 1989), which involves three iterations with gradually increasing time pressure; for the other group the available time was constant. The extent of re-use of words and grammatical structures across task iterations was calculated using cosine similarity with tf-idf weighting (Manning, Raghavan, & Schutze, 2008), which adjusts for the frequency of words or trigrams, both within an iteration and across iterations and speakers. It was found that immediate task repetition had a strong effect on re-use at the level of individual words and trigrams, but increasing time pressure did not. The relationship between re-use and fluency was variable, but showed higher re-use for speakers struggling with fluency. We conclude that, if fluency development is to be stimulated by re-use of words and grammatical structures, it can be done with specific task repetition, whether under increasing time pressure or not.
Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand va... more Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand van Marijke Huizinga en Yvonne Zevenbergen: Dutch Grammar Support. Het boek biedt een gestructureerd overzicht van de Nederlandse grammatica op niveau A2, B1 en B2 van het Common European Framework of Reference (CEFR) met uitleg in het Engels.
In het Nederlandse onderwijsveld is al langere tijd behoefte aan een betrouwbare toets om de rece... more In het Nederlandse onderwijsveld is al langere tijd behoefte aan een betrouwbare toets om de receptieve woordenschatomvang van tweedetaalleerders te meten. Inmiddels is er sinds juni 2015 een nieuwe woordenschattoets op de markt: de Woordenschat Toets Nederlands (WTN). Met de WTN kan een goede inschatting gemaakt worden van het aantal woorden dat een leerder ongeveer kent.
De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is v... more De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is voor veel studenten groot. Om de stap te verkleinen worden vaak vakken aangeboden zoals Academic English, waarbij studenten leren Engelse teksten te schrijven. Vaak worden in die teksten vaste woordcombinaties gebruikt zoals on the other hand en it is important to. Dit onderzoek richtte zich op de vraag welke vaste woordcombinaties Nederlandstalige studenten al gebruiken en welke nog van belang kunnen zijn.Het onderzoek bestond uit twee onderdelen: een literatuuronderzoek naar de voordelen van vaste woordcombinaties en de rol van deze combinaties in het bestaande onderwijs academisch Engels. Daarnaast is er een analyse gedaan met een corpus teksten van studenten aan de universiteit. Er is een lijst gecreeerd met vaste woordcombinaties die in de meeste teksten voorkwamen. Deze lijst had uiteindelijk een omvang van 113 vaste woordcombinaties. Deze lijst is vergeleken met bestaande lijsten m...
Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe ... more Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe meer woorden een Nt2-leerder moet kennen. Woordenschatomvang lijkt daarom een handige en objectieve maatstaf te zijn bij de niveaus van taalvaardigheid volgens het Europees Referentiekader (ERK). Lisa Snakkers en Nel de Jong onderzochten de relatie tussen receptieve woordenschatomvang en ERK-niveau. In dit artikel vindt u hun bevindingen.
Input is generally considered a crucial component of the acquisition of L2 morphosyntax (Gass & M... more Input is generally considered a crucial component of the acquisition of L2 morphosyntax (Gass & Mackey, 2006). Processing Instruction (PI) aims to advance acquisition by drawing learners’ attention to form-meaning connections in the input (e.g. VanPatten, 2002). PI has been shown to lead to better acquisition compared to traditional and output-based instruction (e.g. Wong, 2002).The present study investigates whether PI can also enhance acquisition in learners of the Delft Method (Sciarone, Blom & Wesdijk, 2013). In this teaching approach, which centers on input, forms are practiced in rich contexts. 65 students enrolled in elementary Dutch courses at Delft University of Technology participated in the experiment. All participants performed pre- and posttests assessing knowledge of the target forms. The control group followed the regular curriculum, while the experimental group also performed two PI exercises for each of the three target forms: singular/plural, past simple vs present...
In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speak... more In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speaking task is repeated with the same content (i.e., specific task repetition). We examine this re-use, which has been argued to support proceduralization and fluency development (N. de Jong & Perfetti, 2011), under both constant and increasing time pressure, and we investigate the correlation between re-use and fluency. The analyses are performed not only on individual words but also on trigrams, which are sequences of three words (e.g., the red car; here: lexical trigrams) or three parts of speech (e.g., det adj noun: POS trigrams), to capture grammatical structure. Thirty-nine adult ESL speakers completed repeated retellings of one to three picture stories. One group followed the 4/3/2 procedure (Nation, 1989), which involves three iterations with gradually increasing time pressure; for the other group the available time was constant. The extent of re-use of words and grammatical structures across task iterations was calculated using cosine similarity with tf-idf weighting (Manning, Raghavan, & Schutze, 2008), which adjusts for the frequency of words or trigrams, both within an iteration and across iterations and speakers. It was found that immediate task repetition had a strong effect on re-use at the level of individual words and trigrams, but increasing time pressure did not. The relationship between re-use and fluency was variable, but showed higher re-use for speakers struggling with fluency. We conclude that, if fluency development is to be stimulated by re-use of words and grammatical structures, it can be done with specific task repetition, whether under increasing time pressure or not.
