Naar inhoud springen

Pierre Chenal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pierre Chenal
Pierre Chenal
Pierre Chenal
Volledige naam Philippe James Cohen
Geboren Brussel, 5 december 1904
Overleden La Garenne-Colombes, 30 december 1990
Geboorteland Vlag van Frankrijk Frankrijk
Jaren actief 1927 - 1985
Beroep Filmregisseur
(en) IMDb-profiel
(nl) Moviemeter-profiel
(mul) TMDB-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Pierre Chenal, eigenlijke naam Philippe James Cohen, (Brussel, 5 december 1904 - La Garenne-Colombes, 30 december 1990) is een Franse filmregisseur van Belgische afkomst.

Hij groeide op in Frankrijk en haalde het diploma van ingenieur.

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

Eerste stappen in de filmwereld

[bewerken | brontekst bewerken]

Chenal zette zijn eerste stappen in de filmwereld als auteur van korte films en documentarist. Hij maakte in 1927 Paris Cinéma, zijn eerste korte film, samen met zijn jeugdvriend, de latere filmhistoricus en -theoreticus Jean Mitry. In 1932 draaide hij zijn eerste langspeelfilm Le Martyre de l'obèse, de verfilming van een roman van Henri Béraud die er in 1922 de Prix Goncourt mee gewonnen had. Hij besloot op de ingegane weg verder te gaan.

Jaren dertig: literatuurverfilmingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Hij verfilmde heel wat literatuur. Hij bracht onder meer Marcel Aymé (La rue sans nom, 1933), Fjodor Dostojevski (Crime et Châtiment, 1935), Luigi Pirandello (L'Homme de nulle part, 1937), Marcel Achard (L'Alibi, 1937) en James M. Cain (Le Dernier Tournant, 1939) op het grote scherm. Deze laatste film was de eerste van de vier filmversies van Cain's beroemde roman The Postman Always Rings Twice (1934).

Op de vlucht naar Argentinië

[bewerken | brontekst bewerken]

Parijs was al bezet door de Duitsers als Chenal, die van joodse afkomst was, samen met zijn jonge vrouw, de actrice Florence Marly, op de vlucht sloeg naar Argentinië en Chili. Hij verwezenlijkte er vier films. Na de oorlog keerde hij terug naar Frankrijk maar slaagde hij er niet in opnieuw zijn plaats in de Franse filmwereld in te nemen. In 1948 keerde hij terug naar Argentinië om er onder andere Native Son (1951) te maken, de verfilming van de baanbrekende antiracistische roman van de zwarte schrijver Richard Wright die ook de hoofdrol speelde.

Belangrijkste naoorlogse films

[bewerken | brontekst bewerken]

Als belangrijkste naoorlogse films zijn verder nog vermeldenswaardig : de komedie Clochemerle (naar Gabriel Chevallier, 1948), de politiefilms Rafles sur la ville (naar Auguste Le Breton, 1958) en La Bête à l'affût (naar Day Keene, 1959) en ten slotte de droge komedie L'Assassin connaît la musique ... (naar Fred Kassak, 1963).