Resolutie 1282 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1282 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 14 december 1999 | |
Nr. vergadering | 4080 | |
Code | S/RES/1282 | |
Stemming | voor 14 onth. 1 tegen
0 | |
Onderwerp | Conflict om de Westelijke Sahara | |
Beslissing | Verlengde de MINURSO-missie tot 29 februari 2000. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1999 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Een weg door de Westelijke Sahara (foto: jan 2007).
|
Resolutie 1282 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd met 14 stemmen tegen de onthouding van Namibië aangenomen door de VN-Veiligheidsraad op 14 december 1999.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]Begin jaren 1970 ontstond een conflict tussen Spanje, Marokko, Mauritanië en de Westelijke Sahara zelf over de Westelijke Sahara, een gebied dat tot dan toe in Spaanse handen was. Marokko legitimeerde zijn aanspraak op basis van historische banden met het gebied. Nadat Spanje het gebied opgaf bezette Marokko er twee derde van. Het land is nog steeds in conflict met Polisario dat met steun van Algerije de onafhankelijkheid blijft nastreven. Begin jaren 1990 kwam een plan op tafel om de bevolking van de Westelijke Sahara via een volksraadpleging zelf te laten beslissen over de toekomst van het land. Het was de taak van de VN-missie MINURSO om dat referendum op poten te zetten. Het plan strandde later echter door aanhoudende onenigheid tussen de beide partijen waardoor ook de missie nog steeds ter plaatse is.
Inhoud
[bewerken | brontekst bewerken]Waarnemingen
[bewerken | brontekst bewerken]De Veiligheidsraad:
- Herinnert aan de vorige resoluties over de Westelijke Sahara, vooral de resoluties 1238 en 1263.
- Verwelkomt het rapport van de secretaris-generaal met opmerkingen en aanbevelingen.
Handelingen
[bewerken | brontekst bewerken]De Veiligheidsraad verlengde het mandaat van de MINURSO-missie tot 29 februari 2000.
Door het grote aantal kandidaten dat beroep had aangetekend en de tegengestelde meningen van de partijen over de toelaatbaarheid leek het erop dat de volksraadpleging niet meer voor 2002 zou kunnen doorgaan. Secretaris-generaal Kofi Annan dacht de partijen te kunnen verzoenen en werd gevraagd voor het einde van het mandaat te rapporteren over de vooruitgang in de uitvoering van het VN-plan.