The present study investigates the role of speech repetition in oral fluency development. Twentyf... more The present study investigates the role of speech repetition in oral fluency development. Twentyfour students enrolled in English as a second language classes performed three training sessions in which they recorded three speeches, of four, three, and two minutes respectively. Some students spoke about the same topic three times, whereas others spoke about three different topics. It was found that fluency improved for both groups during training, but was maintained on post-tests only by the students who repeated their speeches. These students had used more words repeatedly across speeches, most of which were not specifically related to the topic. It is argued that proceduralization of linguistic knowledge represented a change in underlying cognitive mechanisms, resulting in improvements in observable fluency.
Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe ... more Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe meer woorden een Nt2-leerder moet kennen. Woordenschatomvang lijkt daarom een handige en objectieve maatstaf te zijn bij de niveaus van taalvaardigheid volgens het Europees Referentiekader (ERK). Lisa Snakkers en Nel de Jong onderzochten de relatie tussen receptieve woordenschatomvang en ERK-niveau. In dit artikel vindt u hun bevindingen.
Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand va... more Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand van Marijke Huizinga en Yvonne Zevenbergen: Dutch Grammar Support. Het boek biedt een gestructureerd overzicht van de Nederlandse grammatica op niveau A2, B1 en B2 van het Common European Framework of Reference (CEFR) met uitleg in het Engels.
De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is v... more De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is voor veel studenten groot. Om de stap te verkleinen worden vaak vakken aangeboden zoals Academic English, waarbij studenten leren Engelse teksten te schrijven. Vaak worden in die teksten vaste woordcombinaties gebruikt zoals on the other hand en it is important to. Dit onderzoek richtte zich op de vraag welke vaste woordcombinaties Nederlandstalige studenten al gebruiken en welke nog van belang kunnen zijn.Het onderzoek bestond uit twee onderdelen: een literatuuronderzoek naar de voordelen van vaste woordcombinaties en de rol van deze combinaties in het bestaande onderwijs academisch Engels. Daarnaast is er een analyse gedaan met een corpus teksten van studenten aan de universiteit. Er is een lijst gecreeerd met vaste woordcombinaties die in de meeste teksten voorkwamen. Deze lijst had uiteindelijk een omvang van 113 vaste woordcombinaties. Deze lijst is vergeleken met bestaande lijsten met vaste woordcombinaties die gebruikt worden door moedertaalsprekers en gevorderde tweedetaalleerders van het Engels (Biber et al., 2004; Hyland, 2008).Uit de resultaten bleek dat van de vaste woordcombinaties die door studenten gebruikt werd 31% overeenkwam met de combinaties gebruikt door moedertaalsprekers en gevorderde leerders. Andersom bleek dat van de combinaties gebruikt door moedertaalsprekers en gevorderde leerders ongeveer de helft voorkwam in de lijst van het VU Corpus. Uit deze literatuurstudie en analyse kan geconcludeerd worden dat studenten al enige kennis hebben van vaste woordcombinaties maar het nog zeker nuttig is om er meer te leren.Referenties:Biber, D., Conrad, S. & Cortes, V. (2004). If you look at…: Lexical bundles in university teaching and textbooks. Applied Linguistics, 25(3), 371-405.Hyland, K. (2008). As can be seen: Lexical bundles and disciplinary variation. English for Specific Purposes, 27(1), 4-21.
The verb complement structure (VC) poses difficulties for L2 learners since English verbs vary on... more The verb complement structure (VC) poses difficulties for L2 learners since English verbs vary on which type of complement they require or allow, and this variability may impact acquisition. Although theoretical papers have discussed this structure, few papers describe the language performance of L2 learners. In addition, only rarely is oral production analyzed. To address this gap, we examined infinitival and gerundival VCs produced in free production speech by high-intermediate learners of English as a second language with mixed language backgrounds. Importantly, we explored the constructions by the VC produced and by the matrix verb requirements which has been underreported. Both aspects are necessary to understand what makes a VC attempt incorrect. These learners produced many VC constructions but not always correctly. The majority of the errors in VC usage involved either using neither marker or using both, even with matrix verbs which allow either VC.
