Meer vastgoedterminologie
Meer vastgoedtermen zijn te vinden op:
Baak
Stelsel van waterpas aangebrachte planken waarbinnen het bouwwerk gemaakt moet worden. Op de planken wordt met een zaagsnede de maatvoering van het opgaande werk aangegeven.
Baard
Ongelijke metselvoeg waarbij de specie naar buiten puilt.
Badding
Balk van naaldhout met een doorsnede van 6,5 x 16,5 cm, soms 15, 14 of 13 cm hoog. Ook wel batting genoemd.
Badding
Een balk van naaldhout met een afmeting van ca. 65 x 165mm.
Badkamer
Een ruimte in een gebouw bedoeld om te baden.
Badruimte
een ruimte waarin zich een bad of douche en een wastafel bevinden, met bijbehorende aansluitingen op aan- en afvoervoorzieningen voor water.
Baggerspecie of baggerslib
Grond die uit de bodem is vrijgekomen via het oppervlaktewater.
Bahco
zie: Engelse sleutel
Bakeliet
Harde kunsthars
Baksteen
Stenen van gebakken klei.
Balansventilatie
Ventilatiesysteem waarbij de aanvoer en afvoer van lucht in een gebouw met elkaar in balans zijn: evenveel verse gefilterde buitenlucht wordt aangevoerd als er vervuilde en vochtige binnenlucht wordt afgevoerd.
Baldakijn
Overhuiving boven een altaar, troon of graf. Kan rusten op zuilen of neerhangen van het plafond.
Balkankers
Metalen banden om een balk, dwarsbalk of vloer aan een muur te bevestigen.
Balken-broodjesvloer
zie: Combinatievloer
Baluster
Zuiltje in de vorm van een vaas.
Balustrade
Rij van balusters als leuning aan een balkon o.i.d.
Bandbreedte
Verwachte onder- en bovengrens waarbinnen de uiteindelijke bouwkosten zullen uitkomen.
Banderol
Strook met een spreuk onder wapenschilden.
Bandschaaf
Timmermansgereedschap voor het schaven van platte banden.
Bankhamer
Kleine voorhamer met een bolle (voor het bewerken van plaatwerk) of vlakke kop (voor werk aan de werkbank).
Bankschroef
Werktuig waarin voorwerpen kunnen worden vastgezet zodat deze veilig kunnen worden bewerkt.
Baptisterium
Bouwwerk, dikwijls gescheiden van de kerk, waarin een doopvont is geplaatst.
Barbacane
Vooruitgeschoven versterking ter bescherming van de kasteelingang.
Barok
Bouwstijl en fase in de architectuur.
Barstvorming
zichtbare barsten in de verflaag.
Basement
Het verbrede voetstuk van een kolom of pilaster.
Basis-kengetal
Kengetal wat zich tussen de bandbreedte bevindt die is gebaseerd op de basis kenmerken die bij het gebouwtype zijn opgenomen.
Bastion
Vooruitgeschoven post in een verdedigingswerk voor waarneming en verdediging.
BDO (Bruto Dakoppervlakte Open)
Tot de open delen van de dakoppervlakte worden alle kozijnen en deuren gerekend in de totale dakoppervlakte.
BDT (Bruto Dakoppervlakte Totaal)
Tot het bruto dakoppervlak worden alle open en dichte delen gerekend van alle daken van een gebouwtype. Tot daken worden gerekend: Platte en hellende daken, koepels, schaal en vouwdaken, betreedbare daken, dakterrassen, parkeerdaken, en daken van uitbouwen.
Bebouwde terreinoppervlakte
De oppervlakte binnen de buitenomtrek van een gebouw ter hoogte van het maaiveld, voor zover deze oppervlakte binnen de terreinoppervlakte is gelegen.
Bedrijfsfunctie
Gebouwen met een functionele bestemming betrekking hebbend op het voeren van een bedrijf voor het verhandelen en / bewerken van goederen.
Bedrijfsinstallateur
Parsoon die een elektrische krachtstroominstallatie maakt, die in de praktijk kan worden toegepast in de industrie.
Bedrijfsinstallatie
Installatie die door de gebruiker van het pand zelf in het gebouw geïnstalleerd wordt.
Been (van een stalen balk)
zie: flens
Beer
zie: steun(punt)
Beerput
Verzamelput achter de huizen voor uitwerpselen.
Beglazing
Het glas en overige materialen die nodig zijn om het glas in het kozijn te plaatsen.
Beglazingskit
Elastische kit die wordt gebruikt voor het afdichten van een beglazingssyteem.
Begroting
Voorlopige berekening van de kosten voor een te maken werk, nauwkeuriger dan een raming.
