BACKGROUND: Fundamental movement skill (FMS) proficiency is positively associated with physical a... more BACKGROUND: Fundamental movement skill (FMS) proficiency is positively associated with physical activity and fitness levels. The objective of this study was to systematically review evidence for the benefits of FMS interventions targeting youth. METHODS: A search with no date restrictions was conducted across 7 databases. Studies included any school-, home-, or community-based intervention for typically developing youth with clear intent to improve FMS proficiency and that reported statistical analysis of FMS competence at both preintervention and at least 1 other postintervention time point. Study designs included randomized controlled trials (RCTs) using experimental and quasi-experimental designs and single group pre-post trials. Risk of bias was independently assessed by 2 reviewers. RESULTS: Twenty-two articles (6 RCTs, 13 quasi-experimental trials, 3 pre-post trials) describing 19 interventions were included. All but 1 intervention were evaluated in primary/elementary schools....
Inleiding Leerlingen in het vmbo ervaren minder plezier in het bewegingsonderwijs dan leerlingen ... more Inleiding Leerlingen in het vmbo ervaren minder plezier in het bewegingsonderwijs dan leerlingen van andere onderwijsniveaus. Zij hebben minder behoefte aan wedstrijdgerichte lessen en willen zelf invloed hebben op inhoud en de manier waarop de lessen aangeboden worden. Het aanbieden van lessen waarin nadruk ligt op het stimuleren van zelfregulatie biedt mogelijk een oplossing. De sportcontext is uitermate geschikt omdat doelen in de sport tastbaar en meetbaar zijn. Zelfregulatievaardigheden die leerlingen ontwikkelen in de gymles, zijn mogelijk domeinoverstijgend waardoor leerlingen ze onder bepaalde omstandigheden kunnen toepassen in andere domeinen, bv. onderwijs of leefstijl. Methode Het Hanze Instituut voor Sportstudies, KVLO, GGD Groningen en een drietal vmbo-scholen hebben een zelfregulatiemethodiek ontwikkeld waarmee leerlingen aan sportdoelen werken in de gymles, en tegelijkertijd aan leefstijldoelen in de mentorlessen: Goalkeeper! De lesmethode maakt gebruik van moderne sporten zoals trickbiken, longboarden, bootcamp, maar ook van handbal en basketbal. In blokken van vier weken bepalen leerlingen hun startniveau voor een sport en werken vervolgens toe naar een voorgestructureerd doel. Dit doen ze aan de hand van niveaufilmpjes en een app gaat de interventie ondersteunen. Leerlingen werken veelal zelfstandig, de rol van de docent is die van ondersteuner en coach. Resultaten Drie scholen voeren gedurende het schooljaar 2016-2017 de interventie uit en zijn nu halverwege de looptijd van de interventie (4x4 weken). De eerste resultaten op docentgedrag en leerlinggedrag worden gepresenteerd in deze sessie. Aan het eind van de interventielooptijd wordt het niveau van de zelfregulatievaardigheden van de leerlingen, binnen de sportles en in de mentorlessen, waarin gewerkt wordt aan leefstijldoelen. Dicsussie/conclusie Discussie vindt plaats over leerlinggedrag en docentgedrag binnen de interventie. De presentatie wordt verzorgd door een docent-onderzoeker en door een docent die met de interventie werkt. Beter leren bewegen De interventie is na afloop van de looptijd breed beschikbaar voor vmbo-scholen. De KVLO ondersteund bij de verspreiding van de interventie.
Sport op basisscholen en ieder kind kent gymtalent, kwaliteitsimpulsen in het bewegingonderwijs.P... more Sport op basisscholen en ieder kind kent gymtalent, kwaliteitsimpulsen in het bewegingonderwijs.Presentatie gegeven op het VVBN symposium op 28 maart 2014 Voorbeelden van onderzoekprojecten binnen de kenniswerkplaats 'Bewegingsonderwijs en motorisch leren' van het lectoraat 'Sportwetenschap' van het Instituut voor Sportstudies in Groningen.
Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen het middel om de wereld te ontde... more Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen het middel om de wereld te ontdekken en te communiceren met anderen. Bovendien is bewegen de motor voor de ontwikkeling van andere functies zoals denken, waarnemen en voelen. Ouders en begeleiders kunnen aan de wijze waarop een kind beweegt en zich motorisch ontwikkelt, belangrijke informatie over een gezonde en voorspoedige groei aflezen. Maar op dat gebied is er enige reden tot zorg. Onlangs werd aangetoond dat de motorische ontwikkeling van kinderen minder vlot verloopt dan tien jaar geleden (Runhaar, Collard, Singh, Kemper, van Mechelen & Chinapaw, 2010). Zo blijken kinderen gemiddeld op een later tijdstip te gaan lopen en komt de ontwikkeling van het evenwicht trager op gang. Ook blijkt dat tienjarige kinderen minder motorisch vaardig zijn dan hun leeftijdsgenootjes een decennium daarvoor. Een beperkte vaardigheid kan leiden tot inactiviteit en verminderde sportdeelname. Het is dan ook belangrijk om een zo gunstige mogelijke motorische ontwikkeling in het oog te houden en om over handvatten te beschikken om deze te stimuleren. In dit hoofdstuk komt allereerst de reguliere motorische ontwikkeling aan bod. We gaan in op de motorische ontwikkeling van zuigeling tot kleuter. We maken inzichtelijk hoe een kind uiteindelijk tot allerlei fundamentele vaardigheden, zoals lopen, werpen en springen komt. In de tweede paragraaf komen de verschillende opvattingen over het leren bewegen aan de orde. Waarom kan het ene kind een beweging direct nadoen, terwijl het bij een ander niet direct lukt? In dit verband bespreken we de verschillende manieren waarop een kind kan leren en de rol die de omgeving en de begeleider hierbij kunnen spelen. Tot slot komt het belang van bewegen in relatie met andere ontwikkelingsgebieden aan bod. We behandelen de functie van bewegen in de omgang met anderen en als middel om gezond te blijven. Ook wordt de samenhang tussen bewegen en de emotionele en cognitieve ontwikkeling besproken.
SEN for children with Developmental coordination disorder Outline 1. sportparticipation and educa... more SEN for children with Developmental coordination disorder Outline 1. sportparticipation and education of children in general (skills, attitude and behavior) 2. sportparticipation and education of children with specific needs: stats & barriers 3. characteristics of children with DCD 4. specific needs of children with DCD Goal: acquire knowledge about sports participation and sports education of children with DCD
Leren sporten is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Zo heeft sport voor kinderen met een beperki... more Leren sporten is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Zo heeft sport voor kinderen met een beperking vaak een andere betekenis dan voor kinderen zonder een beperking en zijn er voor kinderen met een beperking meer drempels om lid te worden van een sportvereniging. Drie belangrijke aspecten; de omgeving, de begeleider en het aanbod, kunnen worden aangepast op deze kinderen om de drempels te verlagen. Zo blijkt uit het landelijk sportstimuleringsproject Special Heroes dat bij de doelgroep ‘kinderen met beperkingen’ de begeleider vaak over weinig deskundigheid beschikt. Daarnaast zijn sommige sporten niet mogelijk in verband met de ruimte en mogelijkheden die op school zijn en is begrip en wil van verenigingen noodzaak. Wel blijkt dat deze kinderen een positieve kijk hebben op sportief gedrag. Het is o.a. van belang om positief te denken over sport, eigen kunnen in kunnen schatten en rekening houden met elkaar. Specifieke hulp bij het vormgeven van introductielessen, deskundigheidsbevordering van coaches en jeugdleiders en het ontwikkelen van varianten van sprotaanbod met effect of sportief gedrag bij specifieke doelgroep zouden aanbevelingen kunnen zijn voor de toekomst.
