Christine Doorman
Christine Doorman | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Geboren | 31 mei 1858 | |||
Geboorteplaats | Utrecht | |||
Overleden | Den Haag, 18 november 1941 | |||
Overlijdensplaats | Den Haag[1][2] | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | schrijfster | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Christine Doorman, ook wel Christina Doorman (Utrecht, 31 mei 1858 – Den Haag, 18 november 1941) was een Nederlands schrijfster en vertaalster. Ze schreef ook onder de pseudoniemen Alma en Christine. Zij was dochter van Henderik Jan Diederik Doorman (1820-1894), ambtenaar Staatsspoorwegen, en Christina van Thiel (1827-1913). Christine was drie jaar jonger dan haar broer Augustus Johannes. Veel van haar familieleden waren beroepsmilitair. De bekende schout-bij-nacht Karel Doorman was haar achterneef. Doorman bezocht de MMS en was geïnteresseerd in literatuur. Vanaf 1920 woonde ze op meerdere adressen in Den Haag.
Dierenverhalen
[bewerken | brontekst bewerken]In 1887 verscheen haar eerste werk Wat de bloemen elkander te vertellen hadden in het meisjesweekblad Lelie- en Rozeknoppen. Doorman schreef eveneens voor kinder- en jeugdtijdschriften als Sint-Nicolaas en Excelsior, maar ook voor het Algemeen Handelsblad. Voor de Nederlandsche Kinderbond schreef ze meerdere dierenverhalen. Ook was zij redacteur was van De Kleine Androcles, het kinderblad van de Dierenbescherming. Daarnaast was ze medewerkster van het modetijdschrift De Gracieuse. Vanaf 1901 stelde ze bloemlezingen samen voor scheur- en verjaardagskalenders met levenswijsheden en citaten van anderen.
Sprookjes
[bewerken | brontekst bewerken]Om zich in de oorsprong van sprookjes te verdiepen volgde Doorman colleges van professor J. Frantzen in Utrecht. Haar oeuvre bestaat voor een groot deel uit oude volkssprookjes en legenden die ze op haar reizen naar diverse landen en culturen verzamelde. Doorman schreef meer dan tweehonderd boeken, vooral voor kinderen en jongeren. Zo verschenen al in 1899 haar vertalingen uit het Deens van de sprookjes van Hans Christian Andersen.
Naast haar werk als schrijfster ging zij ook op tournee met een kinderprogramma met lichtbeelden en zang rondom haar eigen sprookje Vleugelken.[3] Hiermee trad ze ook op tijdens de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913.
Doorman was sinds 1919 bevriend met de Zweedse schrijfster en nobelprijswinnares Selma Lagerlöf. Voor haar biografische boeken, tijdschriftartikelen en vele voordrachten over Lagerlöf kreeg Doorman in 1928 van de koning van Zweden de gouden Gustav Wasa-medaille. In Zweden had Doorman contacten met de jeugdboekenschrijfster en illustratrice Elsa Beskow (1874-1953) en dichteres en componiste Alice Tegnér (1864-1943). Een deel van haar werk werd vertaald in het Duits en het Zweeds.
Doorman was lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, de Vereniging van Schrijvers en Vertalers en de Nederlandse PEN-club. Sinds 1931 was ze lid van het Haagse letterkundig genootschap Oefening Kweekt Kennis, waarvan ze tot erelid werd benoemd.
