is een beroemd en geliefd componist. In West Europa wordt hij al lang niet meer bekeken of beluisterd als een enfant terrible -door onze rechtstreekse bovenburen staat hij zelfs verheven boven elke norm. Niet iedereen kan daar even...
moreis een beroemd en geliefd componist. In West Europa wordt hij al lang niet meer bekeken of beluisterd als een enfant terrible -door onze rechtstreekse bovenburen staat hij zelfs verheven boven elke norm. Niet iedereen kan daar even overtuigd mee om, zoals in Parijs, waar ze niet steeds weten hoe hem te presenteren maar, door het gevoel dat er niet omheen te komen is, hem toch uitnodigingen blijven sturen. En daar waar de verdere wereld zijn muziek nog niet op het podium heeft horen klinken, dan is die toch makkelijk beschikbaar door de gestadig groeiende CD reeks bij Winter & Winter. Het heeft dan wel heel lang geduurd tot een belangrijke studie over zijn werk verscheen in het Engels, maar met Bjorn Heile's recente boek is de rest van de gemeenschap bereikbaar geworden voor het begrip (van) Kagel. Enkele maanden geleden werd zelfs het eerste Kagel symposium georganiseerd, met een openingsreferaat over de stand van zaken van de Kagel exegese en een slot ceremonie om hem zijn tweede eredoctoraat te overhandigen. Kagel behoort dus officieel tot het pantheon der 'grootste nog levende componisten'. Of zoals hij ooit zelf uitriep bij de geboorte van zijn eerste kleinkind: "Jetzt bin ich Großkomponist!". Tijd om eens een blik te werpen op de mens achter de muziek. Het karakter van de componist dat mee bepaald hoe zijn composities op het podium geraken, wegen vinden doorheen de sector en al dan niet overleven. Niet alleen de wil om ze uitgevoerd te zien (en te horen) maar ook de drang en de manieren om na de creatie om te gaan met heel dat oeuvre dat in de loop van vele decennia is bijeen geschreven, is een onderdeel van de persoonlijkheid van een componist. Dat Kagel een omnivoor is in de interesses die zijn scheppingskracht voeden, is genoegzaam gekend: zijn stempel op de geschiedenis van compositie zowel als film en hoorspel behoeft geen uitweiding meer. Maar ook nadat de ideeën uitgewerkt zijn, blijft hij als een veelzijdig werkpaard aan de kar trekken. Op zijn 75 houdt hij nog steeds de touwen zelf in de handen, en dat alles zonder assistent. Als dirigent wil hij er bij voorbeeld voor zorgen dat er voldoende musici rondlopen die zijn werk met hem hebben gespeeld, kwestie van de overlevering van de uitvoeringspraktijk voor zijn muziek al meteen gestalte te geven. Mee de informatie over zijn werk en persoon controleren is ook de reden waarom hij zelf de hand heeft in de boeken die zijn kompaan Werner Klüppelholz -"Der Klüppel" -met regelmaat door DuMont laat publiceren. Aan het laatste boek werd twee jaar lang gewerkt om de voor Kagel correcte neerslag van de vele uren interviews te bekomen. Ook op de CDs die uitkomen heeft hij een grote invloed. Enkele dagen nadat de verantwoordelijke van het Parijse Disque Montaigne me op een hele late avond vanuit Parijs belde om in paniek te waarschuwen dat het label -succesrijk als het nochtans was -zou worden opgedoekt en dat mijn project (de opnames van Kagel's pianomuziek) het niet zou halen, kwam van de meester de fax binnen met de melding dat hij al een nieuwe maatschappij had gevonden om mee verder te werken. Dat werd de zo mogelijk nog succesrijkere reeks van Stefan Winter. Overigens: ontevreden met de balans in de Südwestfunk opnames voor de piano-CD, ging Kagel een kleine week lang de WDR-studios in om eigenhandig aan de postproductie te werken. Toen de CD door Wire tot het beste van dat jaar werd gerekend, werd onder meer de balans geroemd… Niet alleen voor de Cd's en de eigen tournees heeft Kagel steeds de hand in de inhoud, ook wanneer hij zelf niet meespeelt, wil hij betrokken zijn bij het programmeren van zijn muziek. Vanaf de typische 'retrospectieve'-leeftijd van een componist (grofweg vanaf de grotere verjaargetallen: 50 of toch zeker 60 jaar, en van dan af meestal elke vijf jaar die erbij komen) komen de typische aanbiedingen binnen, zoals b.v. "zeer geachte heer Prof. Kagel, wij van Wien Modern plannen binnen vier jaar een 30-tal concerten rond uw oeuvre en zouden u graag eens tonen wat we willen doen." Kagel kijkt dan of hij nog vrij is, en meteen ook of de wensen van de organisatoren voldoende rekening houden met de wijzen waarop zijn werken volgens hem tot hun recht zullen komen. In veruit de meeste gevallen volgen dan lange correspondenties over grondige wijzigingen met hele door hem uitgewerkte programma voorstellen. Het moet daarbij gezegd dat het nooit herkauwde formules zijn. Zelfs de meest succesvolle werken -ik denk b.v. aan de reeks stukken