Naar inhoud springen

Arne Nordheim

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Arne Nordheim
Arne Nordheim
Algemene informatie
Volledige naam Arne Nordheim
Geboren 20 juni 1931
Geboorteplaats LarvikBewerken op Wikidata
Overleden 5 juni 2010
Overlijdensplaats OsloBewerken op Wikidata
Land Vlag van Noorwegen Noorwegen
Werk
Genre(s) symfonische muziek, HaFaBramuziek, kerkmuziek, elektronische muziek
Beroep componist, organist en muziekcriticus
Instrument(en) orgel
Officiële website
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Het huis waar Arne Nordheim opgroeide

Arne Nordheim (Larvik, 20 juni 1931Oslo, 5 juni 2010) was een Noors componist, organist en muziekcriticus.

Nordheim studeerde vanaf 1949 orgel aan de Norges Musikkhøgskole in Oslo. Nadat hij een uitvoering van de Symfonie nr. 2 – Auferstehung van Gustav Mahler had gehoord, stond voor hem vast, dat hij (ook) compositie wilde studeren. Zo studeerde hij voortaan muziektheorie, harmonie, contrapunt. Maar meestal was hij te gast bij de repetities van Oslo-Filharmonien, het filharmonisch orkest van Oslo, vooral om moderne muziek te horen en de klankkwaliteit en -structuren te studeren. In 1952 studeerde Nordheim af, zonder diploma in compositie.[bron?] Maar hij deed verdere zelfstudies of studies in een kleine groep van gevorderde studenten, die allemaal gefascineerd waren door de eigentijdse muziek. Nordheim werkte in de haven, in de telefooncentrales van telecommunicatiebedrijven en als koordirigent, en financierde zijn studies met deze inkomsten. Later studeerde hij bij Vagn Holmboe in Kopenhagen, die hem vooral vertrouwd maakte met de muziek van Béla Bartók. Vanaf 1955 studeerde hij musique concrète in Parijs. Hij werd enthousiast voor de elektronische muziek en studeerde in Warschau, Stockholm en Bilthoven. De "Nordische muziekdagen" en het "Young Nordic Music Festival" waren voor hem even belangrijk inspiratiebronnen als de bijeenkomsten met de Zweedse avant-garde componisten en de Hongaarse componist György Ligeti in hun tijd als gastdocenten in Stockholm.

Zo werd Nordheim een pionier op het gebied van de elektronische muziek in Noorwegen. De Dodecafonie en de vernieuwingen van de Tweede Weense School waren toen in Noorwegen meestal onbekend, en het was erg moeilijk elektronische muziek te programmeren. Alles kwam tegelijkertijd en de Noorse muziekwereld was geschokt. De congregatie van de Protestantse Episcopale Kerk (Drievuldigheid-kerk) in Oslo verbood de uitvoering van orgelwerken van György Ligeti en Mauricio Kagel in de Aula van de Universiteit van Oslo, het toen meest gebruikte concertgebouw in de Noorse hoofdstad. In deze tijd was Nordheim zeer actief in de Noorse federatie van componisten evenals in de "International Society for Contemporary Music" (ISCM). Hij was een groot initiatiefnemer voor de nieuwe muziek. Als muziekcriticus van het Noorse dagblad Dagbladet documenteerde hij zijn enthousiasme voor de nieuwe muziek.

Het geheim van Nordheims succes als componist was zijn onbreekbare geloof het onmogelijke mogelijk te maken. In 1956 beleefde hij met de zangcyclus Aftonland (Avondland) de nationale doorbraak en in het begin van de jaren 1960 verwierf hij internationale bekendheid. Zijn werken Epitaffio (1963) en Eco gingen in Stockholm in première, Greening beleefde zijn première door het Los Angeles Philharmonic Orchestra onder leiding van Zubin Mehta, Tenebrae in Washington D.C., Spur in Baden-Baden, het ballet The Tempest in Schwetzingen en Magma door het Koninklijk Concertgebouworkest en ook Ariadne in Nederland.

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1956 rev.1975 Nachruf, voor strijkorkest
  • 1956 rev.1987 Rendezvouz, voor strijkorkest
  • 1960 Canzona per orchestra
  • 1963 rev.1978 Epitaffio, voor orkest en geluidsband
  • 1970 Floating, voor orkest
  • 1973 Greening, voor orkest
  • 1975 Spur, voor accordeon en orkest
  • 1976 Suite uit het ballet "Katharsis", voor orkest
  • 1979 Suite uit het ballet "The Tempest", voor sopraan, bariton en orkest
    1. Calm Sea
    2. Storm with lightning and thunder
    3. Awakening
    4. Magic Cricle
    5. Lacrymae
    6. A mazed trod
    7. Four Legs and two Voices
    8. Caliban's Warning
  • 1981 Tenebrae, voor cello en orkest – première: 3 januari 1982, Washington D.C.Mstislav Rostropovitsj, (cello)
  • 1983 Venit Rex, voor signaalkorps, gemengd koor, orkest, orgel en buisklokken
  • 1985 Boomerang, concert voor hobo en kamerorkest
  • 1986 Varder, voor acht of meer trompetten en orkest
  • 1988 Magma, voor orkest – première: 7 december 1988, Amsterdam, Concertgebouw ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van het orkest
  • 1989 Johannesgangaren, voor hardangerviool, vrouwenkoor, slagwerk, synthesizer, 3 trompetten, en de beiaard van het stadhuis van Oslo – tekst: Nils Steensen
  • 1990 Monolith, voor orkest – première: 2 april 1991, Tokio, Suntory Hall, door het New Japan Philharmonic Orchestra
  • 1992 Ad fontes, voor orkest
  • 1994 Adieu, voor strijkorkest
  • 1996 Concert, voor viool en orkest
  • 2003 Fonos – Three Memorables, voor trombone en orkest
  • Bjøllo i fjelle, voor luit, glockenspiel en kamerorkest

