Naar inhoud springen

George III van Erbach

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
George III
1548-1605
Graaf van Erbach
Periode 1564-1605
Voorganger Everhard XII
Opvolger Frederik Magnus, Johan Casimir, Lodewijk I en George Albert I
Vader Everhard XII van Erbach
Moeder Margaretha van Dhaun

George III van Erbach (Erbach 15 juli 1548 – aldaar 26 februari 1605) was graaf van Erbach en heer van Breuberg. Hij was de enige zoon van graaf Everhard XII van Erbach en diens vrouw raugravin Margaretha van Dhaun.

Rond 1560 kreeg hij samen met zijn vader en zijn oom Valentijn Wildenstein als leen van de Palts. Na het overlijden van zijn oom George II van Erbach werd hij graaf over alle Erbachse erflanden.

Huwelijken en kinderen

[bewerken | brontekst bewerken]

George III was viermaal gehuwd en had maar liefst 21 kinderen. Voor het eerst huwde hij op 27 juli 1567 met gravin Anna Amalia van Sayn (155113 juli 1571), dochter van graaf Johan IX van Sayn. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Op 27 juli 1572 trouwde hij te Umstadt met Anna van Solms-Laubach (11 april 15578 december 1586), dochter van graaf Frederik Magnus van Solms-Laubach. Uit dit huwelijk werden twaalf kinderen geboren:

Voor de derde keer huwde hij op 11 november 1587 met Dorothea van Reuss-Obergreiz (28 oktober 156626 oktober 1591), dochter van Hendrik XVI van Reuss-Obergreiz. Uit dit huwelijk sproten drie jong overleden kinderen:

Op 2 augustus 1592 huwde hij te Korbach Maria van Barby (8 april 156319 december 1619), dochter van graaf Albert X van Barby-Mühlingen. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

Na zijn dood werd Erbach verdeeld onder zijn vier zonen:

  • Frederik Magnus (1575–1618) erft Fürstenau en Reichenberg
  • Johan Casimir (1584–1627) erft Breuberg en Wildenstein
  • Lodewijk I (1579–1643) erft Erbach en Freienstein
  • George Albert I (1597–1647) erft Schönberg en Seeheim

Na de dood van Frederik Magnus in 1618 werden de landen opnieuw verdeeld onder de broers. Na de dood van Lodewijk I in 1643 werden de Erbachse erflanden weer verenigd onder George Albert I.