Migratie, urbanisatie en (onzichtbare) taaldiversiteit Eén op de zeven Nederlanders is niet in Ne... more Migratie, urbanisatie en (onzichtbare) taaldiversiteit Eén op de zeven Nederlanders is niet in Nederland geboren. En die groep migranten zal alleen maar groter worden, vooral in de grote steden. 1 Omdat het CBS allerlei data bijhoudt over migrantengemeenschappen, weten we veel over hun achtergrond. Maar van één essentieel aspect weten we heel weinig: welke verschillende talen spreken al die migranten eigenlijk? En doen we wel genoeg om die talige rijkdom op waarde te schatten? In 2021 bleek uit een onderzoek onder ruim 7500 deelnemers dat er in Nederland (veel?) meer dan 150 verschillende talen gesproken worden. 2 Tegelijkertijd blijkt uit de KNAW-publicatie Talen voor Nederland dat "in Nederland onvoldoende wordt nagedacht over taalkeuzes en over interculturaliteit". 3 Deze publicatie stelt nadrukkelijk dat meertaligheid gezien zou moeten worden als een verrijking, maar hierbij ligt de focus vooral op "grote" talen (Engels, Turks, Arabisch, Chinees) en op het nut van vreemde talen voor handel (hogere omzetten!), of voor diplomatie en defensie (betere risico-inschatting!) (p. 5, 6). De
In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speak... more In this study we examine to what extent words and grammatical structures are re-used when a speaking task is repeated with the same content (i.e., specific task repetition). We examine this re-use, which has been argued to support proceduralization and fluency development (N. de Jong & Perfetti, 2011), under both constant and increasing time pressure, and we investigate the correlation between re-use and fluency. The analyses are performed not only on individual words but also on trigrams, which are sequences of three words (e.g., the red car; here: lexical trigrams) or three parts of speech (e.g., det adj noun: POS trigrams), to capture grammatical structure. Thirty-nine adult ESL speakers completed repeated retellings of one to three picture stories. One group followed the 4/3/2 procedure (Nation, 1989), which involves three iterations with gradually increasing time pressure; for the other group the available time was constant. The extent of re-use of words and grammatical structures across task iterations was calculated using cosine similarity with tf-idf weighting (Manning, Raghavan, & Schutze, 2008), which adjusts for the frequency of words or trigrams, both within an iteration and across iterations and speakers. It was found that immediate task repetition had a strong effect on re-use at the level of individual words and trigrams, but increasing time pressure did not. The relationship between re-use and fluency was variable, but showed higher re-use for speakers struggling with fluency. We conclude that, if fluency development is to be stimulated by re-use of words and grammatical structures, it can be done with specific task repetition, whether under increasing time pressure or not.
Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand va... more Onlangs is een nieuw boek over Nederlandse grammatica voor NT2-leerders verschenen van de hand van Marijke Huizinga en Yvonne Zevenbergen: Dutch Grammar Support. Het boek biedt een gestructureerd overzicht van de Nederlandse grammatica op niveau A2, B1 en B2 van het Common European Framework of Reference (CEFR) met uitleg in het Engels.
In het Nederlandse onderwijsveld is al langere tijd behoefte aan een betrouwbare toets om de rece... more In het Nederlandse onderwijsveld is al langere tijd behoefte aan een betrouwbare toets om de receptieve woordenschatomvang van tweedetaalleerders te meten. Inmiddels is er sinds juni 2015 een nieuwe woordenschattoets op de markt: de Woordenschat Toets Nederlands (WTN). Met de WTN kan een goede inschatting gemaakt worden van het aantal woorden dat een leerder ongeveer kent.
De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is v... more De sprong van Engelse lessen op het voortgezet onderwijs naar het wetenschappelijk onderwijs is voor veel studenten groot. Om de stap te verkleinen worden vaak vakken aangeboden zoals Academic English, waarbij studenten leren Engelse teksten te schrijven. Vaak worden in die teksten vaste woordcombinaties gebruikt zoals on the other hand en it is important to. Dit onderzoek richtte zich op de vraag welke vaste woordcombinaties Nederlandstalige studenten al gebruiken en welke nog van belang kunnen zijn.Het onderzoek bestond uit twee onderdelen: een literatuuronderzoek naar de voordelen van vaste woordcombinaties en de rol van deze combinaties in het bestaande onderwijs academisch Engels. Daarnaast is er een analyse gedaan met een corpus teksten van studenten aan de universiteit. Er is een lijst gecreeerd met vaste woordcombinaties die in de meeste teksten voorkwamen. Deze lijst had uiteindelijk een omvang van 113 vaste woordcombinaties. Deze lijst is vergeleken met bestaande lijsten m...
Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe ... more Woordenschatkennis is belangrijk voor leesvaardigheid: hoe hoger het taalvaardigheidsniveau, hoe meer woorden een Nt2-leerder moet kennen. Woordenschatomvang lijkt daarom een handige en objectieve maatstaf te zijn bij de niveaus van taalvaardigheid volgens het Europees Referentiekader (ERK). Lisa Snakkers en Nel de Jong onderzochten de relatie tussen receptieve woordenschatomvang en ERK-niveau. In dit artikel vindt u hun bevindingen.
Input is generally considered a crucial component of the acquisition of L2 morphosyntax (Gass & M... more Input is generally considered a crucial component of the acquisition of L2 morphosyntax (Gass & Mackey, 2006). Processing Instruction (PI) aims to advance acquisition by drawing learners’ attention to form-meaning connections in the input (e.g. VanPatten, 2002). PI has been shown to lead to better acquisition compared to traditional and output-based instruction (e.g. Wong, 2002).The present study investigates whether PI can also enhance acquisition in learners of the Delft Method (Sciarone, Blom & Wesdijk, 2013). In this teaching approach, which centers on input, forms are practiced in rich contexts. 65 students enrolled in elementary Dutch courses at Delft University of Technology participated in the experiment. All participants performed pre- and posttests assessing knowledge of the target forms. The control group followed the regular curriculum, while the experimental group also performed two PI exercises for each of the three target forms: singular/plural, past simple vs present...
Uploads
Papers by Nel de Jong