Behangen
zie: wallpapering
Beitel
Stalen of verstaald gereedschap met wigvormige scherpe snede, al of niet in een heft bevestigd om hout, metaal, steen te behakken.
Bekisting
Schotwerk om betonspecie (nog niet verhard mengsel van cement, zand, grind en water) in de gewenste vorm hard te laten worden.
Bekistingshamer
Klauhamer waarvan de klauw rechter is uitgevoerd. Met deze klauw kunnen bekistingsplanken gemakkelijk worden losgewrikt.
Belastingscombinatie
Verzameling van belastingen die gelijktijdig kunnen optreden.
Belemmeringsfactor (Cb)
Factor, waarmee de oppervlakte van de doorlaat van een daglichtopening moet worden vermenigvuldigd om deze te corrigeren voor de invloed van de belemmeringen.
Belfort
Zie: klokkentoren
Belvédère
Uitkijktoren of hooggelegen zomerhuis, vanwaar men een prachtig uitzicht heeft.
Bêma
Om vroegchristelijke kerken een verhoogd vloergedeelte, meestal in de apsis, bestemd voor de geestelijkheid. Uit de bema ontwikkelde zich het transept.
Bentoniet
Natriumkleisoort met grote zwelcapaciteit. Door een mengsel van zand en bentoniet kan een afdichting van gaten worden gerealiseerd.
Beplanking
zie: betimmering
Berapen
Een muur bedekken met een laag mortel, een mengsel van kalk en zand en deze (al of niet ‘onder de rij’) effen schuren (vgl. vertinnen); voor buitenmuren wordt cement toegevoegd, tegen het invreten van vocht en om verstening te bevorderen. Bij de beraping van boerenhuizen wordt wel gemalen baksteen bijgemengd.
Bergruimte
een ruimte voor het opbergen van voorwerpen.
Beroken
Het donker maken van hout in de damp van ammonia.
Beschot
Houten afscheiding of bekleding.
Beschot
zie: betimmering
Beslag
Onderdelen nodig voor het bewegen van zowel de kozijnen als deuren.
Besnijden
het trekken van een strakke lijn met verf wat als rand dient voor het te verven vlak.
Bestek
Nauwkeurige omschrijving van het uit te voeren werk, de benodigde materialen, bouwtekeningen, de voorwaarden en kwaliteitseisen.
Bestemmingsplan
Een bestemmingsplan beschrijft wat er met de ruimte in een bepaalde gemeente mag gebeuren.
Beton
fabrieksmatig vervaardigde betonspecie. Betonspecie is het onverharde mengsel van cement, water, zand en grind. Het kan in vloeibare vorm naar de bouwplaats worden getransporteerd.
Betonbouwwerk
zie: betonbouw
Betonconstructie
zie: betonbouw
Betondekking
De minimale afstand tussen buitenhuid en de buitenste wapeningsstaaf.
Betongranulaat
toeslagmateriaal voor beton, bestaande uit gerecycled beton.
Betonkern
kern van beton
Betonkernactivering
benaming voor een verwarmings- c.q. koelingssysteem dat gebruikmaakt van de thermische massa van een betonconstructie. In de kern van betonnen vloeren en plafonds zijn watervoerende lediingen aangebracht waarmee de ruimte zowel kan worden verwarmd als gekoeld.
Betonkrimp
Vormverandering (verkorting) van beton ten gevolge van uitdroging, cementhydratatie en/of afkoeling.
Betonmenger
zie betonmolen
Betonmixer
zie betonmolen
Betonmortel
Een plastisch mengsel van cement, grof en fijn toeslagmateriaal en water waaraan vul- en hulpstoffen kunnen zijn toegevoegd.
Betonne fundering
zie: betonfundering
Betonpomp
Een pomp waarmee betonspecie kan worden verpompt.
Betonrot
Aantasting van het beton, ontstaan door het roesten van de betonwapening.
Betonskeletbouw
Bouwmethode waarbij het skelet van het gebouw is opgetrokken van beton. Dit skelet vormt de draagconstructie van het gebouw.
Betonspecie
zie: betonmortel.
Betonspecie
zie: betonmortel
Betonspreidmachine
zie: betonverddelmachine
Betonsteen
Metselsteen of metselblokken van beton.
Betontrilmachine
zie: betontrilnaald
Beugelzaag
Zaag die wordt toegepast voor het afkorten van vochtig hout (bijvoorbeeld takken en struiken).
Beuk
Van de door kolommen gescheiden overlangse ruimte van een kerk.
