Lettice Knollys
Lettice Knollys (Rotherfield Greys, Oxfordshire, Engeland, ? 1540 - 25 december 1634) was de dochter van Lord Francis Knollys, en Lady Catherine Carey, de dochter van Mary Boleyn, de zus van Anna Boleyn. Door deze afstamming is Lettice de achternicht van Elizabeth I.
Tijdens de regeerperiode van Maria I van Engeland ("Bloody Mary") vluchtte de familie Knollys naar Zwitserland. Toen Elizabeth aan de macht kwam, keerde de familie terug, en werd Lettice hofdame van de koningin.
Rond 1560 huwde zij met Walter Devereux, Burggraaf Hereford. Wegens zijn diensten aan de koningin werd Devereux in 1572 Graaf van Essex, zodat Lettice gravin werd. Lettice en haar man woonden in het landelijke Staffordshire, maar ze kon er niet aarden, en keerde daarom naar het hof terug. In deze periode (rond 1565) begon ze een affaire met Robert Dudley, de Graaf van Leicester en grote favoriet van de koningin. De koningin kreeg vermoedens van de affaire, en stuurde Lettice naar huis terug. In 1566 kreeg ze daar haar zoon Robert Devereux en in 1570 nog een zoon Walter. Er bestaan sterke vermoedens dat niet haar echtgenoot, maar Dudley de vader was van deze twee.
Haar man stierf in 1576 in Ierland aan dysenterie, waarna zij en Lord Dudley in het geheim trouwden. De vader van Lettice verplichtte hen echter om in een nieuwe ceremonie te huwen, waarbij hij als getuige kon optreden. Toen de koningin hiervan hoorde, verbande zij Lettice van het hof, en noemde haar "die wolvin". Lettice en Robert Dudley kregen maar één wettelijk kind, Robert (1579), maar dit stierf op vierjarige leeftijd.
Hoewel Lettice nog steeds niet welkom was aan het hof, woonde zij samen met haar man in Londen, waar zij door de bevolking dikwijls verward werd met haar nicht, de koningin, op wie zij inderdaad wel een beetje leek.
Robert Dudley werd aangesteld als hoofd van de troepen die de Spaanse Armada moesten aanvallen, maar voor hij die taak kon uitvoeren, stierf hij in 1588.
Nog geen jaar later huwde Lettice, tot afschuw van de koningin met de 25 jaar jongere Christopher Blount.
Robert Devereux, de tweede graaf van Essex, probeerde om zijn moeder en de koningin met elkaar te verzoenen, maar dit lukte niet, en de verbanning van Lettice bleef een feit.
Lettice leefde nog tot haar 95ste in de Midlands, waar zij op 25 december 1634 overleed. Ze werd naast Robert Dudley begraven, dicht bij het graf van hun zoon. In de laatste jaren van haar leven verrichtte ze nog vele goede daden voor de armen uit haar buurt.
Lettice is een voorouder van veel Engelse notabelen, onder wie Winston Churchill en Diana, prinses van Wales.