Unciaal 075
Unciaal 075 | ||
---|---|---|
Bijbeltekst | Brieven van Paulus | |
Datering | 10e eeuw | |
Taal | Grieks | |
Huidige locatie | Griekse Nationale Bibliotheek | |
Grootte | 27 cm bij 19 cm | |
Teksttype | Alexandrijnse | |
Categorie | III |
Unciaal 075 (Gregory-Aland), Οπ3 (Soden), is een van de Griekse Bijbelse handschriften. Het dateert uit de 10e eeuw en is geschreven met hoofdletters (uncialen) op perkament.[1] Vroeger stond het bekend als handschrift ג.[2]
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Het handschrift bevat de tekst van de Brieven van Paulus; de volgende tekst ontbreekt echter: Romeinen; 1 Korintiërs 1:1-15 en 1:28; Hebreeën 11:38-13:25).[3] De gehele Codex bestaat uit 333 bladen (27 × 19 cm)[1] en bevat één kolom van 13 regels per pagina.[1]
De codex geeft een mengsel van de Alexandrijnse en de Byzantijnse tekst weer. Kurt Aland plaatste de codex in Categorie III.[1]
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Het manuscript is geschreven door de monnik Sabbas.[2] Het bevond zich in Kosinitza. Gregory vond het daar in 1886.[3] Aanvankelijk classificeerde hij het als minuskel 382.[3] Het handschrift bevindt zich in de Griekse Nationale Bibliotheek (Gr. 100, fol. 46-378), in Athene.[1]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Lijst van Griekse uncialen van het Nieuwe Testament
- Bijbelse handschriften
- Tekstkritiek van de Bijbel
- Categorieën van manuscripten van het Nieuwe Testament
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- C. R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes III (Leipzig: 1909), p. 1061.
- ↑ a b c d e Kurt und Barbara Aland, Der Text der Neuen Testaments. Einführung in die wissenschaftlichen Ausgaben sowie in Theorie und Praxis der modernen Textkritik. Deutsche Bibelgesellschaft, Stuttgart 1981, p. 126 ISBN 3-438-06011-6
- ↑ a b Scrivener, Frederick Henry Ambrose, Edward Miller (1894). A Plain Introduction to the Criticism of the New Testament, vol. 1, 4. George Bell & Sons, London, p. 377.
- ↑ a b c Gregory, Caspar René (1900). Textkritik des Neuen Testaments, Vol. 1. Hinrichs, Leipzig, p. 309.