Beweegbaar constructie-onderdeel
een onderdeel van de constructie van een bouwwerk dat zich in verschillende standen kan bevinden.
Bezettingsgraadklasse
Klasse die de bezettingsgraad van een gebruiksoppervlakte en de bezettingsgraad van een vloeroppervlakte aan verblijfsgebied aangeeft.
BGO (Bruto Geveloppervlakte Open)
Tot de open delen van de geveloppervlakte worden alle kozijnen en deuren gerekend in de totale geveloppervlakte.
BGT (Bruto Geveloppervlakte Totaal)
Tot de bruto geveloppervlakte worden alle open en dichte delen gerekend van alle gevels van een gebouwtype.
Bies
Een rechte versieringslijn.
Bifora
Venster gescheiden in twee delen.
BIH (Bruto Inhoud)
Het product van de bruto vloeroppervlakte, vermeerderd met de vides en schalmgaten, die elk afzonderlijk groter zijn dan of gelijk zijn aan 4 m² en de bruto hoogte.
Bijeenkomstfunctie
Gebruiksfunctie voor het samenkomen van mensen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse en het aanschouwen van sport.
Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang
Bijeenkomstfunctie voor het bedrijfsmatig opvangen, verzorgen, opvoeden en begeleiden van kinderen die het basisonderwijs nog niet hebben beëindigd.
Bijeenkomst-/Recreatiefunctie
Gebouwen met een functionele bestemming betrekking hebbend op het voeren van een commercieel bedrijf met een recreatieve of bijeenkomstfunctie.
Bijgebouw
Van het hoofdgebouw losstaand gebouw met een van het hoofdgebouw afgeleide secundaire functie.
Bijkomende kosten
De bijkomende kosten zijn de kosten die naast de grond- en bouwkosten gemaakt worden om een project te realiseren en in gebruik te nemen. Hieronder vallen o.a. de honoraria van de adviseurs, heffingen en aansluitkosten, financieringskosten en algemene kosten en winst voor ontwikkelaar.
Bijtmiddel
Middel om een verflaag of coating af te bijten.
Bijzondere toegankelijkheidssector
dat gedeelte van een toegankelijkheidssector dat mede bestemd is voor gebruik door rolstoelgebruikers.
BIM
Building Information Modelling
Binnenhuisarchitect
Een architect die een ontwerp maakt voor de binnenzijde van een bouwwerk.
Binnenwand
zie: binnenmuur
Binnenwerkse maat
Afmeting die aan de binnenzijde van een object is gemeten
Bint
Ander woord voor (draag) balk.
Biobrandstof
Vloeibare of gasvormige brandstoffen die gewonnen zijn uit biomassa.
Bitumen
Residu van het distillatieproces van aardolie. Het is een waterdicht en plastisch product met een groot hechtend vermogen en wordt daarom gebruikt om daken waterdicht te maken.
Blaasbalg
Een motief die de tussenvariant vormt tussen een vierpas en een vierblad.
Blaine-waarde
De korrelfijnheid van cement (in cm2/g).
Blauw pleisterwerk
Een zo dun mogelijk laagje witpleisterwerk, een mengsel van kalk en gips, om muren vrij vlak te maken.
Blauwpleister
Een zo dun mogelijk laagje witpleisterwerk (mengsel van kalk en gips) om muren vlak en glad te maken.
Bliksembeveiliging
Beveiligingen tegen de directe inslag van de bliksem.
Blind
Zonder opening.
Blindarcade
Zie: arcade.
Blinde boog
Boog die geen opening biedt.
Blokgoot
Een goot die gemaakt is uit een balk of badding door een deel weg te steken en te schuren.
Blokschaaf
zie: vlakschaaf
Boardzaag
Zaag die is voorzien van een ronde neus met een fineervertanding. Een extra vertanding op de ronde neus maakt het mogelijk blinde sleuven en gaten te zagen.
Bodembedreigende stoffen
Stoffen of vloeistoffen die de grond kunnen verontreinigen c.q. ongeschikt maken voor een bepaald gebruik.
Bodemonderzoek
Onderzoek van de bodem of deze verontreinigd is. Het onderzoek moet voldoen aan de NEN 5740, NVN 5725 en NEN 5707.
Boeibord
Opstaande kant van een houten dakgoot.
Boeideel
Opstaande kant van een houten dakgoot.
Boerengrauw
Oude indelingsklasse naar graad van doorbakkenheid van de baksteen (harder dan rood en zachter dan hardgrauw). Steen wordt tegenwoordig aangeduid met B1.
Boerenvlechting
Metselwerk loodrecht op de schuine kanten van een puntgevel.
Boheems gewelf
Type gewelf.