BACKGROUND: Fundamental movement skill (FMS) proficiency is positively associated with physical a... more BACKGROUND: Fundamental movement skill (FMS) proficiency is positively associated with physical activity and fitness levels. The objective of this study was to systematically review evidence for the benefits of FMS interventions targeting youth. METHODS: A search with no date restrictions was conducted across 7 databases. Studies included any school-, home-, or community-based intervention for typically developing youth with clear intent to improve FMS proficiency and that reported statistical analysis of FMS competence at both preintervention and at least 1 other postintervention time point. Study designs included randomized controlled trials (RCTs) using experimental and quasi-experimental designs and single group pre-post trials. Risk of bias was independently assessed by 2 reviewers. RESULTS: Twenty-two articles (6 RCTs, 13 quasi-experimental trials, 3 pre-post trials) describing 19 interventions were included. All but 1 intervention were evaluated in primary/elementary schools....
Inleiding Leerlingen in het vmbo ervaren minder plezier in het bewegingsonderwijs dan leerlingen ... more Inleiding Leerlingen in het vmbo ervaren minder plezier in het bewegingsonderwijs dan leerlingen van andere onderwijsniveaus. Zij hebben minder behoefte aan wedstrijdgerichte lessen en willen zelf invloed hebben op inhoud en de manier waarop de lessen aangeboden worden. Het aanbieden van lessen waarin nadruk ligt op het stimuleren van zelfregulatie biedt mogelijk een oplossing. De sportcontext is uitermate geschikt omdat doelen in de sport tastbaar en meetbaar zijn. Zelfregulatievaardigheden die leerlingen ontwikkelen in de gymles, zijn mogelijk domeinoverstijgend waardoor leerlingen ze onder bepaalde omstandigheden kunnen toepassen in andere domeinen, bv. onderwijs of leefstijl. Methode Het Hanze Instituut voor Sportstudies, KVLO, GGD Groningen en een drietal vmbo-scholen hebben een zelfregulatiemethodiek ontwikkeld waarmee leerlingen aan sportdoelen werken in de gymles, en tegelijkertijd aan leefstijldoelen in de mentorlessen: Goalkeeper! De lesmethode maakt gebruik van moderne sporten zoals trickbiken, longboarden, bootcamp, maar ook van handbal en basketbal. In blokken van vier weken bepalen leerlingen hun startniveau voor een sport en werken vervolgens toe naar een voorgestructureerd doel. Dit doen ze aan de hand van niveaufilmpjes en een app gaat de interventie ondersteunen. Leerlingen werken veelal zelfstandig, de rol van de docent is die van ondersteuner en coach. Resultaten Drie scholen voeren gedurende het schooljaar 2016-2017 de interventie uit en zijn nu halverwege de looptijd van de interventie (4x4 weken). De eerste resultaten op docentgedrag en leerlinggedrag worden gepresenteerd in deze sessie. Aan het eind van de interventielooptijd wordt het niveau van de zelfregulatievaardigheden van de leerlingen, binnen de sportles en in de mentorlessen, waarin gewerkt wordt aan leefstijldoelen. Dicsussie/conclusie Discussie vindt plaats over leerlinggedrag en docentgedrag binnen de interventie. De presentatie wordt verzorgd door een docent-onderzoeker en door een docent die met de interventie werkt. Beter leren bewegen De interventie is na afloop van de looptijd breed beschikbaar voor vmbo-scholen. De KVLO ondersteund bij de verspreiding van de interventie.
Sport op basisscholen en ieder kind kent gymtalent, kwaliteitsimpulsen in het bewegingonderwijs.P... more Sport op basisscholen en ieder kind kent gymtalent, kwaliteitsimpulsen in het bewegingonderwijs.Presentatie gegeven op het VVBN symposium op 28 maart 2014 Voorbeelden van onderzoekprojecten binnen de kenniswerkplaats 'Bewegingsonderwijs en motorisch leren' van het lectoraat 'Sportwetenschap' van het Instituut voor Sportstudies in Groningen.
Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen het middel om de wereld te ontde... more Bewegen is belangrijk in ons leven. Vanaf de geboorte is bewegen het middel om de wereld te ontdekken en te communiceren met anderen. Bovendien is bewegen de motor voor de ontwikkeling van andere functies zoals denken, waarnemen en voelen. Ouders en begeleiders kunnen aan de wijze waarop een kind beweegt en zich motorisch ontwikkelt, belangrijke informatie over een gezonde en voorspoedige groei aflezen. Maar op dat gebied is er enige reden tot zorg. Onlangs werd aangetoond dat de motorische ontwikkeling van kinderen minder vlot verloopt dan tien jaar geleden (Runhaar, Collard, Singh, Kemper, van Mechelen & Chinapaw, 2010). Zo blijken kinderen gemiddeld op een later tijdstip te gaan lopen en komt de ontwikkeling van het evenwicht trager op gang. Ook blijkt dat tienjarige kinderen minder motorisch vaardig zijn dan hun leeftijdsgenootjes een decennium daarvoor. Een beperkte vaardigheid kan leiden tot inactiviteit en verminderde sportdeelname. Het is dan ook belangrijk om een zo gunstige mogelijke motorische ontwikkeling in het oog te houden en om over handvatten te beschikken om deze te stimuleren. In dit hoofdstuk komt allereerst de reguliere motorische ontwikkeling aan bod. We gaan in op de motorische ontwikkeling van zuigeling tot kleuter. We maken inzichtelijk hoe een kind uiteindelijk tot allerlei fundamentele vaardigheden, zoals lopen, werpen en springen komt. In de tweede paragraaf komen de verschillende opvattingen over het leren bewegen aan de orde. Waarom kan het ene kind een beweging direct nadoen, terwijl het bij een ander niet direct lukt? In dit verband bespreken we de verschillende manieren waarop een kind kan leren en de rol die de omgeving en de begeleider hierbij kunnen spelen. Tot slot komt het belang van bewegen in relatie met andere ontwikkelingsgebieden aan bod. We behandelen de functie van bewegen in de omgang met anderen en als middel om gezond te blijven. Ook wordt de samenhang tussen bewegen en de emotionele en cognitieve ontwikkeling besproken.
SEN for children with Developmental coordination disorder Outline 1. sportparticipation and educa... more SEN for children with Developmental coordination disorder Outline 1. sportparticipation and education of children in general (skills, attitude and behavior) 2. sportparticipation and education of children with specific needs: stats & barriers 3. characteristics of children with DCD 4. specific needs of children with DCD Goal: acquire knowledge about sports participation and sports education of children with DCD
Leren sporten is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Zo heeft sport voor kinderen met een beperki... more Leren sporten is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Zo heeft sport voor kinderen met een beperking vaak een andere betekenis dan voor kinderen zonder een beperking en zijn er voor kinderen met een beperking meer drempels om lid te worden van een sportvereniging. Drie belangrijke aspecten; de omgeving, de begeleider en het aanbod, kunnen worden aangepast op deze kinderen om de drempels te verlagen. Zo blijkt uit het landelijk sportstimuleringsproject Special Heroes dat bij de doelgroep ‘kinderen met beperkingen’ de begeleider vaak over weinig deskundigheid beschikt. Daarnaast zijn sommige sporten niet mogelijk in verband met de ruimte en mogelijkheden die op school zijn en is begrip en wil van verenigingen noodzaak. Wel blijkt dat deze kinderen een positieve kijk hebben op sportief gedrag. Het is o.a. van belang om positief te denken over sport, eigen kunnen in kunnen schatten en rekening houden met elkaar. Specifieke hulp bij het vormgeven van introductielessen, deskundigheidsbevordering van coaches en jeugdleiders en het ontwikkelen van varianten van sprotaanbod met effect of sportief gedrag bij specifieke doelgroep zouden aanbevelingen kunnen zijn voor de toekomst.
Uploads
Papers by Remo Mombarg