Naar inhoud springen

Pantserwantsen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pantserwantsen
Eurygaster maura
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Superfamilie:Pentatomoidea
Familie
Scutelleridae
Leach, 1815
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Pantserwantsen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De pantserwantsen of juweelwantsen (Scutelleridae) zijn een familie van wantsen, die behoort tot de onderorde wantsen (Heteroptera) en tot de orde halfvleugeligen (Hemiptera). De familie wordt ook wel met 'schildwantsen' aangeduid maar er zijn meer families die deze naam dragen wat tot verwarring leidt. De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door William Elford Leach in 1815.

Uiterlijke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

De wantsen zijn 5 tot 20 mm lang en hebben een eironde tot langwerpig-eivormige lichaamsbouw. De soorten in Nederland zijn onopvallend gekleurd, maar er zijn ook zeer opvallend gekleurde soorten met een breed scala van rode, blauwe, groene of gele tinten en vaak met een metallic glans, waardoor ze tot de meest kleurrijke wantsen behoren. Voor die soorten is de naam juweelwants meer van toepassing. Opvallende geslachten zijn Calidea, Chrysocoris, Cryptacrus, Cosmocoris, Poecilocoris en Scutellera. De pantserwantsen hebben een sterk vergroot, gebogen scutellum (schildje), dat het achterlijf geheel of bijna bedekt. Vandaar de wetenschappelijke naam Scutelleridae. Schildwants zou dus een juiste naam zijn, maar dat levert verwarring op met de familie schildwantsen (Pentatomidae). Daarom is voor de naam pantserwantsen gekozen. Ze kunnen makkelijk verward worden met kevers. Net als veel andere wantsensoorten hebben wantsen uit de familie Scutelleridae stinkklieren.

Vertegenwoordigers van de familie pantserwantsen komen wereldwijd voor. De meeste soorten zijn te vinden in de tropen en subtropen, waar de meeste felgekleurde soorten voorkomen.

Alle soorten voeden zich door het opzuigen van plantensappen. Sommige soorten worden beschouwd als schadelijk omdat ze aan landbouwgewassen zuigen. Tectocoris diophthalmus is bijvoorbeeld in Australië een plaag voor katoenplanten en andere gewassen uit de kaasjeskruidfamilie. Bij een aantal soorten is broedzorg gedocumenteerd. Zo bewaken de vrouwtjes van Pachycoris torridus, Tectocoris diophthalmus en Canato ocellatus hun eieren.

Voorbeelden van opvallend gekleurde Scutelleridae

[bewerken | brontekst bewerken]

William Elford Leach beschreef Scutelleridae in 1815 voor het eerst. Fever (1861) en Stål (1867) heeft de groep als familie beschreven. Kirkaldy (1909) classificeerde de Scutelleridae als een onderfamilie van schildwantsen (Pentatomidae), Van Duzee (1917) zag ze weer als familie. Deze visie volgde ook de meeste latere auteurs. Schuh & Slater (1995) verdeelde de familie in de vier onderfamilies Eurygastrinae, Odontotarsinae, Pachycorinae en Scutellerinae. McDonald & Cassis (1984) beschreven Tectocorinae en Elvisurinae ook als onderfamilie. Deze indeling wordt nog steeds aangehouden.

De familie Scutelleridae door McDonald & Cassis en Grazia onderverdeeld in onderfamilies.[1]


Het volgende geslacht is niet onder een van de onderfamilies ingedeeld:

In Nederland waargenomen soorten

[bewerken | brontekst bewerken]