Hans Wilhelm von Losenstein
Hans Wilhem von Losenstein (1540-1601) was van 1558 tot 1601 heer van het slot Schallaburg en de plaats Loosdorf bij Melk in Neder-Oostenrijk. Hij liet slot Schallaburg en de kerk van Loosdorf herbouwen in renaissancestijl en stichtte ook een belangrijke protestantse school in Loosdorf in Neder-Oostenrijk[1].
De heren Von Losenstein
[bewerken | brontekst bewerken]Hans Wilhelm von Losenstein was een van de twee zonen van Christoph von Losenstein. Christoph was heer van Losensteinleithen, voor een derde deel eigenaar van Losenstein en eigenaar van de kastelen Schallaburg en Weißenburg. Na diens dood in 1558 erfde Hans Wilhelm van hem o.a. kasteel Schallaburg en Loosdorf in Neder-Oostenrijk. Deze plaatsen waren onder de familie Von Losenstein centra van de reformatie in Neder-Oostenrijk. De adellijke familie Losenstein is vernoemd naar haar oorspronkelijke bezit Losenstein in Opper-Oostenrijk. De familie Losenstein zat in de landdag van Opper-Oostenrijk en na haar verhuizing naar Neder-Oostenrijk in de landdag van Neder-Oostenrijk.
Studie
[bewerken | brontekst bewerken]In 1563 stonden Hans Wilhelm en zijn oudere broer Georg Achaz ingeschreven aan de Universiteit van Padua.
Eerste huwelijk
[bewerken | brontekst bewerken]In 1568 trouwde Hans Wilhelm in Wels met Radegund von Schärffenberg. Dit huwelijk bleef evenwel zonder kinderen.
Bouwwerken
[bewerken | brontekst bewerken]Hans Wilhelm von Losenstein bouwde het kasteel Schallaburg om tot een renaissanceslot. Ook herbouwde hij de kerk van Loosdorf in renaissancestijl. In 1574 stichtte hij in Loosdorf een protestants gymnasium voor de adellijke en de niet-adellijke jeugd, ‘die Hohe Schule’ genaamd. Enkele exemplaren van het in Augsburg gedrukte schoolreglement uit 1574 zijn behouden. De school werd in 1627 gesloten. Het gebouw bestaat nog.
Eretitels
[bewerken | brontekst bewerken]In 1582 kreeg hij van de Habsburgse aartshertog van Oostenrijk Matthias de eretitel ‘Kämmerer’ en in 1588 de titel ‘Oberst-Hofmarschall’. Deze titels waren echter zonder invloed en hij oefende deze functies nauwelijks uit. Formeel zou een Oberst-Hofmarschall de rechterlijke macht over alle personen die tot de hofhouding behoorden uitoefenen en voor de persoonlijke veiligheid van de aartshertog moeten zorgen.
In 1591 kreeg hij van keizer Rudolf II de eretitel ‘keizerlijke raad’. Ook dit was een eretitel die hij kreeg omdat hij tot een aanzienlijke adellijke familie behoorde.
Tweede huwelijk
[bewerken | brontekst bewerken]In 1598 hertrouwde hij met de weduwe Christina von Roggendorf. Ook uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.
Grafmonument
[bewerken | brontekst bewerken]Hij overleed in 1601. De graftombe die hij tijdens zijn leven liet maken werd na zijn dood in de kerk van Loosdorf geplaatst. Tegenwoordig staat het gerestaureerde grafmonument in het tot museum omgebouwde renaissanceslot Schallaburg in de gemeente Schollach. Het deksel van de tombe toont Hans Wilhelm von Losenstein in harnas met aan zijn voeten een leeuw. In zijn rechterhand houdt hij een bijbel en in de linkerhand een zwaard.[2] Onder aan de zijkant staan Bijbelse voorstellingen: Jakob in gevecht met een engel, afgebeeld met vleugels; het offer van Isaak, Jezus op de Olijfberg, Jezus met zijn kruis op zijn schouder en het laatste oordeel. Ook staat er aan een zijkant van de tombe dat hij de "Hohe Schule" gesticht heeft.
Schulden
[bewerken | brontekst bewerken]Hoewel Hans Wilhelm waarschijnlijk een grote som geld geërfd had van zijn vader, kwam hij vanaf 1580 in financiële problemen, die langzamerhand groter werden. Schallaburg telde nog geen twee honderd onderdanen, die het geld voor de verbouwingen niet konden opbrengen. Bij zijn dood waren de schulden opgelopen tot 120 duizend gulden[3], een gigantisch bedrag.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- ↑ Rupert Feuchtmüller, Gerhard Flossmann e.a., Renaissanceschloß Schallaburg,1e druk 1989, ISBN 3-900 892-00-8, pp. 21-25
- ↑ Franz N. Mehling, 'Oostenrijk, Elseviers cultuur reisgidsen in kleur', 1986, p. 426
- ↑ Een gulden of florijn bevatte 3,5 gram goud. 120.000 gulden was dus 420 kilo goud. Bij de goudprijs van 30 mei 2014 van ca. 29.500 euro per kilo zou dit 12,39 miljoen euro zijn.