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1984 Utposter, voor 24 trompetten, koperblazers en buisklokken
  • 1986 Recall and Signals, voor harmonieorkest en orgel (gecomponeerd voor het jubileum van het Vrijheidsbeeld)
  • 1995 Jubel, voor harmonieorkest en beiaard

Missen, oratoria en andere kerkmuziek

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1985 Tres lamentationes – Sæcundum Hieremias Propheta, voor gemengd koor – tekst: Klaagliederen 1, 1 ; 2, 18- ; 5, 21-22
  • 1995 Confutatis – uit het "Requiem der Versöhnung", voor sopraan solo, gemengd koor en orkest
  • 1997 Nidaros, oratorium voor zes stemmen, knappenstem, gemengd koor, kinderkoor en orkest – première: 30 mei 1997, Trondheim, Nidarosdomen

Wereldlijke cantates

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1979 Tempora Noctis, cantate voor twee sopranen, orkest en elektronische klanken – tekst: Ovidius
  • 1989 Be not afeard, cantate voor sopraan, bariton, 2 slagwerkers, harp, celesta, piano en geluidsband – tekst: William Shakespeare

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto choreografie
1962 Katharsis 28 mei 1962, Bergen, Festspillene
1963 Kimaere 17 oktober 1963, Norsk Rikskringkasting (NRK)
1971 Stages gebaseerd op Colorazione en Warszawa 1971, Londen, The Place
1974 Stoolgame naar de muziek tot Solitaire
1974 Strender (Beaches), uit Response I en Solitaire
1977 Ariadne gebaseerd op "Tempora Noctis"
1979 The Tempest 3 mei 1979, Schwetzingen, Schwetzinger Festspiele

Muziek voor hoorspelen in de radio

[bewerken | brontekst bewerken]

Vocale muziek

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor koor

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1956/1959 Aftonland (Avondland), zangcyclus voor sopraan (of tenor) en kamerensemble (celesta, slagwerk, harp, 2 violen, altviool, cello en contrabas) (of: orkest) – tekst: Pär Lagerkvist
  • 1965 Favola, voor twee zangstemmen, 10 dansers, orkest en geluidsband
  • 1967 Eco, voor sopraan solo, gemengd koor, kinderkoor en orkest – tekst: Salvatore Quasimodo
  • 1973 Morgenraga, voor zangstem, saxofoon, gitaar, contrabas en slagwerk
  • 1973 Solar Plexus, voor spreker, vrouwenstem, saxofoon, piano (ook: orgel) en slagwerk
  • 1975 Doria, voor tenor en orkest – tekst: Ezra Pound
  • 1976 Two One Singing, voor tenor en harp
  • 1977 Be not afeared, voor sopraan, bariton, vijf instrumenten en geluidsband
  • 1980 rev. 1996 Nedstigningen, voor spreker, sopraan, vrouwenkoor (SSAA) orkest en elektronische klanken – tekst: Stein Mehren
  • 1982 Den første sommerfugl (The First Butterfly), voor sopraan en harp – tekst: Henrik Wergeland
  • 1984 Klokkesong, voor countertenor, renaissance instrumenten, gemengd koor en kerkklokken
  • 1986 Ore, fermate il volo, voor countertenor en teorbe
  • 1987 La mia canzone, voor sopraan, piano en slagwerk – tekst: Francesco Petrarca
  • 1988 Love’s Food, voor mezzosopraan, bariton, twee piano's, twee violen en altviool
  • 1988 Tre voci, voor sopraan en kamerensemble – tekst: Francesco Petrarca, Giordano Bruno en Giuseppe Ungaretti
  • 1992 Magic Island, voor sopraan, bariton en kamerorkest – tekst: William Shakespeare
  • 1995 Non gridate, voor sopraan, gemengd koor en orkest – tekst: Giuseppe Ungaretti
  • 1995 Three Unexpected Songs, voor countertenor, twee dwarsfluiten, blokfluit, crumhoorn en viola da gamba
    1. Io v'amo sol peché voi siete bella
    2. Ore, fermate il volo
    3. Ecco mormorar l'onde
  • 1996 Wirklicher Wald, voor sopraan, cello, gemengd koor en orkest – tekst: Rainer Maria Rilke
  • 1999 Heilt stille, twee liederen voor sopraan en cello – tekst: gedichten van Tarjei Vesaas
    1. Innbying
    2. Heilt stille
  • 2002 5 cryptographies, voor zangstem, slagwerk, synthesizer en elektronica
  • 2005 5 Kryptofonier, voor sopraan, slagwerk en synthesizer
  • Silver Key, voor vier vrouwenstemmen[2]
  • 1955 Epigram, voor strijkkwartet
  • 1956 Strijkkwartet
  • 1963 Partita, voor altviool, klavecimbel en slagwerk
  • 1963 rev.2001 Partita Memoria, voor viool, slagwerk en toetseninstrument
  • 1966 Response I, voor twee slagwerkgroepen en geluidsband
  • 1967 Signals, voor accordeon, slagwerk en elektrische gitaar
  • 1968 Response II, voor slagwerker en geluidsband
  • 1971 Dinosaurus, voor accordeon en geluidsband
  • 1971 OHM, voor luit en geluidsband
  • 1972 Help (Pomodzy), voor klarinet, trombone, piano en cello
  • 1977 Response, voor orgel, slagwerk en geluidsband
  • 1978 Canto, voor cello, orgel en buisklokken
  • 1978 Response IV, voor vier slagwerkers en geluidsband
  • 1981 Partita, voor zes contrabassen
  • 1983 Response III, voor orgel, vier slagwerkgroepen en geluidsband
  • 1985 Partita für Paul, voor viool en elektronisch delay
  • 1987 Acantus firmus, voor jazzzanger(es), hardangerviool en geluidsband
  • 1987 The Return of The Snark, voor trombone en geluidsband
  • 1987 Tractatus, voor dwars- of blokfluit, laag houtblazer, harp, celesta, piano, slagwerk en strijkers
  • 1991 Duplex, voor viool en altviool (of cello)
  • 1991 Response, voor slagwerker en geluidsband
  • 2001 Five Stages, voor strijkkwartet
  • Winding River : To one Singing, voor dwarsfluit en harp

