Portaal:Literatuur/Boek Uitgelicht/1
De goddelijke komedie (La Divina Commedia) is een epos van de Florentijnse dichter Dante Alighieri, geschreven in de eerste helft van de 14e eeuw. Het behoort tot de erkende meesterwerken van de wereldliteratuur, en tot de grootste culturele prestaties van de middeleeuwen.
Dante beschrijft in de Komedie zijn fictieve reis door het hiernamaals: hel, louteringsberg en hemel. Hij is zowel auctor (auteur) als actor (acteur) in zijn eigen gedicht, dat lange tijd Il Dante genoemd werd. Aanvankelijk noemde Dante zijn magnum opus simpelweg Mijn komedie; het was Boccaccio die het in 1360 zijn huidige eretitel gaf. In de Middeleeuwen was een 'komedie' een verhaal dat goed afliep, in tegenstelling tot een tragedie; het woord wordt hier niet gebruikt omdat het werk humoristisch zou zijn.
Dante schreef De goddelijke komedie in een periode dat Italië zich in een overgangsfase bevond tussen de middeleeuwen en de Renaissance. De Komedie is een epos in drie delen, getiteld Inferno (Hel), Purgatorio (Louteringsberg of Vagevuur) en Paradiso (Paradijs). Elk deel bevat 33 canti ("zangen"), van elk ongeveer 100 terzinen (drieregelige verzen). Daarnaast is er een inleidend canto bij Inferno, waarmee het totale aantal op 100 komt. Het gehele werk is geschreven in een inventief soort omarmend rijm. De eerste en derde regel van elke terzine rijmen op elkaar; de tweede regel rijmt op de eerste en derde regel van de volgende terzine. Het rijmschema wordt dus ABA BCB CDC... enz. (lees verder)