Hertogdom Nysa
Księstwo Nyskie (pl) Herzogtum Neisse (de) Niské knížectví (cs) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel van het Koninkrijk Polen Onderdeel van het Koninkrijk Bohemen Onderdeel van Keizerrijk Oostenrijk Onderdeel van Pruisen | |||||
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
Het hertogdom in 1645. | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Nysa | ||||
Talen | Pools, Tsjechisch, Duits | ||||
Religie(s) | Rooms-katholiek | ||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | Prinsbisdom | ||||
Staatshoofd | Prins-bisschop | ||||
Geschiedenis | |||||
- Ontstaan | 1290 | ||||
- Secularisering door Oostenrijk | 1850 |
Het hertogdom Nysa of prinsbisdom Nysa was naast het prinsbisdom Siewierz het enige prinsbisdom in Silezië.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De hertog Hendrik I van Polen schonk in 1201 de kastelenijen Nysa en Otmuchów aan het bisdom Wrocław. Deze gebieden waren in het bezit van zijn oom Jaroslav van Opole, die in 1201 stief. Hendrik IV van Polen verleende, na een periode van conflicten tussen de heersers van Silezië en zelfs de vervolging van bisschoppen Tomasz I en Tomasz II Zaremba, op 23 juni 1290 volledige economische, wettelijke autonomie en het recht voor het slaan van een eigen munt aan het bisdom in Nysa, waardoor een legale basis ontstond voor het hertogdom (of prinsbisdom) Nysa. Kort daarna stonden de bisschoppen ook bekend als de hertogen van Nysa.[1]
Silezische periode: 1290-1342
[bewerken | brontekst bewerken]Nysa werd de hoofdstad van het prinsbisdom.[1] Hendrik van Würben was de eerste bisschop die zichzelf formeel hertog van Wysa noemde. Hij leidde in 1315 een Inquisitie tegen zogenoemde 'ketters' in Nysa en Świdnica. Vijftig mensen werden geëxecuteerd.[2] Bolko II van Ziębice maakte in 1333 een einde aan een reeks van opeisingen van het hertogdom door de verlening aan het bisdom door Hendrik IV van Polen formeel te bevestigen.[3] De bisschop en hertog van Nysa Preczlaw van Pogarell zwoer in 1342 trouw aan de Boheemse koning Jan de Blinde.[4]
Johann III Romka 1292–1301
Nankier Kołda 1326-1341
Preczlaw van Pogarell 1342
Boheemse periode: 1342-1742
[bewerken | brontekst bewerken]Preczlaw van Pogarell kocht in 1344 Grodków (Grottkau) van Bolesław III de Verkwister als uitbreiding van het hertogdom Nysa. De prinsbisschop speelde in 1348 ook een cruciale rol in de ratificatie van het Verdrag van Namslau, waarin de Poolse kroon formeel afstand deed van alle aansprakelijkheid op Silezië.[4]
Tijdens de Hussietenoorlogen, in 1428, werd het hertogdom grotendeels door de hussieten veroverd. Het kasteel van Nysa bleek echter te sterk te zijn en bleef in handen van het bisschoppelijke leger.[5]
Het collegiaat van Otmuchów werd in 1477 overgeplaatst naar Nysa.[6]
De bisschoppen van Breslau werden in 1575 door de Reformatie uit Ostrów Tumski verjaagd, waarna ze tot 1655 hun toevlucht zochten in Nysa.[7] De bisschop Karl von Österreich bracht in 1622 de jezuïeten naar Nysa om de reformisten te vervolgen, waarna een groot aantal vrouwen en meisjes gedurende de 17e eeuw op de brandstapel eindigden.[8][9]
In 1740 brak de Eerste Silezische Oorlog tussen Pruisen en Oostenrijk uit, wat grote gevolgen voor het hertogdom zou hebben.[10]
Wenceslaus II van Legnica 1382-1417
Koenraad IV de Oudere 1417-1447
Piotr II Nowak 1447-1456
Jošt van Rožmberk 1456-1467
Rudolf von Rüdesheim 1468-1482
Johann IV Roth 1482–1506
Johann V Thurzo 1506–1520
Jakub von Salza 1520-1539
Baltazar von Promnitz 1539-1562
Kaspar von Logau 1562-1574
Marcin Gerstmann 1574-1585
Andreas Jerin 1585-1596
Bonawentura Hahn 1596-1599
Paul Albert 1599-1600
Johann VI. von Sitsch 1600–1608
Karl von Österreich 1608-1624
Karol Ferdynand Waza 1625-1655
Leopold Willem van Oostenrijk 1656-1662
Karel Jozef van Oostenrijk 1663-1664
Sebastian von Rostock 1665-1671
Frederik van Hessen-Darmstadt 1671-1682
Frans Lodewijk van Palts-Neuburg 1683-1732
Philipp Ludwig von Sinzendorf 1732-1742
Periode van verdeling: 1742-1810
[bewerken | brontekst bewerken]Na de Eerste Silezische Oorlog werd in 1742 het hertogdom verdeeld in twee stukken. Het grootste gedeelte werd ingelijfd door Pruisen, terwijl het kleinste gedeelte bij Oostenrijk bleef. In 1810 werd het Pruisische gedeelte geseculariseerd en in 1850 volgde het Oostenrijkse gedeelte, waarmee een einde kwam aan het hertogdom.[10]
De jezuïeten, die in 1622 op uitnodiging van Karl von Österreich, in Nysa een college vestigden, bleven tot 1810 in het hertogdom operationeel.[8]
Philipp Gotthard von Schaffgotsch 1748-1795
Joseph Christian Franz zu Hohenlohe-Waldenburg-Bartenstein 1795–1810
Emanuel von Schimonsky (1823-1832)
Leopold von Sedlnitzky (1836-1840)
Joseph Knauer (1843-1844)
Melchior Diepenbrock (1845-1850)
- Bronnen
- (en) DK Travel, DK Eyewitness Travel Guide: Poland (2015)
- (en) Berend, N.; Urbańczyk, P.; Wiszewski, P., Central Europe in the High Middle Ages: Bohemia, Hungary and Poland, c.900–c.1300 (2013)
- (en) Bennett, J.; Talas, S., Cabinets of Experimental Philosophy in Eighteenth-Century Europe (2013)
- (pl) Państwowe Wydawn, Roczniki biblioteczne - volume 54 (2010)
- (en) Kalinowski, P., Monety biskupów wrocławskich (2009)
- (en) Purton, P.F., A History of the Late Medieval Siege, 1200-1500 (2009)
- (pl) Łuczyński, R.M., Chronologia dziejów Dolnego Śląska (2006)
- (en) Emmerling, R., Zajączkowska, U., Opole (2003)
- (en) Paolin, G., Inquisizioni: percorsi di ricerca (2001)
- (pl) Antkowiak, Z., Wrocław od A do Z (1997)
- (pl) Panstwowe Wydawnictwo Naukowe, Odrodzenie i reformacja w Polsce - Volume 41 (1997)
- Noten
- ↑ a b Berend 2013, blz. 379, 422
- ↑ Paolin 2001, blz. 251-252
- ↑ Łuczyński 2006, blz. 408
- ↑ a b Antkowiak 1997, blz. 347
- ↑ Purton 2009, blz. 239
- ↑ Państwowe Wydawn 2010, blz. 58
- ↑ DK Travel 2013, blz. 199
- ↑ a b Bennett; Talas 2013, blz. 189
- ↑ Panstwowe Wydawnictwo Naukowe 1997, blz. 197
- ↑ a b Emmerling 2003, blz. 120