Werken voor piano

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1971 Listen (Een van de verplichte werken tijdens het kroonprinses Sonja Internationaal compositie-wedstrijd in 1987)

Werken voor accordeon

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor gitaar

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1969 Partita II, voor elektrische gitaar

Elektroakoestische muziek

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1967 Evolusjon (Evolution), elektroakoestische muziek bij schilderijen van Rolf Aamot
  • 1968 Colorazione, voor hammondorgel, slagwerk, delay, ringmodulatoor en filters
  • 1968 Ode til lyset (Ode to Light), elektroakoestische muziek voor sculpturen van Arnold Haukeland[4]
  • 1968 Solitaire, voor elektroakoestische instrumenten
  • 1968 Warszawa, voor elektroakoestische instrumenten
  • 1969 Peer Gynt, elektronische toneelmuziek
  • 1970 Pace, voor elektroakoestische instrumenten
  • 1971 Lux et tenebrae, concrete en elektronische klanken voor de wereldtentoonstelling Expo 70 te Osaka
  • 1973 Five Osaka Fragments, vijf korte uittreksels uit Poly-Poly
  • 1979 Poly-Poly, elektroakoestische muziek voor de Scandinavië paviljoen op de EXPO in Osaka
  • 1982 Colorazione, voor hammondorgel X-66, slagwerk, time-delay (versie 1982), ringmodulatoren en filters
  • 1987 Stille, Kepler tenker, voor elektroakoestische instrumenten
  • Dodeka[5]

Onderscheidingen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Brian Morton, Pamela Collins, Brian Ferneyhough: Contemporary composers, Chicago: St. James Press, 1992, 1019 p., ISBN 1-55862-085-0
  • James L. Limbacher, H. Stephen Wright: Keeping score : film and television music, 1980-1988 (with additional coverage of 1921-1979), Metuchen, N.J.: Scarecrow Press, 1991. 928 p., ISBN 978-0-8108-2453-9
  • World Music Days Zürich 1991 : Weltmusiktage Zürich 1991 : Programme, Zürich: 1991, 235 p.
  • Harald Herresthal: Norwegische Musik von den Anfängen bis zur Gegenwart, 2. Ausgabe, Oslo: Norsk Musikförlag, 1987, 120 p.
  • Nils Grinde: Contemporary Norwegian music 1920-1980, Oslo: Universitetsförlaget, 1981.
  • Lennart Reimers: "Alt skal synge". Som ett eko. Reflektioner kring Arne Nordheims musik., in: Musikrevy. 36 (1981), S. 68-70.
  • Kjell Baekkelund: Norske komponister, Tiden Norsk Förlag, 1977.
  • Lorentz Reitan: Arne Nordheims Eco og Floating – En undersokelse av det musikalske materialet og dets behandling, og en sammenligning av verkene, Hovedoppgave ved Institutt for musikkvitenskap, Univ. i Oslo. Varen 1975. Oslo 1975. 110 S.
[bewerken | brontekst bewerken]