Mercurio Maria Teresi
Mercurio Maria Teresi | ||||
---|---|---|---|---|
Aartsbisschop van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
Geboren | 10 oktober 1742 | |||
Plaats | Montemaggiore Belsito | |||
Overleden | 17 april 1805 | |||
Plaats | Monreale | |||
Wijdingen | ||||
Priester | 21 september 1765 | |||
Bisschop | 13 juni 1802 | |||
Kerkelijke carrière | ||||
1766-1767 | Jezuïet | |||
1767-1769 | Docent priesterseminarie Cefalù | |||
1769-1796 | Rondtrekkend prediker in Sicilië | |||
1796-1802 | Kanunnik kathedraal van Palermo | |||
1797-1802 | Pastoor van Montemaggiore Belsito | |||
1802-1805 | Aartsbisschop van Monreale | |||
Successie | ||||
Voorganger | Filippo Lopez y Royo | |||
Opvolger | Domenico Benedetto Balsamo | |||
|
Mercurio Maria Teresi (Montemaggiore Belsito, 10 oktober 1742 – Monreale, 13 juni 1805) was een prelaat in het koninkrijk Sicilië ten tijde van het Bourbonregime. De aartsbisschoppelijke tronen van Palermo en Monreale die samengevoegd waren, werden voor hem gescheiden: Teresi werd aartsbisschop van Monreale.[1]
Paus Franciscus verklaarde hem in 2021 eerbiedwaardig, doch niet zalig ondanks vier pogingen in het verleden.[2]
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Teresi groeide op in het dorp Montemaggiore Belsito, destijds Montemaggiore geheten. Dit ligt in de metropolitane stad Palermo en in het bisdom Cefalù. Zijn ouders waren Belsito Teresi en Margherita Nasca. Zijn twee ooms Antonino Teresi en Filippo Teresi stimuleerden hem voor het priesterschap in de Roomse Kerk. Na zijn studies bij de jezuïeten in Palermo, in het Collegio Massimo, werd Teresi in 1765 priester gewijd in het bisdom Cefalù. In 1766 trad hij toe tot de jezuïeten doch verliet de orde in 1767 omdat de koning Ferdinand III van Sicilië de jezuïtenorde verdreef uit Napels en Sicilië. Hij keerde terug naar Cefalù waar hij docent werd in het priesterseminarie.
Twee jaar later verliet Teresi Cefalù (1769). Hij werd een rondtrekkende prediker over heel Sicilië. Hij diende sacramenten toe; zo had hij de kerkelijke bevoegdheid om de biecht te horen bij zowel mannen als vrouwen. Volgens getuigenissen deelde hij aan de armen hij het geld uit dat hij verdiende als prediker. Hij hield enkel wat hij nodig had op zijn tocht. Zijn prediking begeleidde hij met de publicaties van boeken en pamfletten die een morele inhoud hadden. Andere werken van hem waren theologisch van aard, zoals over de Kerkvaders. Zijn bijnaam was later de evangelisator van Sicilië.[3]
In de jaren 1790-1791, een periode waarin vooraanstaande Sicilianen een anti-Bourbon discours aannamen alsook antiklerikale, liberale en revolutionaire ideeën verspreidden, werd Teresi lastig gevallen. Hij moest zich tot in Rome verdedigen. Hij publiceerde zijn zelfverdediging, getiteld L'Autodifesa.[4]
In 1796 eindigde zijn rondtrekkend leven. Teresi werd benoemd tot kanunnik van het kapittel van de kathedraal van Palermo. Een jaar later werd hij tevens pastoor in zijn geboortedorp Montemaggiore. Zijn prediking trok de aandacht van koning Ferdinand III en nog meer van zijn echtgenote Maria Carolina. Deze laatste consulteerde hem meermaals. Teresi werd prediker en biechtvader aan het hof. In 1802 steunde het koningspaar Teresi voor de benoeming tot aartsbisschop van Monreale. De aartsbisschoppelijke troon was sinds 1776 gefusioneerd met deze van Palermo.[5] Het koningspaar meende dat Teresi wel een afzonderlijk aartsbisdom Monreale mocht krijgen. Teresi was er aartsbisschop van 1802 tot 1805. In deze periode zorgde hij ervoor, met steun van koningin Maria Carolina, dat de jezuïeten konden terugkeren naar Sicilië. Na zijn dood bleef de aartsbisschoppelijke troon van Monreale vacant voor meer dan tien jaar, wegens de oorlogssituatie tussen het koninkrijk Napels-Sicilië en Frankrijk.
Zaligmakingsprocessen
[bewerken | brontekst bewerken]Na zijn dood werden zijn hart en tong uitgesneden en ten grave gedragen in zijn geboortedorp Montemaggiore; zijn lichaam werd verder begraven in de kathedraal van Monreale.
In 1926 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Montemaggiore en samen met hart en tong begraven. Zijn faam als heilige man was zich toen al aan het verspreiden.[6] Driemaal werd een proces tot zaligverklaring gestart: in 1931, 1961 en 1983. Deze leidden naar niets.
In 2005 startte voor de vierde maal een proces tot zaligverklaring. Dit werd al snel omgeleid naar een erkenning als Eerbiedwaardige. Het proces werd gunstig afgerond in 2021.[7]
- ↑ (en) Cheney, David M., Archbishop Mercurio Maria Teresi. Catholic Hierarchy (1996). Gearchiveerd op 23 januari 2024.
- ↑ (it) Il Servo di Dio Mercurio Maria Teresi dichiarato Venerabile. Bisschoppelijk paleis Cefalù, Sicilië (2021). Gearchiveerd op 14 september 2024.
- ↑ (fr) Droujinina, Maria, Mgr Mercurio M. Teresi, évangélisateur de la Sicile au XVIIIe s., un évêque italien « héroïque ». Causes des Saints. Zenit, le monde vu de Rome (2021). Gearchiveerd op 22 februari 2024.
- ↑ (it) Bonato, Mauro, Venerabile Mercurio Maria Teresi Arcivescovo. Santi e Beati (2021). Gearchiveerd op 14 september 2024.
- ↑ Zie hiervoor Francesco Ferdinando Sanseverino, primaat van Sicilië.
- ↑ (it) Venerabile Servo di Dio, Mercurio Maria Teresi (1742 - 1805): generosissimo, elargiva i suoi averi alle persone indigenti, tenendo per sé solo il necessario. Cause dei Santi. Dicastero delle Cause dei Santi, Vaticaanstad (2023). Gearchiveerd op 27 juli 2024.
- ↑ (fr) Sept nouveaux vénérables reconnus par l'Église. Vatican News. Dicasterium pro Communicatione, Vaticaanstad (2021). Gearchiveerd op 20 mei 2024.