Bokkenpoot
Kwast met gebogen steel.
Boktor
Kever met lange sprieten die hout kunnen aantasten.
Bolhamer
Hamer voor het kloppen van hollen vormen in een metaalplaat.
Boogfries
Een fries aan een boog.
Booranker
Anker van roestvast of gegalvaniseerd staal die wordt geboord in het binnenspouwd met als doel het buitenspouwblad te verankeren aan het binnenspouwblad.
Boorcenter
Aftekengereedschap om de boor te centreren in het materiaal.
Boorgruis
zie: boorsel
Boorhamer
Een boormachine waarbij de boor tijdens het een klopbeweging wordt opgewekt.
Boormachine
Een machinie waar ronde gaten in materiaal kan worden gamaakt.
Boormeel
zie: boorsel
Bordes
Een verhoogd platform voor de ingang van een gebouw.
Borstwering
Ondoorzichtig gedeelte van een glasgevel onder een raam, eventueel tussen 2 ramen (in het geval van een vliesgevel).
Borstwering
Het muurgedeelte tussen vloer en raamkozijn, of het buitenmuurgedeelte dat boven de zolder- of dakvloer uitsteekt.
Bossing
De afgeschuinde vlakken aan een massief houten deurpaneel, die rondom aan het deurpaneel word aangebracht om een dunne rand te creëren die in de sponning van de deurstijlen en dorpels past.
Bouw CAO
Een gezamelijke Collectieve Arbeidsovereenkomst voor bouwplaats- en kantoorpersoneel in de bouw.
Bouw- en sloopafval
Afval dat vrijkomt bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en andere bouwwerken.
Bouwbeslag
Onderdelen op een deur, raam of kozijn zoals brievenbusplaten, scharnieren, raamuitzetters, knoppen, krukken, sleutelgatplaatjes, rozetten. Beslag is onder te verdelen in de volgende groepen: hangwerk, sluitwerk, bevestigingsmiddelen, kramerijen.
Bouwbesluit
Alle wetten en bouwtechnieken waaraan alle bouwwerken in Nederland minimaal moeten voldoen. Ook ziekenhuizen, huizen, winkels en kantoren. Ook verbouwingen dienen te voldoen aan deze wetten van het Bouwbesluit.
Bouwconstructie
Onderdeel van een bouwwerk dat bestemd is om belasting te dragen
Bouwconstructie
een constructie van een bouwwerk of onderdeel van die constructie, welke constructie of welk onderdeel is bestemd om belasting te dragen.
Bouwdeel
een (tot een bouwwerk behorend) fysiek object met een specifieke prestatie, gedefinieerd door de aard van de technische oplossing en constructiewijze.
Bouwhaak
Gereedschap bestaande uit drie latten waarmee grote hoeken van 90 graden kunnen worden uitgezet.
Bouwkosten
Kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de realisering van een bouwproject tot en met de oplevering van het gebouw of de gebouwen, dan wel ten behoeven van verbouwingen. In de verschillende ontwerpfase wordt bedoeld: de verwachte kosten.
Bouwkosten/BIH
Kengetal voor de bouwkosten die gebruikt kan worden per bruto inhoud van een gebouw.
Bouwkosten/BVO
Kengetal voor de bouwkosten die gebruikt kan worden per bruto vloeroppervlakte van een gebouw.
Bouwkundige werken
Door de bouwkundig aannemer uit te voeren werkzaamheden aan het gebouw.
Bouwmateriaal
Stof, natuurlijk of kunstmatig vervaardigd, geschikt en gebruikt voor de constructie, beschutting en versiering van een gebouw, allereerst dus hout en (natuur- of bak) steen, beton, staal, kalk, zand, cement, leien, pannen, lood, zink, vervolgens glas, gips, verf, tegels, metalen en kunststoffen.
Bouworden
Stijl van onder meer zuilen en hun hoofdstel. De Grieken ontwikkelden de Dorische, Ionische en Korinthische orde; de Romeinen de Toscaanse orde en het composietkapiteel.
Bouwproces
Geheel van opeenvolgende activiteiten of deelprocessen, die tussentijds resulteren in de te hanteren uitgangspunten en middelen om resultaten te bereiken met als einddoel een bouwwerk gereed te hebben en dit bouwwerk te beheren en te gebruiken, waarna de activiteiten of deelprocessen met het slopen van het bouwwerk eindigen.
Bouwprocesfase
Fase waarin het bouwproces zich bevindt. Onderscheiden wordt: Initiatieffase, haalbaarheidsfase, Structuurontwerpfase, voorlopig-ontwerpfase, definitief-ontwerpfase, prijsvormingsfase, uitvoeringsfase.
