Alkmene (mythologie)
Alkmene | ||||
---|---|---|---|---|
Ἀλκμήνη, Alcmene | ||||
Alkmene | ||||
Oorsprong | Griekse mythologie | |||
Literaire bronnen | Metamorphosen, Bibliothêkê, Ilias, Odysseia | |||
Verwantschap | ||||
Ouders | Elektryon en Anaxo | |||
Partner | Amphitryon, Zeus | |||
Nakomelingen | Herakles | |||
Gravure Jupiter en Alcmene door Cornelis Bos, ca. 1537 - ca. 1555
| ||||
|
Alkmene (Oudgrieks Ἀλκμήνη) was in de Griekse mythologie de dochter van Elektryon, koning van Mykenai, en moeder van Herakles.
Alkmene had de gelofte gedaan dat zij haar hand zou schenken aan diegene, die de van haar vader geroofde kudden zou terugbrengen en de moord op haar negen broeders zou wreken. Amphitryon, de koning van Tiryns, en neef van Elektryon voldeed hieraan. Na deze onderneming verliep er echter enige tijd, voordat de echtgenoten samen konden zijn en terwijl Amphitryon door de strijd met zijn vijanden van huis was, maakte Zeus, die verliefd was geworden op Alkmene, van de gelegenheid gebruik om haar te bezoeken. Om haar vertrouwen te winnen, had hij de gedaante van Amphitryon aangenomen. Geholpen door Hermes, sloop hij Alkmenes vertrek binnen. De bruidsnacht, die Zeus met Alkmene doorbracht, duurde drie dagen en drie nachten en gedurende deze tijd heerste er duisternis op de aarde. Uit deze vereniging werd Herakles geboren.
Toen de dag aanbrak kwam Amphitryon thuis, vierde de bruiloft en verwekte bij Alkmene in de volgende nacht Iphikles. Deze was dus de tweelingbroeder van Herakles, maar hij verschilde veel van zijn broeder in karakter. De bevalling zelf werd door Hera, Zeus' vrouw, bemoeilijkt, aangezien zij de ontrouw van haar man ontdekt had en Herakles reeds vóór zijn geboorte vervolgde. Zeven dagen lang wist zij de in barensnood verkerende Alkmene de hulp van de godin van de geboorte Eileithyia te onttrekken.
Toen Herakles volwassen was, werd Amphitryon gedood in de oorlog. Hierop huwde Alkmene met Rhadamanthys, een zoon van Zeus. Later moest zij vluchten voor de vervolgingen van Eurystheus, nadat Herakles van de aarde verdwenen en onder de goden opgenomen was. Zij vluchtte met zijn nakomelingen, de Herakleiden, naar Athene, waar zij met gastvrijheid ontvangen werd en bescherming vond. Zij beleefde het nog, dat Eurystheus overwonnen en gedood werd. Toen haar zijn afgehouwen hoofd gebracht werd, was haar wrok nog zo hevig, dat zij hem de ogen uitstak. Zij stierf in hoge ouderdom in Thebe of Megara. Na haar dood zond Zeus Hermes af om haar lijk naar het eiland van de zaligen te brengen, waar ze zou huwen met Rhadamanthys, een van de drie rechters in de onderwereld. Hermes deed dit en legde in de plaats van haar lichaam een steen in de kist, die zo zwaar was, dat de dragers de lijkkist niet konden vervoeren. Toen men daarop de kist opende, bemerkte men de verwisseling en had daardoor een aanleiding te meer om de overledene goddelijke eer te bewijzen. Men wijdde een bos aan haar, waarin de steen, die haar vervangen had, geplaatst werd, en een tempel.
Stamboom
[bewerken | brontekst bewerken]Antieke bronnen
[bewerken | brontekst bewerken]- Apollodoros, Bibliothêkê II 4.5; II 4.8,8.1.
- Hesiodos, Aspìs Hêrakléous.
- Homeros, Ilias XIV 323; XIX 99; Odysseia II 120; XI 266.
- Pausanias, Hellados Periêgêsis I 41.1.
- Plutarchus, Theseus VII 1.