Naar inhoud springen

Graafschap Bentheim

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de hedendaagse Landkreis met die naam, zie Landkreis Grafschaft Bentheim
Grafschaft Bentheim
Graafschap Bentheim
Land in het Heilige Roomse Rijk Wapen Heilige Roomse Rijk
11e eeuw – 1806 Groothertogdom Berg 
Symbolen
(Details)
Kaart
Het Graafschap Bentheim binnen de Westfaalse Kreits in 1560.
Het Graafschap Bentheim binnen de Westfaalse Kreits in 1560.
Algemene gegevens
Hoofdstad Bentheim
Talen Duits, Nedersaksisch, Nederlands
Religie Rooms-katholicisme (tot 1544)
Lutheranisme (1544 tot 1588, vanaf 1912)
Calvinisme (vanaf 1588)
Politieke gegevens
Staatshoofd Graaf
Kreits Nederrijns-Westfaalse
Kaart van Blaeu uit 1645; het noorden ligt links

Bentheim of Benthem was een tot de Nederrijns-Westfaalse Kreits behorend graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk. Het centrum was de stad Benthem, nu Bad Bentheim.

Waarschijnlijk in de tiende eeuw stichtten de graven van Bentheim de burcht Bentheim. Deze werd in 1116 verwoest door de hertog van Saksen, Lotharius van Supplinburg. De wederopbouw duurde tot 1148. In de loop van de twaalfde eeuw kwam de burcht aan Otto, een jongere zoon van graaf Dirk VI van Holland.

In 1421 stierf deze tak van het Hollandse huis uit met graaf Bernhard I. Zijn zuster Hedwig was gehuwd met Everwijn van Götterswick en hun kleinzoon Everwijn van Götterswick werd de volgende graaf van Bentheim.

Vanwege het huwelijk van Everwijn I met Mathilde van Steinfurt werd in 1421 het graafschap Steinfurt met Bentheim verbonden, maar hun zonen erfden in 1454 ieder een eigen graafschap: Arnold werd graaf van Steinfurt en Bernhard II graaf van Bentheim.

Na het uitsterven van de tak Bentheim-Bentheim in 1530 werden de beide graafschappen herenigd onder Arnold II van Bentheim-Steinfurt. Arnold III erfde in 1562 van zijn moeder het graafschap Tecklenburg en via zijn vrouw Magdalena van Nieuwenaar kwam de familie in het bezit van het graafschap Limburg en de heerlijkheden Alpen, Linnep en Heppendorf.

Graaf Arnold I (1530-1553) werd door zijn vrouw en de hofpredikant overgehaald om de Reformatie te steunen. In 1544 riep hij alle geestelijken in het graafschap bijeen, en gaf richtlijnen voor een versobering van de eredienst naar Luthers model. Zijn kleinzoon Arnold III, die in Straatsburg had gestudeerd, zette de volgende stap en voerde in 1588 een gereformeerde kerkorde in.

Op 25 december 1594 werd een verdelingsverdrag gesloten voor de opvolging na de dood van Arnold III. Na diens overlijden in 1606 regeerden de oudste drie broers gemeenschappelijk tot 1610, waarna de vijf broers ieder een deel kregen. Het graafschap Bentheim kwam aan Arnold Joost, en na de kinderloze dood van zijn broer Willem Hendrik in 1632 erfde hij ook het graafschap Steinfurt. Zijn zoons erfden in 1643 ieder een graafschap: Ernst Willem volgde in Bentheim en Philips Koenraad in Steinfurt.

In de jaren-1660 raakte de graaf onder invloed van de Munsterse bisschop Bernhard von Galen, die hem overhaalde om terug te keren tot de Rooms-Katholieke moederkerk. Daarop vluchtten de gravin en haar kinderen naar de Republiek, waar de zonen in Nederlandse krijgsdienst traden.

In 1693 ruilden beide takken van graafschap, zodat Arnold Maurits Willem van Bentheim-Steinfurt de nieuwe graaf van Bentheim-Bentheim werd. Er waren erfkwesties tussen de takken Bentheim en Steinfurt totdat zij op 1 november 1701 een verdrag in Den Haag sloten.

In 1752 verpandde graaf Frederik Karel het graafschap voor een periode van dertig jaar aan het keurvorstendom Hannover, zodat de familie niet langer in Bentheim regeerde. In 1803 stierf het huis Bentheim-Bentheim uit en gingen de rechten over aan de tak Bentheim-Steinfurt.

Op 12 mei 1804 sloot de graaf een verdrag met de Eerste Franse Republiek over de inlossing van het verpande graafschap tijdens de Franse bezetting van het keurvorstendom Hannover (1802-1805). Graaf Lodewijk betaalde 800.000 franc aan Napoleon en kon gaan regeren. De herkregen zeggenschap was echter van korte duur. In de Rijnbondsacte van 12 juli 1806 werd het graafschap Bentheim in artikel 24 onder de soevereiniteit gesteld van het groothertogdom Berg: de mediatisering. Op 4 augustus werd deze bepaling uitgevoerd.

In 1810 werd het gebied ingelijfd bij het Eerste Franse Keizerrijk en werd deel van het departement Lippe. In november 1813 nam Hannover weer bezit van het gebied. Het Congres van Wenen in 1815 bevestigde de inlijving van het graafschap bij het koninkrijk Hannover.

regering naam geboren overleden opmerkingen
Huis Wigerik
±1115 - Otto I van Salm ±1080 1150 graaf van Rheineck en paltsgraaf aan de Rijn
- 1149 Otto II van Rheineck ±1115 1149 zoon
1149 - 1166 Sophia van Rheineck ±1115 1176 zuster, ∞ Dirk VI van Holland
Huis Gerulfingen
1166 - 1208 Otto I 1208/09 zoon
1209 - 1248 Boudewijn I 1248 zoon, burggraaf van Utrecht
1248 - Otto II zoon, 1264 graaf van Tecklenburg
Egbert I voor 1311 zoon
1305 - 1333 Johan voor 1333 zoon
1333 - 1344 Simon I 1344 zoon
1344 - 1364 Otto III na 1379 broer, 1364 afstand
1364 - 1421 Reinhard 1421 broer
Huis Bentheim
1421-1454 Everwijn van Götterswick 1397 6-3-1454 kleinzoon van Hedwig, dochter van Simon I.
Hij trouwde met Gijsbertha van Bronckhorst
1454-1473 Bernhard II 1473 zoon
1473-1530 Everwijn II van Steinfurt 1461 13-12-1530 zoon
1530-1544/53 Arnold II 1497 19-8-1553 zoon
1544/53-1562 Everwijn III 1536 19-2-1562 zoon
1562-1606 Arnold III 2-10-1554 11-1-1606 zoon
1606-1643 Arnold Joost 4-4-1580 10-2-1643 zoon
1643-1693 Ernst Willem 6-12-1623 26-8-1693 zoon
1693-1701 Arnold Maurits Willem 21-1-1663 29-4-1701 neef (zoon van broer)
1701-1723/31 Herman Frederik 25-9-1693 29-11-1731 zoon
1723-1731 Lodewijk Frans 1698 1751 broer
1731-1753 Frederik Karel 17-3-1725 19-2-1803 zoon van Herman Frederik
1753-1804 verpand aan Hannover
1804-1806 Lodewijk 1-10-1756 20-8-1817 tak Steinfurt