Grimaldi (inslagkrater)
Grimaldi | ||
---|---|---|
Foto LROC
| ||
Kratergegevens | ||
Coördinaten | 5° 2′ ZB, 68° 6′ WL | |
Diameter | 173,5 km | |
Kraterdiepte | 2,7 km | |
Colongitude | 67° bij zonsopgang | |
Kaartblad | 74 (PDF) | |
Vernoemd naar | Francesco Maria Grimaldi | |
Vernoemd in | 1935 | |
Tenzij anders aangegeven, zijn de gegevens ontleend aan de IAU/USGS-Databank |
Grimaldi is een grote overspoelde inslagkrater op de Maan.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]De binnenwand van Grimaldi is zo sterk geërodeerd door latere inslagen dat het een lage onregelmatige ring van heuvels, bergkammen en pieken vormt in plaats van een typische kraterrand. Er blijven echter pieken over die een hoogte van meer dan 2000 meter bereiken. De lavabodem is het meest opvallende kenmerk van deze krater en vormt een vlak, relatief glad oppervlak met een bijzonder laag albedo. De donkere tint van de vloer contrasteert met de heldere omgeving, waardoor de krater gemakkelijk te lokaliseren is. Reeds met een klein verrekijkertje is het mogelijk om Grimaldi op te sporen, vooral tijdens en na volle maan. Voorbij de krater liggen de verspreide restanten van een buitenmuur met een diameter van 220 kilometer. Deze buitenrand is in het noorden en westen van de krater meer intact dan elders. Ten zuidoosten van Grimaldi liggen een aantal rilles, de Rimae Grimaldi genaamd. In het noordwesten komen de rilles van de Rimae Riccioli tot aan de westelijke rand van Grimaldi.
In het centrum van Grimaldi is een mascon of zwaartekrachtverhoging vastgesteld. Deze mascon werd door het Gravity Recovery And Interior Laboratory in hoge resolutie in kaart gebracht.
Locatie
[bewerken | brontekst bewerken]Grimaldi heeft een diameter van 173,5 km en bevindt zich aan de westkant van de naar de Aarde toe gerichte zijde van de Maan. Grimaldi ligt ten zuidwesten van Oceanus Procellarum en ten zuidoosten van de krater Riccioli. Tussen Grimaldi en Oceanus Procellarum ligt de krater Damoiseau en ten noorden ligt de krater Lohrmann.
Naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]De krater is genoemd naar de Italiaanse astronoom en jezuïet Francesco Maria Grimaldi (1618-1663), en kreeg deze naam van Giovanni Battista Riccioli (als Grimaldus Soc. I. [1]). Eerder gaf Michael van Langren er de benaming Lacus Possidoni vel Antecaspi aan [2]. Johannes Hevelius noemde deze krater Palus Maraeotis [3].
Transient Lunar Phenomena (TLP)
[bewerken | brontekst bewerken]Grimaldi heeft een geschiedenis van kortstondige vreemdsoortige verschijnselen (Transient Lunar Phenomena), waaronder af en toe lichtflitsen, kleurvlekken en gebieden met wazig zicht. Met behulp van spectroscopie werden ook gasvormige emissies in dit gebied gedetecteerd.
Clair-Obscur effect
[bewerken | brontekst bewerken]De noordwestelijke rand van Grimaldi vertoont gedurende de lokale zonsopkomst een clair-obscur effect dat bekend staat als het Andreaskruis (Saint Andrew's Cross) [4]. Het wordt gedeeltelijk gevormd door de zogenaamde Miyamori vallei tussen de nabijgelegen kraters Lohrmann en Riccioli [5].
Satellietkraters van Grimaldi
[bewerken | brontekst bewerken]Rondom Grimaldi bevinden zich verscheidene kleinere kraters die genummerd werden, beginnend bij degenen die zich het dichtst bij het middelpunt van de krater bevinden.
Grimaldi | Breedtegraad | Lengtegraad | Diameter |
---|---|---|---|
A | 5,4° ZB | 71,2° WL | 15 km |
B | 2,9° ZB | 69,2° WL | 22 km |
C | 2,6° ZB | 61,5° WL | 10 km |
D | 3,7° ZB | 65,5° WL | 22 km |
E | 3,7° ZB | 64,4° WL | 13 km |
F | 4,0° ZB | 62,7° WL | 29 km |
G | 7,4° ZB | 64,9° WL | 13 km |
H | 4,9° ZB | 71,4° WL | 9 km |
J | 2,9° ZB | 70,6° WL | 16 km |
L | 8,5° ZB | 66,7° WL | 19 km |
M | 8,0° ZB | 67,0° WL | 18 km |
N | 7,6° ZB | 66,6° WL | 8 km |
P | 8,0° ZB | 68,3° WL | 10 km |
Q | 4,8° ZB | 64,8° WL | 21 km |
R | 8,5° ZB | 71,2° WL | 9 km |
ZB | 6,4° ZB | 65,0° WL | 11 km |
T | 7,7° ZB | 70,9° WL | 12 km |
X | 5,8° ZB | 72,3° WL | 9 km |
Literatuur en maanatlassen
[bewerken | brontekst bewerken]- Mary Adela Blagg: Named Lunar Formations.
- T.W. Webb: Celestial Objects for Common Telescopes, Volume One: The Solar System (met beschrijvingen van telescopisch waarneembare oppervlaktedetails op de maan).
- Tj.E. De Vries: De Maan, onze trouwe wachter.
- A.J.M. Wanders: Op Ontdekking in het Maanland.
- Hugh Percy Wilkins, Patrick Moore: The Moon.
- Times Atlas of the Moon, edited by H.A.G. Lewis.
- Patrick Moore: New Guide to the Moon.
- Harold Hill: A Portfolio of Lunar Drawings.
- Antonin Rukl: Moon, Mars and Venus (pocket-maanatlasje, de voorganger van Rukl's Atlas of the Moon).
- Antonin Rukl: Atlas of the Moon.
- Harry De Meyer: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde, 1969).
- Tony Dethier: Maanmonografieën (Vereniging Voor Sterrenkunde, 1989).
- Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature.
- The Hatfield Photographic Lunar Atlas, edited by Jeremy Cook.
- William P. Sheehan, Thomas A. Dobbins: Epic Moon, a history of lunar exploration in the age of the telescope.
- Ben Bussey, Paul Spudis: The Clementine Atlas of the Moon, revised and updated edition.
- Charles A. Wood, Maurice J.S. Collins: 21st Century Atlas of the Moon.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Grimaldi (crater) op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature, page 212
- ↑ Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature, page 197
- ↑ Ewen A. Whitaker: Mapping and Naming the Moon, a history of lunar cartography and nomenclature, page 205
- ↑ The Hatfield Photographic Lunar Atlas, edited by Jeremy Cook (Springer, 1999), Plate 11e
- ↑ A Portfolio of Lunar Drawings, Harold Hill (Cambridge University Press, 1991), pages 138-139: The Miyamori Valley Region