Bouwproject
Geheel van activiteiten, gericht op een eenmalige en concrete doelstelling die binnen een begrensd tijdsbestek moet worden gerealiseerd in een tijdelijks samenwerkingsverband van deskundigen van verschillende vakgebieden, met gebruikmaking van materiële en immateriële middelen met als resultaat een bouwwerk.
Bouwregelement
zie: bebouwingsvoorschriften
Bouwrijpe grond
Grond geschikt voor en gereed om op de bouwen.
Bouwrijpmaak kosten
Kosten die gemaakt dienen te worden om het terrein geschikt of beter geschikt te maken voor het volgen van de rechtsgeldige bestemming.
Bouwsom
Ook wel aannemingssom genoemd. Het bedrag waarvoor de aannemer heeft ingeschreven ofwel zich heeft verbonden om het werk tot stand te brengen, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen
Bouwsteiger
Werkvloer aan een bouwwerk met staanders en liggers aan het gebouw bevestigd en met ladders bereikbaar.
Bouwstof
Materiaal dat in de vorm is bestemd om in een werk te worden gebruikt.
Bouwverordening(en)
zie: bebouwingsvoorschriften
Bouwvocht
vocht in een bouwelement veroorzaakt door recent geplaatst bouwmateriaal.
Bouwvoorschriften
zie: bebouwingsvoorschriften
Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van de bestemming hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Bouwwerk
de complete verzameling van functionele objecten en/of fysieke objecten benodigd aan een huisvestingsbehoefte te voldoen.
Bovendorpel
Kozijnrand aan de bovenkant van een deur of raam.
Bovengrondse infrastructuur
Infrastructurele voorzieningen boven de grond bestaande uit o.a. wegen, trottoirs en verlichting.
Bovenlicht
Raampje boven een deur of boven in een raamkozijn.
Brand- en rookvrije vluchtroute
Van brand gevrijwaarde rookvrije vluchtroute die uitsluitend door verkeersruimten voert.
Brandcompartiment
Gedeelte van een of meer gebouwen binnen een gestelde tijd bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand.
Brandcompartiment
een volume met een begrenzing; die grens moet de uitbreiding van brand een bepaalde tijd tegenhouden.
Brandsteen
zie: vuurvaste steen
Brandwering
Product dat voldoet aan de drie criteria : rook- en branddichte scheiding, bestand tegen bezwijken, thermische isolatie met betrekking tot warmtestraling.
Breuksteen
Een natuursteen van onregelmatige vorm, zoals die ongekapt of licht bewerkt uit de groeve is gebroken, of door een ontploffing is verkregen.
Brise-soleil
In de architectuur vaak permanent aangebrachte schermen aan een gevel of boven de grond of een dak, om de zon te weren en het licht te temperen. Vergelijkbaar met Venetiaanse jaloezieën.
British Standards Institute
Britse normalisatie instituut.
Broeikasgas
gassen die door hun aardopwarmingsvermogen in de atmosfeer bijdragen aan het verhogen en in stand houden van de evenwichtstemperatuur van de Aarde.
Broekstuk
Hulpstuk op de splitsing van een buisleiding.
Broekstuk nokpan
Een dakpan speciaal bedoeld om drie schuine dakvlakken die samen komen af te sluiten en deze heeft dus drie richtingen.
Bronbemaling
Een bemalingssysteem voor het tijdelijk drooghouden van bouwputten.
Bruggen/fly-overs
Beweegbare of vaste verbinding voor het verkeer tussen twee punten, die door water of anderszins gescheiden zijn.
Brugstaven
Platte staven die dienen voor bevestiging en versteviging van (glas-in-lood)ramen, vaak van ijzer (i.v.m. roest tegenwoordig van messing of brons gemaakt).
BSI
British Standards Institute
Budget
Opstelling van verwachte kosten met als doelstelling het project binnen deze kosten te realiseren.
Budgetbepaling
Raming van kosten met als doelstelling het project binnen deze kosten te realiseren.
Buffer(zone)
De voorraad(ruimte) tussen de keuken en de uitgifte. Een deel van de producten wordt bereid en in de wacht gezet om bij grote drukte over voldoende voorraad te beschikken.
Buigtreksterkte
De spanning waarbij een materiaal bezwijkt onder buigtrekbelasting.
Buitenruimte
een niet-besloten ruimte voor het in de buitenlucht.
Bundelpijler
Een pijler met een bloemvormige gelobde doorsnede.
Bushokje
Zie: abri
BVO (Bruto Vloeroppervlakte van een gebouw)
De oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Zie tevens NEN 2580.