Bibliografie (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- Roodkapje (1948)
- Selma Lagerlöf tachtig jaar; voordracht voor de Zweedsch-Nederlandsche Vereeniging (1938)
- Waarvan de Nixen bij hun Gouden Harpen zongen (1938)
- Selma Lagerlofs Levensavond, uitgeverij Bosch en Keuning, Baarn (± 1935)
- Wat Anki er van dacht (1933)
- Verhalenboek; verzamelde herdrukken (1933)
- De viool (1933)
- Dicky, serie voor meisjes (1925-1939)
- Dicky Getrouwd. Naar Het Deensch, uitgeverij Becht, Amsterdam (1932)
- Dicky in Amerika, naar het Deens, uit de serie "Voor rakkers en bengels". illustraties van H. Pieck. (1931)
- Waarom Annie niet mee kon doen (± 1930)
- Doornroosje (1930)
- Zwaanwitje; tweede bundel Zweedsche sprookjes (1930)
- Selma Lagerlöf, Biografie van de Zweedse schrijfster, die in 1909 de Nobelprijs voor de literatuur ontving (1928)
- Arent-Jan (192x)
- Kerstrozen En Hulstbesjes (1925)
- Zweedsche sprookjes (1925)
- Selma Lagerlöf; haar werken en haar leven op Morbacka (1925)
- Yslandsche sprookjes, met gekleurde platen van B. Midderigh-Bokhorst (1924)
- Elsje het schippersmeisje (1923)
- De sneeuwman (1923)
- Uit Zweden En Denemarken (1922)
- Koosje uit den woonwagen (1922)
- Prinses Rosette: oud Fransch sprookje, met illustraties van Johanna Berhardina Midderigh-Bokhorst, Uitgevers-Maatschappij Editio, Hillegom (1921)
- Zuid-Afrikaansche sprookjes, Hillegom (1921)
- Mijn Italiaantjes (1921)
- Oud-Duitsche sprookjes (1921)
- De wondervogel; een sprookjesboek met tekstillustraties van B. en J. Midderigh-Bokhorst uitgevers-Maatschappij 'Editio', Hillegom (1921)
- Dickens Voor De Jeugd (± 1920)
- Klein duimpje (1920)
- Uren met Andersen. Iets over den geestelijken achtergrond van Andersen’s sprookjes, uitgeverij Hollandia, Baarn (1920)
- Over de innerlijke beteekenis der sprookjes (1919)
- Het paddestoelenbal (1919)
- Werner, de kleine alpenherder en zijn koe Bens; een verhaal uit de Zwitsersche mobilisatie (1917)
- Dauwdrupke het dans-elfje (1916)
- Wat het toch zijn zou? En nog twee aardige sprookjes (± 1910-1920)
- Sprookjes van Hans Andersen, met illustraties van Rie Cramer (1915)
- De verborgen schat; (een verhaal uit de Ardennen) (1915)
- Waarom Annie niet mee kon doen (1911)
- Oolijke guitjes (1911)
- Onder de wilgen (1911)
- Onder kameraadjes (1911)
- Aan het strand (1910)
- Wat er gebeurde (1910)
- Een grappig winkeltje (1910)
- Grappige spelletjes (1910)
- Welkom thuis! (1909)
- Dickens voor de jeugd, 2 delen, Utrecht; (1908).
- Onze vriendjes uit huis en hof (1908)
- De schoone slaapster in het bosch (1907)
- Tusschen de witte waterlelies (1907)
- Asschepoester (1907)
- Van koetjes (1906)
- Van paardjes (1906)
- Van katjes (1906)
- Uit het warme zonneland, met Beata, (1904)
- Van lichtende bergtoppen en donkere dalen (1904)
- Uit bosschen en bergen, met illustraties van E. Nister en W. Foster (1902)
- Flikkerende vlammetjes (1902)
- Over de beteekenis van het leven van Leo Tolstoy (1902).
- Blaadjes en bloemetjes; voor de kleintjes (1902)
- Langooren en kortstaartjes; verhaaltjes en versjes van vreemden en eigen bodem (1901)
- Vrede-klanken. Gedenkboek in vier talen voor elke dag een wijsheid; Utrecht (1901).
- Krekeltjes in het gras (1900)
- Bij de eendjes tusschen het riet (1900)
- Wat de sneeuwman zag en hoorde, De Haan, Utrecht (1900)
- Klokjes-luiden; verhalen voor jongens en meisjes (1900)
- Kijkjes over den muur (1900)
- Dick Whittington en zijn kat (1900)
- Aladdin en de wonderlamp (1899)
- Duinroosjes; verhaaltjes en versjes, met Beata, (1898)
- Goudvischjes (1898)
- Haar hooglied (1898)
- Bijbelsche vertellingen (1898)
- In den vrijen tijd. Verhalen en versjes voor jongens en meisjes (1898)
- Meibloempjes. Verhaaltjes en versjes (1897)
- De gelaarsde kat (1897)
- Pluimstaartjes En Snaterbekjes, uitgeverij Lentz & De Haan, Utrecht (1897)
- Uit de blauwe lucht en de groene wei, W. de Haan, Utrecht (189x)
- Vergeet-mij-nietje; lotgevallen van een pop (1895)
- Kristallijntje. Eene kerstvertelling (1894)
- Indische tooversprookjes voor jongens en meisjes (1894)
- Van het wonderland (1892)
- Appelbloesems; schetsen voor jongens en meisjes (1891)
- Krekeltjes in het gras, W. de Haan, Utrecht (1890)
- Vrede-klanken; gedenkboek in vier talen (1890)
- Nelly en haar vrienden, Tj. van Holkema, Amsterdam (1890)
- Lotgevallen van een geit (1887)
- Bron
- Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- Marijke van Dorst, "'Gezongen zooals de vogels in den boom' - de schrijfster Christine Doorman", in: De Utrechtse Boekhouder 7 (2017) 2 [18], p. 6-11.
- Marijke van Dorst, "Doorman, Christina", in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (27/08/2017)
- Marijke van Dorst, Dames in Data: Christine Doorman – 1928 - Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 20 april 2018
- Bibliotheek.nl
- Noot